De Texaanse Diane Heslep heeft een aanklacht van de Riaa wegens schending van auteursrecht voor een onbekend bedrag geschikt. Het indienen van een tegenklacht had geen succes.
Het bedrijf MediaSentry, dat in opdracht van de Riaa het internet afzoekt naar auteursrechtschending, constateerde op 6 januari 2005 om 18:42 dat een gebruiker van America Online ongeveer 850 muzieknummers aanbood via Kazaa. Na een gerechtelijk bevel deelde AOL mee dat het betreffende ip-adres toegewezen was aan Diane Heslep en dat een van haar nicks was ingelogd op het moment dat MediaSentry de overtreding constateerde. Onder de aangeboden files had MediaSentry ook een playlist ontdekt met de naam 'Diane.kpl'. Nadat Heslep het gebruikelijke schikkingsaanbod had geweigerd begon de Riaa een proces tegen haar.
Heslep huurde advocaat Thomas Kimble in om haar te verdedigen. Volgens Heslep werkte zij op het genoemde tijdstip, maar op een vraag van de Riaa wie er dan mogelijk wel achter de computer had gezeten wilde Kimble geen antwoord geven. Ook weigerde hij een e-mail van AOL te overleggen, waarin de provider bevestigde dat het account van Heslep inderdaad het door MediaSentry gevonden ip-adres gebruikte. Heslep wilde wel toestaan dat de Riaa haar harde schijf onderzocht, maar alleen onder voorwaarden. Als er geen bewijs op werd gevonden dat ze zich aan auteursrechtschending schuldig had gemaakt zou de Riaa haar 10.000 dollar schadevergoeding moeten betalen. Ook zou de aanklacht dan in zijn geheel moeten worden ingetrokken. Verder moest de Riaa terstond de aanklacht dat ze zich nog steeds aan auteursrechtschending schuldig maakte, intrekken. Dat laatste deed de Riaa, maar de muziekorganisatie weigerde op de overige eisen in te gaan.
Thomas Kimble vroeg hierop de rechtbank om strafmaatregelen tegen de advocaten van de Riaa wegens het indienen van ongefundeerde aanklachten en het nodeloos opjagen van de proceskosten. Rechter Terry Means deed precies het omgekeerde: hij legde Thomas Kimble een straf op wegens deze feiten. De aanklacht van de Riaa was volgens de rechter terecht, want zelfs als Diane Heslep niet zelf achter de computer had gezeten toen de files werden aangeboden, had ze toch een vermoeden moeten hebben wie het wel was, maar ze had hier niets over willen zeggen. Hij oordeelde dat het juist Kimble was die onterechte aanklachten indiende en de proceskosten opjoeg, en veroordeelde hem tot het persoonlijk betalen van de kosten die de Riaa had gemaakt om zich tegen de aanklachten van de advocaat te verdedigen. Rechter Means tekende hierbij aan dat Kimble in een andere zaak al eerder was gestraft wegens het belemmeren van de waarheidsvinding.
De sanctie tegen Kimble was kennelijk de laatste druppel voor de toch al niet zo sterke verdediging van Heslep. Korte tijd later maakten beide partijen bekend dat ze een schikking hadden getroffen. De exacte voorwaarden hiervan werden niet bekend gemaakt, maar het ligt voor de hand dat Heslep meer heeft moeten betalen dan wanneer ze op het eerdere schikkingsvoorstel was ingegaan. Uit deze zaak blijkt dat wanneer de Riaa beschikt over sterk bewijs, er aan een veroordeling vrijwel niet te ontkomen is. Ook het lukraak indienen van tegenklachten lijkt niet altijd even verstandig.