Inleiding
Olympus Pen-serie
Yoshihisa Maitani, de ontwerper van de originele Olympus Pen-camera uit 1959, heeft de introductie van de Olympus E-P1 nog net kunnen meemaken. Op 30 juli dit jaar overleed Maitani op 75-jarige leeftijd. De ontwerper stelde zich rond de vijftig jaar geleden ten doel om een camera te ontwerpen die ook bereikbaar voor de massa was. Tot dan toe hing aan de goedkoopste Olympus-camera een prijskaartje van 23.000 yen, toentertijd anderhalf maandsalaris voor de gemiddelde Japanner. Maitani wilde een camera ontwerpen die maximaal 6000 yen moest kosten.
Hij kwam uit op een half-frame-camera. De Pen-camera slikte normale 35mm-filmrolletjes, maar door het invallende beeld 90 graden te draaien, konden twee keer zoveel foto's uit een rolletjes worden gehaald. Het gedraaide negatief mat 18 bij 24 millimeter, tegenover 24 bij 36 millimeter bij een normaal 35mm-filmnegatief en vertoonde daarom ook iets meer ruis.

Four Thirds-beeldsensor
Het Four Thirds-sensorformaat, dat in de herfst van 1999 werd bedacht door Katsuhiro Takada, is gestoeld op hetzelfde principe als de Pen-camera's. Door de beeldsensor te verkleinen, konden ook de camera en de lenzen kleiner zijn dan dslr's die gebruikmaken van de grotere aps-c- en aps-h-beeldsensors van bijvoorbeeld Nikon, Canon en Pentax. Om echt een verschil te maken moest er nog een verkleinslag worden gemaakt. Dit is het Micro Four Thirds-camerasysteem geworden, dat vlak voor de Photokina 2008 door Olympus en partner Panasonic werd aangekondigd.
Micro Four Thirds-mount en Olympus E-P1
Bij het MFT-systeem is de diameter van de lensbevestiging verkleind, evenals de afstand tussen de lensmount en de beeldsensor. De kleinere afstand is mogelijk omdat het camerasysteem geen spiegelhuis en optische zoeker meer heeft; het zoekerbeeld is, net als bij een gewone compactcamera, afkomstig van de beeldsensor. De oppervlakte van de Four Thirds-sensor bij het MFT-ontwerp is echter nog altijd acht tot negen keer groter dan bij een normale compactcamera.

Terwijl Panasonic zich in eerste instantie toelegde op een MFT-camera met een elektronische zoeker en het uiterlijk van een dslr, de Lumix G1, besloot Olympus een zo klein mogelijke camera te bouwen. Het bedrijf toonde in eerste instantie een plastic mock-up op de Photokina 2008, maar de uiteindelijke Olympus E-P1 is een compleet andere camera geworden. Het toestel is duidelijk geïnspireerd door op het design met de getrapte bovenkant van de metalen Pen F, een Olympus-toestel uit 1963. Saillant detail is overigens dat de Pen F wel over een spiegelconstructie beschikte.

Tweakers.net nam de Olympus E-P1 onder handen en verdiepte zich onder meer in het bedieningsgemak, de menu-interface en de fotokwaliteit van de de E-P1
Prijzen en specificaties
| Specificaties Olympus E-P1 |
Sensortype |
Live MOS, 12,3-megapixel |
Sensorformaat |
17,3mm x 13mm, cropfactor 2x |
Beeldverhouding |
4:3 (default), 3:2, 16:9, 1:1 |
Beeldformaat |
4032 x 3024 pixels |
Lensmount |
Micro Four Thirds
|
Lcd |
3", 230.000 subpixels |
Zoeker |
geen, live-view op lcd
|
Iso-bereik |
iso 100-6400 in 1/3ev-stappen, auto iso 100-1600
|
Autofocus |
contrastdetectie |
Focusmodes |
single (S-AF) / continuous (C-AF) / manual (MF) / S-AF + MF |
Witbalans |
automatisch, gloeilamp (3000K), gasontladingslamp (4000K, 4500K of 6600K), daglicht (5300K), flits (5500K), bewolkt (6000K), schaduw (7500K), kleurtemperatuur (2000K-14.000K), handmatig
|
Belichtingsmeting |
multisegment (35 zones), centerweighted, deelgebied, spot |
Belichtingsmodes |
auto, program, diafragma, sluitertijd, handmatig, scene, art filters, film |
Scenemodes |
portret, landschap, macro, sport, nachtportret, kinderen, high key, low key, natuur |
Art Filters |
pop art, soft focus, pale & light color, light tone, grainy film, pinhole |
Sluitertijden |
60-1/4000s, 1/30-1/180s (flashsync), bulb (30 minuten) |
Belichtingsaanpassing |
+/- 3ev (in stappen van 1/3ev, 1/2ev of 1ev) |
Aansluitingen |
usb 2.0 + video-out gecombineerd, hdmi-c, bedrade afstandsbediening |
Opslag |
sd-/sdhc-kaarten |
Bestandsformaten |
jpeg, raw (.orf) |
Batterij |
BLS-1, 1150mAh 7,2v-lithium-ion |
Afmetingen |
120,6x69,9x36,4mm
|
Gewicht |
335g exclusief batterij, geheugenkaart en accessoires |
Beeldsensor en kitlens
Live MOS-beeldsensor en TruPic V
Olympus gebruikt in de E-P1 de Live MOS-beeldsensor met 12,3 megapixels die ook is terug te vinden in de Panasonic Lumix G1 en de nieuwe Olympus E-620. Olympus heeft de beeldsensor gekoppeld aan zijn nieuwe TruPic V-beeldverwerkingschip. Deze zou niet alleen sneller zijn dan de vorige generatie, maar het ook mogelijk maken om met een lichtgevoeligheid van iso 6400 foto's te nemen. Het is voor het eerst dat een Olympus E-camera deze iso-waarde aankan. We zullen later in deze recensie de vraag beantwoorden of deze hoge iso-waarde bij de E-P1 wel zin heeft.

Terwijl Panasonic bij zijn Lumix G1- en GH1-MFT-camera's gebruikmaakt van beeldstabilisatie in de lens, heeft Olympus bij de E-P1 gekozen voor mechanische sensor-shift-beeldstabilisatie in de body. Dit heeft als voordeel dat de beeldstabilisatie werkt met alle lenzen. Ook kunnen de lenzen hierdoor kleiner en lichter zijn. Het nadeel is dat sensor-shift-beeldstabilisatie over het algemeen minder effectief is. Olympus claimt voor zijn beeldstabilisatie een winst van vier ev-stops.
Het effect van de beeldstabilisatie is zichtbaar op de lcd, maar in de Manual Assist-modus, waarbij het beeld bij handmatig scherpstellen wordt vergroot om beter de scherpte te kunnen beoorden, lijkt deze niet zichtbaar.
De sensor van de E-P1 zou zijn voorzien van een relatief zwak lowpassfilter zodat er zo min mogelijk details verloren gaan. Dit heeft echter als nadeel dat er eerder moiré-effecten optreden. Ook Nikon heeft bij zijn professionele D3x-dslr gekozen voor een zwak lowpassfilter.
Inklapbare lens
Om het geheel van body en lens zo klein mogelijk te houden, heeft Olympus zijn 14-42mm-kitlens 'inklapbaar' gemaakt. Met het unlock-schuifje op het objectief kunnen de twee uitstekende lensdelen in de lensbehuizing worden teruggetrokken. Om de lens weer schietklaar te maken, hoeft alleen aan de zoomring gedraaid te worden; het unlock-schuifje kan met rust worden gelaten. De lens, die van een metalen fitting is voorzien, draait soepel en vrij van speling vast op de body. Bij het scherpstellen draait de voorkant van de lens ongeveer negentig graden en de filtermaat bedraagt 40,5mm.
Olympus levert de E-P1 ook als kit met een 17mm-pancake-lens. Deze lens is vanwege zijn geringe afmetingen en grootste diafragma van f/2,8 zeer geschikt voor straatfotografie. Bij deze kit wordt ook een optische opzetzoeker geleverd die speciaal geschikt is voor de 17mm-lens.
Hoewel het nog even zal duren voordat Olympus meer MFT-lenzen uitbrengt, kunnen ook de MFT-lenzen van partner Panasonic gebruikt worden. Verder zijn er adapters te koop om onder meer normale Four Thirds-, Olympus OM-1-, en Leica M-lenzen op de camera te bevestigen.

Body en bediening
Metalen behuizing
Als de Olympus E-P1 uit de verpakking wordt gehaald, valt op hoe stevig de constructie van het toestel is. De bovenkant is net als bij de Pen F gemaakt van een blok aluminium, en ook de rest van de body is van metaal. Dat maakt hem ook zwaarder dan de gemiddelde compactcamera: exclusief accu en lens weegt de E-P1 335 gram.
Het hoge gewicht is direct van invloed op de stevigheid waarmee de camera moet worden vastgehouden. Om het rolmoment naar links tegen te gaan heeft Olympus de E-P1 aan de voorkant voorzien van een gripvlak, terwijl aan de achterkant een sterke welving in het ontwerp is ingebouwd.
Helaas is het gripvlak aan de voorkant van hard plastic gemaakt. Het was beter geweest om dit gedeelte te bekleden met een rubberachtig materiaal dat meer grip biedt. Ook moeten de vingers redelijk ver naar beneden worden gekromd om de camera goed vast te houden. De welving aan de achterkant is voldoende, maar een gripvlak voor de duim ontbreekt. De gaatjes voor de speaker onder de duim zijn daarvoor geen vervanging.
:fill(white)/i/1251244282.jpeg?f=thumb)
De voorkant bevat verder alleen een lensontkoppelknop, terwijl ook de bovenkant redelijk eenvoudig is gehouden. Een leuk stijlelement is de in de aluminium bovenkant verzonken modusknop. Door de iets uitstekende rand van de lcd eronder is deze knop eigenlijk alleen van schuinboven goed te bedienen. In de praktijk levert dat weinig problemen op, maar omdat de zwarte getande rand van de modusknop van hard plastic is, wil je duim er nog wel eens van afschieten.
De bovenkant bevat verder de standaard flitsschoen met rechts daarvan een blauwe led voor het SSWF-stofreductiesysteem, de ontspanknop en de knop voor de belichtingscompensatie. De ontspanknop voelt prettig en trefzeker aan.
De aansluitingen zijn aan de rechterkant te vinden. Achter een metaalkleurig plastic klepje zien we een usb 2.0-multiconnector en een mini-hdmi-aansluiting voor aansluiting op bijvoorbeeld een hdtv. Via de usb 2.0-interface kan de E-P1 ook via een pc bediend worden. Dat zou onder meer handig kunnen zijn voor studiowerk.
Aan de onderkant zien we het klepje voor de accu en de sd-/sdhc-kaart en de schroefdraad voor een statief. Helaas is de schroefdraad niet recht onder de hartlijn van lens en beeldsensor geplaatst.
Draaiknoppen
Aan de achterkant valt als eerste de 3"-lcd op, die echter een relatief lage resolutie van 230.000 subpixels heeft. Interessanter zijn de knoppen rechts daarvan. Zo heeft Olympus in de welving rechts een vertikale draaiknop verwerkt, waarmee onder meer de zoomstand van de lens kan worden ingesteld. Om deze knop te kunnen bedienen moet de camera met beide handen worden vastgehouden. Ook is de duimbeweging in het horizontale vlak minder nauwkeurig en beweegt de draaiknop wat stroef. Hierdoor wordt nog wel eens een verkeerde zoomstand ingesteld.
:fill(white)/i/1251244288.jpeg?f=thumb)
Voor de configuratie van de d-pad heeft Olympus goed naar Canon gekeken. Ook bij de E-P1 treffen we namelijk een vertikale draaischijf aan. Door de ribbels op de ring is deze zeer prettig te bedienen. De ring kan aan vier kanten ingedrukt worden voor de instelling van de iso-waarde, de autofocus, de witbalans en de zogeheten 'drive'-standen voor onder meer de zelfontspanner. In het midden van de d-pad is een ok-knop geplaatst. De d-pad wordt ook gebruikt voor navigatie in de menu's.

Verder is een AEL/AFL-knop aanwezig voor onder meer het vastzetten van de belichting, en er is een afspeelknop, een trashknop, een menuknop, een infoknop en een Fn-toets. De gebruiker kan deze laatste gebruiken voor diverse functies. Handig is bijvoorbeeld de mogelijkheid om met een druk op de Fn-knop een witbalansmeting uit te voeren, waarna direct een foto met de nieuwe kleurtemperatuur kan worden genomen. Ook kan de Fn-knop worden gebruikt om te wisselen tussen wel of geen raw-opname.
Ingebouwde flitser ontbreekt
Het is jammer dat Olympus ervoor heeft gekozen om de E-P1 niet uit te rusten met een ingebouwde flitser. Bij weinig omgevingslicht hebben foto's daardoor al snel last van zichtbare ruis en een afname van het dynamisch bereik. Ook is het scherpstellen bij weinig licht moeilijk omdat de E-P1 niet is uitgerust met een hulplicht. Handmatige scherpstelling valt dan ook niet mee: het lcd-beeld vertoont bij hoge iso-waarden veel ruis. De Manual Assist-modus brengt geen uitkomst, sterker nog: daar wordt het scherpstellen alleen maar ingewikkelder van.
Firmware
Olympus zou er goed aan doen om de firmware van de camera nog wat te verbeteren. Zo misten we de mogelijkheid om bij het inzoomen op een foto, de vertikale draairing te gebruiken om naar de vorige of volgende foto te springen. Nu heeft de ring in de ingezoomde stand helemaal geen functie.
Ronduit irritant is dat alleen bij het aanzetten even een indicator met de resterende acculading op het scherm te zien is. Deze kan alleen opnieuw worden opgeroepen door de camera uit en aan te zetten. De gebruiker blijft dus veelal in het ongewisse over de resterende capaciteit van de 1150mAh-accu. De Fn-knop zal door menigeen dan ook vooral worden gebruikt voor het aan- en uitzetten van de lcd, om stroom te besparen.
Een ander foutje vonden we bij het bekijken van foto's in de detailweergave. Daarbij gaf de camera bij sommige foto's een brandpuntsafstand van 16682mm aan, wat beslist een record mag worden genoemd. De 1.0-firmware van ons E-P1-testexemplaar zal hopelijk snel plaatsmaken voor een verbeterde versie.
Uitgebreide menu-opties
De menu-interface is nagenoeg gelijk aan die van de grotere Four Thirds-camera's E-30 en E-620. Gebruikers krijgen hiermee een zeer uitgebreide verzameling instellingen en mogelijkheden voorgeschoteld. De E-P1 is veelzijdig: in eerste instantie lijkt het menu maar een beperkt aantal mogelijkheden en categoriën te bevatten, maar met name het 'settings'-menu is bijzonder veelomvattend.
Zo is het mogelijk onder meer om de draairichting van zoomknop om te draaien, kunnen via de 'Gradations'-optie scenes in 'high-key' (bewust overbelicht) of 'low-key' (bewust onderbelicht) worden geschoten en is het mogelijk om te kiezen of de Auto Iso-functie wel of niet in de M-stand actief is. Voor zowel matrix-, area- als puntlichtmeting zijn afzonderlijke standaard belichtingscompensaties in te stellen en zelfs de dpi-instelling kan worden aangepast.
:fill(white)/i/1251380785.jpeg?f=thumb)
Quick menu
Om niet voor elk wissewasje in het uitgebreide menu te hoeven duiken, kan met de OK-knop een snelmenu worden opgeroepen. Dit snelmenu is uitgebreider dan bij de meeste concurrerende camera's. Zo kunnen de iso-waarde, de wijze van belichtingsmeting en de autofocusstand, maar ook de beeldstijl, fijnafstemming van de witbalans en de verzadiging en het contrast van de foto's worden ingesteld.
:fill(white)/i/1251240431.jpeg?f=thumb)
Met een druk op de Info-knop komt een alternatief snelmenu tevoorschijn, met rechts diverse opties en onderin de alternatieven waaruit gekozen kan worden. Het voordeel van deze modus is dat het menu het zoekerbeeld niet aan het zicht onttrekt. De bediening van dit snelmenu is kinderlijk eenvoudig en krachtig, en er zijn hier ook meer instelmogelijkheden te vinden dan in het bovengenoemde snelmenu.
Displayopties
Standaard worden op de lcd de belangrijkste instellingen bij een foto vermeld, waaronder de gekozen modus, de belichtingstijd, het diafragma, het aantal foto's dat nog op de sd-kaart past, de beeldstabilisatiemodus, de witbalans en het gebruikte bestandsformaat. Door op de info-knop te drukken verschijnen achtereenvolgens een real-time histogram, een scherm waarin een focuspunt kan worden uitgekozen, een scherm waarbij in real-time meerdere belichtingsaanpassingen worden weergegeven en een stand waarbij alle informatie wordt verborgen. Bij het scherm waarin het scherpstelgebied kan worden uitgekozen, kan overigens geen snelmenu worden opgevraagd.
:fill(white)/i/1251379451.jpeg?f=thumb)
Live Art Filters
Net als bij de E-30, E-620 en de E-450, is de E-P1 voorzien van zogeheten 'Art Filters', waarmee diverse effecten op foto's kunnen worden losgelaten. Met het 'pop art'-filter worden de kleuren zwaar overdreven, het 'soft focus'-filter zorgt voor een jarenzeventigsfeertje en het 'grainy film'-filter levert grofkorrelige zwart-witfoto's op.
In tegenstelling tot camera's van andere fabrikanten tonen de recente Olympus E-toestellen, waaronder de E-P1, de effecten van filters ook in real-time op de lcd. Dit kan bij de softfocus-, grainyfilm- en pinhole-filters voor fikse vertraging zorgen, maar de effecten zijn ook naderhand met de meegeleverde beeldverwerkingssoftware aan te brengen.
:fill(white)/i/1251239568.jpeg?f=thumb)
Video met continue scherpstelling
De E-P1 is niet alleen Olympus' eerste MFT-camera, maar ook zijn eerste Four Thirds-camera die video kan opnemen. Net als Nikon maakt Olympus gebruik van motion jpeg voor de compressie. De E-P1 schiet filmpjes met een framerate van 30fps.
Video kan in de P-stand en, voor meer controle over de scherptediepte, in de A-modus worden geschoten. Het veranderen van het diafragma tijdens een opname is mogelijk. De Art Filters kunnen voor leuke effecten in de video's zorgen, maar net als bij de live-view is het updaten van het scherm bij sommige filters erg traag.
Bijzonder is dat in de C-AF-stand in de videomodus ook continu scherpgesteld kan worden. Alleen de beduidend duurdere Lumix GH1 van Panasonic beschikte eerder over die mogelijkheid. Overigens claimde Nikon bij de recente introductie van de D300s nog dat die camera de eerste dslr met continue autofocus voor video is, maar daar komt de fabrikant alleen mee weg omdat de Lumix G-serie en de E-P1 naar de letter geen dslr's zijn.
Het continu scherpstellen in de videomodus van de E-P1 verloopt niet vloeiend: vooral rond het uiteindelijke scherpstelpunt zie je de video schokken als de camera het contrast probeert te maximaliseren. Dit effect is minder zichtbaar als er op verder weg gelegen objecten wordt scherpgesteld: de video die wij maakten mag als een worst-case-scenario worden gezien.
Video (moogaloop.swf?clip_id=6288967&server=vimeo.com&show_title=1&show_byline=1&show_portrait=0&color=&fullscreen=1)
Hoewel het lastig bewezen kan worden, heeft de E-P1 in de videomodus minder last van rolling shutter dan bijvoorbeeld de Canon Eos 500D of de Nikon D5000. Wellicht is de Live MOS-beeldsensor in de E-P1 sneller uit te lezen dan deze camera's en is de Olympus daarom minder vatbaar is voor het 'jello'-effect.
Iso-prestaties
Onderstaande foto's zijn genomen op een statief en de mechanische beeldstabilisatie in de body is uitgeschakeld. Met uitzondering van de bovenste foto zijn alle iso-plaatjes 100 procent-crops en zijn ze lossless en zonder verscherping opgeslagen. Er is scherpgesteld op het aluminium koelblok van het moederbord. De witbalans is handmatig ingesteld.
iso 100
iso 200
iso 400
iso 800
iso 1600
iso 3200
iso 6400
Tot en met iso 400 is er niets aan de hand en produceert de E-P1 goede foto's, al is bij iets zorgvuldiger bestudering al vanaf iso 200 wat ruis waar te nemen. Vanaf iso 800 echter vervagen de patronen op de condensators en de afzonderlijke printbanen op het moederbord zijn vanwege het uitsmeren door de ruisreductie nog maar met moeite te onderscheiden.
Op iso 1600 is bij de E-P1 duidelijk meer ruis te bespeuren dan bijvoorbeeld bij de Canon Eos 500D of de Nikon D5000, die zowat een volle stop beter lijken te presteren dan de E-P1. De Auto Iso-functie is standaard ingesteld op iso 200 tot en met iso 1600 en dat is geen wonder: bij iso 3200 stijgt de zichtbare ruis sterk en ook de afname van het dynamische bereik is goed te zien, bijvoorbeeld in het valer worden van de koperen spoel. Iso 6400 is niet serieus een optie te noemen.
Uit de testfoto's blijkt ook dat de 'korrel' van de ruis groter is, waardoor deze eerder zichtbaar is. Dit is vooral goed te zien in de onscherpe gebieden van foto's. Het beeldbewerkingssysteem van de Panasonic Lumix G-serie gaat daarmee in onze ogen beter om.
Snelheid
De E-P1 weet met contrastdetectie bij voldoende licht met een gemiddelde scherpsteltijd van ongeveer 0,8s redelijk te presteren, maar de snelheid van fasedetectie bij dslr's haalt de camera op geen stukken na. Hoewel er wel een gezichtsherkenningsfunctie op zit, is het volgen van bijvoorbeeld snel bewegende kinderen niet bepaald het sterkste punt van de E-P1.
De E-P1 heeft twee stappen nodig voor de optimale scherpstelling wordt bereikt. Deze stappen zijn merkbaar en maken dat het scherpstellen wat schokkerig aanvoelt. De Lumix G-serie stelt wat soepeler scherp.
Bij het nemen van foto's zowel als in de filmstand is het mogelijk om continu scherp te stellen. Bij het fotograferen in die stand leek het autofocussysteem te haperen, en ook een tweede E-P1-exemplaar vertoonde dezelfde problemen.
Navraag bij Olympus leerde dat het 'hunten' van de autofocus in de continustand een eigenschap van AF-contrastdetectie is. Het hunten is volgens de fabrikant juist nodig om snel een of meerdere scherpe foto's te kunnen nemen. Ook in de filmstand kan continu worden scherpgesteld, waarbij voor de scherpstelling meer tijd wordt uitgetrokken voor vloeiender overganger in de videoclip. Maar ook daarbij is de scherpstelling wat schokkerig. In de S-AF-stand is het mogelijk om met de AEL/AFL-knop opnieuw tijdens een opname scherp te stellen.
De overgang van het nemen van een foto naar het bekijken ervan duurt met twee tot drie seconden eigenlijk te lang. Het lijkt erop dat de camera een foto eerst wil wegschrijven: pas als het schrijflampje uitgaat, is de camera te bewegen om de foto te tonen.
Conclusie
De Olympus E-P1 heeft zeker tekortkomingen, zoals de matige grip, het ontbreken van een ingebouwde flitser, een aantal eigenaardigheden in de bediening en een wat hoger ruisniveau dan mainstream-dslr's. Toch hebben het kleine formaat en de uitstraling ons gegrepen. De camera is gemakkelijk in het gros van de tassen op te bergen, en met de draagriem om de nek zijn het lage gewicht en de kleine behuizing een verademing in vergelijking met de gemiddelde dslr.
In vergelijking met compactcamera's met hun beduidend kleinere beeldsensoren heeft de E-P1 het voordeel dat de ruisreductie minder details hoeft weg te poetsen en dat het dynamische bereik van de Live MOS-beeldsensor groter is. Ruis is echter al bij een relatief lage iso-waarde zichtbaar en dat haalt wat van de glans van de E-P1 af.
We zijn goed te spreken over de uitgebreide menuopties en de stevigheid van de camera; een pluspunt is ook de beschikbaarheid van adapters zodat er een redelijk ruime keuze uit lenzen is. Wel vinden we dat Olympus met een firmware-update een aantal zaken moet aanpakken, waarvan de batterij-indicator vermoedelijk de belangrijkste is: de E-P1 lust wel een slokje, vooral bij het schieten van video, en de kans dat de gebruiker door een lege batterij verrast wordt, is eigenlijk te groot.
De E-P1 is een waardige ode aan de Olympus Pen-serie - die overigens ook wat technische nukken had - maar staat toch met beide benen in het jaar 2009. Wel heeft de E-P1 inmiddels een geduchte concurrent in de vorm van de Panasonic Lumix GF1, maar Olympus zou op zijn beurt werken aan een MFT-camera met een aparte elektronische zoeker om tegengas te geven aan de Lumix G1 en GH1.
Feit is wel dat Olympus en Panasonic met hun MFT-systeem de gevestigde dslr-orde hebben wakkergeschud. De kleine, veelzijdige camera's van de twee fabrikanten bieden een serieus alternatief voor zowel dslr's als compactcamera's en het lijdt weinig twijfel dat de MFT-toestellen het nodige marktaandeel voor zich zullen opeisen. Aan de E-P1 zal het alvast niet liggen: het toestel is een waardige nazaat van het geesteskind van Maitani.
Fotogalerij
Hieronder staan enkele foto's die met de Olympus E-P1 zijn genomen. De samples zijn, met uitzondering van foto's 10 en 11, gemaakt zonder statief, en de beeldstabilisatie was aangezet. De thumbnails linken naar een verkleinde weergave van het origineel en zijn licht verscherpt (unsharp mask met parameters 70, 0,3 en 1). Onder de thumbnails staan links naar de originele jpeg's. Deze originelen zijn gemiddeld 5MB groot, terwijl de bijbehorende raw-bestanden gemiddeld tussen de 13 en 14 megabyte innemen.