Een werkgroep van het Open Source Initiative (OSI) heeft de taak op zich genomen om orde te scheppen in de chaos van beschikbare opensourcelicenties. In een eerste conceptvoorstel hebben de leden van de werkgroep beschreven wat volgens hen de juiste stappen zijn die gezet moeten worden. De eerste stap is het consequent toepassen van de richtlijnen die het OSI heeft opgesteld en in 2005 heeft gepubliceerd. Dit betekent dat een licentie geen duplicaat moet zijn, dat hij geschreven moet zijn in eenvoudige, heldere en gemakkelijk begrijpbare bewoordingen, en tot slot dat de licentie herbruikbaar moet zijn. Verder moet er een wizard ontwikkeld worden die softwareontwikkelaars ondersteund bij het zoeken naar de juiste licentie. Hierdoor zouden er minder nieuwe licenties ontwikkeld hoeven te worden.
Daarnaast had de werkgroep de opdracht meegekregen om na te gaan welke licenties aan ontwikkelaars kunnen worden aanbevolen en welke afgeraden. Het was echter erg moeilijk om licenties op deze wijze in te delen en daarom is besloten de beschikbare licenties in te delen in groepen. De eerste groep bevat de veelgebruikte licenties, zoals de GPL, de LGPL, de Mozilla Public License en de BSD-licentie. De tweede groep bevat licenties voor speciale doeleinden. De derde groep omvat de licenties die overbodig zijn, omdat andere licenties hun voorwaarden op vergelijkbare wijze uitdragen. In de vierde groep zijn de licenties ingedeeld die te specifiek op één project gericht zijn en dus niet door andere gebruikt kunnen worden. Verder zijn er nog groepen met verouderde licenties en een groep voor de overige licenties.