De Riaa heeft een gevoelige nederlaag geleden tegen de van illegaal downloaden beschuldigde Debbie Foster. De muziekorganisatie verloor niet alleen de zaak, maar werd ook veroordeeld tot het betalen van de advocaatskosten van Foster.
In november 2004 beschuldigde de Riaa huisvrouw Debbie Foster van copyrightschending, omdat er vanaf haar ip-adres illegaal auteursrechtelijk beschermde muziek zou zijn gedownload, iets wat in de VS verboden is. De muziekorganisatie bood aan de zaak voor 5000 dollar te schikken. Foster weigerde dit, en ontkende muziek te hebben gedownload. Wel gaf ze toe dat haar dochter en haar man ook toegang tot de computer hadden. Hierop spande de Riaa een zaak aan tegen haar dochter Amanda. Die verdedigde zich niet en werd bij verstek veroordeeld. De zaak tegen de moeder werd echter ook doorgezet, want de Riaa vond dat zij als abonnementhouder van de aansluiting aansprakelijk was voor alles wat ermee gebeurde.
Debbie Foster was het hier niet mee eens en ging, anders dan haar dochter, de strijd wel aan. Ook wilde ze wel eens weten om welke muziek het ging en wanneer deze dan wel precies zou zijn gedownload. De Riaa was niet in staat deze informatie te leveren en staakte de zaak. De rechter vond dat dit op hetzelfde neerkwam als het verliezen ervan en oordeelde dat Foster haar advocaatskosten, geschat op 50.000 dollar, op de Riaa kon verhalen. De muziekorganisatie vond deze kosten echter excessief hoog en beriep zich op eerdere uitspraken dat de advocaatskosten van de winnaar van de zaak alleen hoeven te worden vergoed door de verliezer als deze in een redelijke verhouding staan tot het bedrag dat de verliezer zelf aan juridische kosten heeft besteed.
Debbie Foster wilde hierop wel eens een specificatie zien van de kosten van de Riaa, maar nu, bijna een jaar later, heeft ze die nog altijd niet gekregen. De muziekorganisatie heeft ondertussen beroep aangetekend tegen de uitspraak. De Riaa heeft de gewoonte rechtszaken over auteursrechtinbreuk te staken zo gauw duidelijk wordt dat ze deze niet zal winnen en vindt het zeer onaangenaam om in dat geval toch de juridische kosten van de tegenpartij te moeten betalen. Wat de platenmaatschappijen zo mogelijk nog hoger zit, is de uitspraak van de rechter dat de houder van een internetaansluiting niet automatisch aansprakelijk is voor auteursrechtschending die via die aansluiting wordt gepleegd.
De Riaa vreest voor de onmogelijke taak te worden gesteld om te moeten bewijzen dat de aangeklaagde ook werkelijk degene was die achter de computer zat op het moment van het plegen van de copyrightschending. Mocht de rechter in hoger beroep oordelen dat de houder van de aansluiting wel altijd aansprakelijk is voor wat er mee wordt gedaan, dan kan dit zeer kwalijke gevolgen hebben voor gratis WiFi-hotspots. De eigenaars hiervan zullen dan aansprakelijk zijn voor auteursrechtschending door de bezoekers, en dat kon wel eens leiden tot een massale sluiting van de hotspots.