De Amerikaanse regering blijkt al bijna vijf jaar te beschikken over gegevens omtrent vrijwel al het internationale betalingsverkeer. De organisatie die wereldwijd de verantwoording voor dit verkeer draagt, het in Brussel gevestigde Swift, heeft kort na 11 september 2001 zijn hele database voor de CIA, de Amerikaanse geheime dienst, toegankelijk gemaakt. De Amerikanen stellen de samenwerking met Swift nodig te hebben in de strijd tegen terrorisme. De via Swift verkregen informatie zou inmiddels tot aanhouding van één Al Qaeda-kopstuk hebben geleid.
Het bericht mag buitengewoon controversieel heten: met name de Amerikanen staan er bekend om bijzonder veel waarde aan het bankgeheim te hechten. In 2003 moest toenmalig president van de Amerikaanse centrale bank Alan Greenspan er zelfs aan te pas komen om te zorgen dat het project niet tot een voortijdig einde kwam. Of dat nu nog voorkomen kan worden, is de vraag: in tegenstelling tot de onlangs aan het licht gebrachte afluisterprogramma's waarmee de Amerikaanse overheid nationaal en internationaal telefoonverkeer volgt, hebben de activiteiten van de Swift immers ook betrekking op transacties tussen rechtspersonen in landen waarmee de Amerikanen juridisch gezien niets te maken hebben.
Toetsing van het project ontbreekt echter ten enen male. Wanneer de CIA gegevens over personen of bedrijven wil inzien, volstaat een zogeheten administratieve dagvaarding, die zonder tussenkomst van de rechterlijke macht tot stand komt. Met dergelijke dagvaardingen kreeg de CIA eenvoudig toegang tot het leeuwendeel van de tientallen miljoenen transacties die Swift dagelijks verwerkt. De duizenden banken die bij Swift aangesloten zijn, waren niet op de hoogte van het werk van de CIA. De Amerikaanse regering liet weten dat de controle op de Swift-data 'een wettig en correct gebruik van [haar] bevoegdheden' is, maar of de internationale zakenwereld daar ook zo over denkt, valt nog maar te bezien. Het ongecontroleerde gebruik van de gegevensbestanden zal in elk geval de reputatie van het tot dusver hoog aangeschreven bancaire instituut een flinke knauw geven, en het valt niet uit te sluiten dat de organisatie van zijn leden fikse schadeclaims tegemoet kan zien. Of de Amerikaanse regering zijn koers zal wijzigen mag echter betwijfeld worden.