De Europese Commissie heeft onderzoek naar de invloed van opensourcesoftware op de economie van de EU laten doen. De vrije software blijkt een zeer significante en moeilijk vervangbare bijdrage aan de Europese economie te leveren.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Unu-Merit, een samenwerkingsverband tussen de United Nations University en de Universiteit van Maastricht, en wordt gezien als een van de meest uitgebreide en veelomvattende studies naar de economische impact van open source ooit. De bevindingen liegen er bovendien niet om: er zou twaalf miljard euro moeten worden uitgegeven als de open software door propriëtaire programmatuur zou moeten worden vervangen, en bedrijven hebben ruim twintig procent van hun softwarebudgetten in opensourceprogrammatuur geïnvesteerd. Verder heeft de gebruikte software tot dusverre 131.000 mensjaren gekost, en Europa is volgens het rapport dan ook de belangrijkste vindplaats van opensourcedevelopers. Aan open source gerelateerde dienstverlening zouden tegen 2010 ruim 32 procent van alle IT-diensten kunnen uitmaken.
De grootste bedreiging voor opensourcesoftware is de in kracht toenemende lobby voor 'de bescherming van verouderde businessmodellen', schrijven de onderzoekers. Deze lobby streeft naar wetgeving die 'nieuwe manieren van zakendoen bemoeilijkt.' Een verdubbeling van de investeringen in opensourcesoftware zou echter een positief effect op het bruto inkomen van de Unie hebben. Developers wachten het succes echter niet af: wie geld met open source wil verdienen, verdwijnt vaak naar de Verenigde Staten. Daar wordt ruim anderhalf keer zoveel aan het gebruik van de open programma's uitgegeven als in Europa. De onderzoekers menen dan ook dat het nodig is dat kleine, innovatieve bedrijven zich verenigen om weerwerk te bieden aan de lobby voor zaken als de toekenning van softwarepatenten en een rigide bescherming van intellectueel eigendom, waar alleen grote bedrijven voordeel bij zouden hebben.
Onder de aanbevelingen vinden we verder enkele punten waar de os-community blij mee zal zijn: vendor lock-in zou voorkomen moeten worden, voorgeïnstalleerde oem-software zou tegengegaan moeten worden, en bijdragen aan opensourcesoftware zouden van de belasting moeten kunnen worden afgetrokken. Daarmee laadt het rapport de schijn van partijdigheid op zich, stelt Hugo Lueders van het Institute for Software Choice, een belangenorganisatie van de makers van propriëtaire software. Hij klaagde al in oktober vorig jaar dat zijn club te weinig tijd had gekregen om het rapport van een weerwoord te voorzien. Dat wees er bovendien op dat 'de commissie intolerant ten aanzien van tegengestelde meningen is en dissidente meningen geen ruimte krijgen'. Hij merkte daarnaast fijntjes op dat de totstandkoming van het onderzoeksrapport alle kenmerken van een 'closed process' had - precies datgene waar de onderzoekers tegen lijken te ageren als het om software gaat. Als opensourcesoftware werkelijk zo succesvol is als het rapport betoogt, zijn maatregelen als belastingvoordeeltjes ook overbodig, zei Lueder.