Er gaat van alles fout bij het opvragen van naw-gegevens van internet- en telefoongebruikers. Dat blijkt uit een rapport van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Er zijn geen landelijke richtlijnen voor raadplegingen en er kan niet achteraf worden gecontroleerd of deze terecht waren.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft bij twaalf politiekorpsen onderzocht hoe het is gesteld met het raadplegen van de zogenoemde CIOT-database en komt tot de conclusie dat er flink wat aan schort. In die database, die elk jaar ruim 2 miljoen keer wordt geraadpleegd, worden persoonsgegevens van telecom- en internetgebruikers opgeslagen; elke dag uploaden de providers hun voltallige klantenbestand daarvoor naar de overheid. De politie en de opsporingsdiensten kunnen met behulp van de database ip-adressen aan persoonsgegevens koppelen.
Uit het onderzoek blijkt dat de manier waarop een bevraging van de database moet worden uitgevoerd, slechts 'gedeeltelijk' is vastgelegd. Daardoor is 'een juiste uitvoering van dit proces' niet gegarandeerd. Waaraan een bevraging van de database precies moet voldoen, is voor velen onduidelijk. Bovendien is er bij de meeste politiekorpsen voor de controle op de bevragingen achteraf geen vastgelegde richtlijn en worden die controles niet vastgelegd.
Drie van de twaalf onderzochte korpsen gebruikten een systeem voor het afhandelen van bevragingen waarbij de toegang geautomatiseerd was geregeld en waarbij bevragingen werden vastgelegd. Bij de overige korpsen was in driekwart van de gevallen niet meer te achterhalen of de bevraging correct was uitgevoerd, omdat de vereiste documenten niet konden worden getoond. Overigens waren de meeste bevragingen die achteraf wel nog konden worden getoetst, rechtmatig, schrijft het ministerie.
De opstellers van het rapport raden het kabinet aan om de richtlijnen voor bevragingen te actualiseren en erop toe te zien dat alle raadplegers van de richtlijnen op de hoogte zijn. Daarnaast wordt de politie aangeraden om met een geautomatiseerd systeem voor de bevragingen te komen. Ook moeten bevragingen worden gelogd.