Olympus en Panasonic hebben het Micro Four Thirds-camerasysteem aangekondigd, waarbij een Four Thirds-beeldsensor wordt gecombineerd met een kleinere lensmount. De spiegel en de optische zoeker zijn echter geschrapt.
Alsof de Olympus E-420-dslr nog niet klein genoeg is, hebben Olympus en Panasonic, die voor hun dslr's beide gebruik maken van de Four Thirds-beeldsensor en -lensmount, de Micro Four Thirds-standaard ontwikkeld. De lensmount van deze nieuwe standaard heeft een zes milimeter kleinere doorsnede dan de Four Thirds-lensbevestiging en halveert de afstand tussen beeldsensor en lensmount tot 20 milimeter door het weglaten van het spiegelhuis en de optische zoeker. Het aantal elektrische contactpunten is gegroeid van negen naar elf.
Volgens de beide camerafabrikanten kunnen de camerabehuizingen en de verwisselbare lenzen bij het Micro Four Thirds-systeem beduidend kleiner worden uitgevoerd, terwijl een Four Thirds-beeldsensor, met een grootte van 18 bij 13,5 milimeter, kan zorgen voor een laag ruisniveau in vergelijking met compactcamera's.Via een adapter kunnen ook huidige Four Thirds-objectieven voor het nieuwe camerasysteem gebruikt worden.
Het grootste nadeel van het Micro Four Thirds-systeem is het ontbreken van de standaard dslr-contstructie met spiegel die het gebruik van een optische zoeker mogelijk maakt. Hierdoor zal een elektronische zoeker of, net als bij een compactcamera, een lcd achterop de camera gebruikt moeten worden. Dat gaat ten koste van het energieverbruik en een optische zoeker is bovendien gedetailleerder. Daarnaast zal contrastdetectie moeten worden gebruikt voor het autofocussysteem, in plaats van de faseverschildetectie die dslr's gebruiken.
:fill(white)/i/1217929932.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1217929933.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1217929934.jpg?f=thumb)