De BBC besteedt in een tweedelige reportage aandacht aan de mogelijkheden om anoniem over het internet te surfen. In dictatoriaal geregeerde landen is het gebruik van internet niet altijd zonder risico. Het bekijken van pagina's over mensenrechten kan reden zijn voor extra aandacht van de geheime dienst, terwijl het publiceren van dissidente meningen al helemaal niet op prijs wordt gesteld. Methoden om anoniem het net op te gaan kunnen dan ook op veel belangstelling rekenen. Het eerste probleem is het verhullen van het surfgedrag van de gebruiker. Hier kan een behoorlijke anonimiteit worden verkregen door gebruik te maken van een proxy-server als tussenstation. De site waar de pagina's vandaan komen zien alleen requests van de proxy, zonder te weten waar die ze vandaan krijgt. De internetprovider van de gebruiker ziet alleen requests naar de proxy. Het Amerikaanse bedrijf Anonymizer heeft dit verbeterd en biedt niet alleen een proxy aan, maar ook sterke encryptie tussen de proxy en de gebruiker, zodat zelfs het aftappen van de verbinding niet meer helpt. Gratis is het helaas niet: een abonnement op de eenvoudige versie kost 30 dollar per jaar, terwijl de uitgebreide versie zelfs 100 dollar kost. Ook kunnen met Anonymizer alleen webpagina's worden opgevraagd, en niet geplaatst.
Om ook bij het publiceren van informatie totale anonimiteit te garanderen is programmeur Ian Clarke vijf jaar geleden gestart met het Free Network Project, ook wel Freenet genoemd. De computers van de deelnemers aan Freenet worden knooppunten in een gedistribueerd opslagsysteem. Iedere gebruiker stelt een deel van zijn harde schijf beschikbaar voor het netwerk. De opslag is gecodeerd en dynamisch en informatie verhuist regelmatig automatisch van de ene computer naar de andere. Dit maakt het extra moeilijk om te bepalen wie wat heeft opgeslagen. Zelfs als een computer in beslag wordt genomen is het moeilijk voor deskundigen om te bepalen wat de gebruiker op Freenet deed. Anonimiteit en encryptie van Freenet brengen wel enige ongemakken met zich mee. Ten eerste kan het downloaden van een pagina meer dan tien minuten duren, zelfs met een breedbandverbinding. Ten tweede is het niet mogelijk in de informatie te zoeken. Het enige wat mogelijk is, is het bekijken van de meegestuurde inhoudsopgaven.
Sommige deskundigen hebben ook inhoudelijke problemen met Freenet. Er is geen enkele regulering en gebruikers kunnen ongewild meewerken aan het verspreiden van materiaal waar ze het absoluut niet mee eens zijn, zoals kinderporno, racisme of handleidingen voor het maken van bommen. Volgens Clarke moet Freenet echter worden gezien als een stuk gereedschap, dat zowel ten goede als ten kwade kan worden gebruikt. Hij vindt het voordeel van vrijheid van meningsuiting zeker opwegen tegen het nadeel dat allerlei dubieuze zaken zoals kinderporno anoniem kunnen worden verstuurd.