De ministeries van Justitie en Economische Zaken komen dit kwartaal met een eerste concept voor de standaard voor het bewaren en uitwisselen van telecomgegevens. Nu bewaart 11 procent van de providers alle gegevens.
Providers weten niet wat de technische specificaties zijn waaraan moet worden voldaan bij het bewaren van telecomgegegevens van Nederlanders. Daarom moet er een standaard komen voor deze 'dataretentie', meent het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De standaard wordt gebaseerd op Europese eisen, schrijft minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Een half jaar geleden bleek dat 10,9 procent van de providers alle gegevens bewaart.
De gegevens moeten worden bewaard om criminelen beter op te kunnen sporen. Providers, zowel telecomproviders als aanbieders van adsl- en kabelinternet, zijn verplicht om alle verkeersgegevens van klanten te bewaren, zodat politie en Justitie ze kunnen opvragen bij opsporingsonderzoeken. Alle klantgegevens komen terecht in het informatiesysteem JustID, het voormalige Ciot.
De ministeries moeten ook afwachten hoe de Europese evaluatie van de dataretentiewet uitvalt. Die evaluatie wordt eind dit kwartaal gepubliceerd en het vermoeden bestaat dat de eisen voor het bewaren van telecomgegevens worden versoepeld. In dat geval moeten ook de Nederlandse regels worden aangepast.