Providers hoeven gegevens over het e-mail- en internetverkeer van hun klanten niet langer twaalf, maar slechts zes maanden te bewaren. De wijziging van de telecomwet gaat zaterdag in. Oude gegevens moeten worden weggegooid.
De bewaarplicht voor gegevens over het belgedrag van klanten moet nog wel altijd twaalf maanden worden bewaard, staat in de wijziging van de telecomwet, die zaterdag ingaat. De wijziging van de telecomwet werd begin deze maand goedgekeurd door de Eerste Kamer.
Het bewaren van de zogenoemde verkeersgegevens moet gedaan worden om politie en Justitie te helpen bij het opsporen van criminelen. De gegevens bevatten geen inhoud, maar alleen data over wie iemand heeft gebeld of gemaild of op welke websites iemand is geweest. De bewaarplicht voor gegevens over browsegedrag en e-mailverkeer wordt nu verkort van twaalf naar zes maanden. Daardoor moeten gegevens over de periode 16 juli 2010 tot en met 16 januari 2011 worden verwijderd.
De bewaarplicht geldt sinds enkele jaren, maar het is onduidelijk of het echt werkt. Wel gaf Justitie eerder aan dat in de meerderheid van de strafrechtelijke onderzoeken gegevens worden gebruikt die dankzij de bewaarplicht zijn verkregen. Providers verwelkomen de verkorting van de bewaarplicht: daardoor hoeven minder gegevens te worden opgeslagen. Niet alle politici zijn overtuigd van het nut van de bewaarplicht: GroenLinks meent dat de privacybeperkende maatregel moet verdwijnen.