Media Rights Technologies heeft Microsoft, Apple, Real Technologies en Adobe gesommeerd om onbeveiligde datadragers van de markt te halen. MRT levert kopieerbeveiligingssoftware, en volgens het bedrijf is het in strijd met de DMCA-wetgeving om die niet te gebruiken.
De Digital Millennium Copyright Act verbiedt sinds 1998 het omzeilen van kopieerbeveiligingen, ook als er geen sprake is van schending van auteursrechten. De wet wordt sindsdien te pas en te onpas gebruikt om ongewenste verspreiding van informatie tegen te gaan - tot ongenoegen van organisaties als de Electronic Frontier Foundation, die het misbruik ervan inmiddels actief bestrijden. De vele kritiek heeft het Californische MRT er niet van weerhouden om te proberen de grenzen van de toch al ruim geformuleerde wet nog verder op te rekken: het bedrijf stelt dat producten die geen kopieerbeveiliging gebruiken terwijl die wel beschikbaar is, de wet overtreden. De makers van producten als Windows Vista, Adobes Flash Player, Real Player, iTunes en de iPod, die volgens een schatting van het bedrijf 98 procent van alle mediaplayers leveren, moeten daarom verantwoordelijk worden gehouden voor alle wetsovertredingen die met behulp van deze spelers worden begaan. MRT eist een schadevergoeding van 500 tot 2500 dollar per verkocht product en heeft Microsoft, Adobe, Real en Apple gesommeerd om de genoemde hard- en software uit de handel te nemen.
De reacties op de actie van MRT lopen uiteen van 'goedkope publiciteitsstunt' tot 'volkomen waanzinnig' en de vraag is gerechtvaardigd wat het bedrijf met een rechtszaak wil bereiken. De kans dat de vordering wordt toegewezen lijkt minimaal, en de meest voor de hand liggende verklaring is daarom het genereren van publiciteit voor de X1 Secure Recording-software van MRT. In een begeleidend persbericht stelt directeur Hank Risan dat 'het vervolgen van John Doe afgelopen moet zijn, en dat de echte verantwoordelijken nu rekenschap moeten afleggen.' Daarmee verwijst hij kennelijk naar de duizenden rechtszaken die contentleveranciers tegen anonieme filesharers aanspannen, en die bekend staan als 'John Doe'-zaken.
Door de verantwoordelijkheid voor het verspreiden van illegaal gekopieerde content bij de consument weg te halen en bij multinationals neer te leggen zal het bedrijf echter weinig consumenten blij maken: die zaten toch al niet te wachten op extra investeringen die de prijs van een dvd'tje nog verder omhoog schroeven en die fair use bemoeilijken. Ook bedrijven die hun geld aan content of aan de verspreiding ervan verdienen, zullen echter niet geneigd zijn om een kopieerbeveiliging af te nemen van een bedrijf dat een miljardenclaim als enige alternatief presenteert. Daarmee lijkt de 'cease and desist'-actie in elk geval in publicitair opzicht niet erg handig. Dat laat twee mogelijke verklaringen over: of het bedrijf wil met zijn claim aantonen dat de DMCA een volstrekt ongeschikte wet is, of het bedrijf gelooft echt dat zijn claim kans van slagen heeft. Dan zal het bedrijf echter wel een rechter moeten treffen die zich niets aan de geest van de wet gelegen laat liggen.