Zoals al eerder aangekondigd hebben de mensen van XtremeSystems hun handen weten te leggen op Conroe, Intels volgende generatie desktopchip gebaseerd op de Core-architectuur. De Chinees Victor Wang is op dit moment druk bezig met het testen van de Conroe E6600, een op 2,4GHz geklokte versie van de chip met 4MB L2-cache die volgens bronnen slechts 315 dollar gaat kosten. Wang draait de chip op een standaard 965G-moederbord. Hoewel dit officieel niet ondersteund wordt - en dus de nodige problemen oplevert - gaat het allemaal goed genoeg om een aantal zeer indrukwekkende resultaten neer te zetten. De goedkope Conroe weet niet alleen de huidige high-end desktopchips regelmatig te verslaan, maar doet dat ook nog eens passief gekoeld.

SuperPi
Feitelijk doet SuperPi weinig nuttigs: het rekent een getal uit dat we allang weten. Omdat dat echter wel een zware taak is die erg gevoelig is voor kleine rekenfouten werd het programma in eerste instantie populair om te testen of een overgeklokt systeem nog wel stabiel is. SuperPi toont echter ook hoe lang het bezig is geweest met nadenken, en daardoor werd het al snel een wedstrijd wie de snelste tijd neer kon zetten. De Conroe E6600 rekent pi tot een miljoen cijfers nauwkeurig uit in 21,4 seconden. Ter referentie: dit is ongeveer net zo snel als een 3,7GHz Athlon of een 6,1GHz Pentium 4.
Acht miljoen cijfers doet de chip in 4 minuten en 45 seconden, wat ongeveer te vergelijken is met een 3,2GHz Athlon of 5GHz Pentium. De reden waarom Conroe in de tweede test wat minder sterk naar voren komt dan in de eerste is waarschijnlijk omdat deze meer afhankelijk is van het geheugen en dus minder kan profiteren van het 4MB grote L2-cache. Zoals gezegd heeft SuperPi nauwelijks iets te maken met 'echte' software, maar het is wel te begrijpen waarom in ieder geval de overklokkers enthousiast zijn over Conroe: de passief gekoelde chip trekt menige door vloeibaar stikstof aangedreven opstelling eruit.
3dMark
Hoewel het een grote uitdaging was om videokaarten aan de praat te krijgen in combinatie met Conroe, en Wang de eerste paar dagen dus vast heeft gezeten aan de onboard graphics, is het uiteindelijk met een nieuw BIOS en een verse Windows-installatie gelukt om eerst een GeForce 6600 GT en later ook een 7800 GTX aan de praat te krijgen. In 3dMark05 wordt met laatstgenoemde videokaart een CPU Score van 8612 punten neergezet.
Helaas is de processortest van 3dMark ook in vrij grote mate afhankelijk van andere factoren zoals de videokaart en hoeveelheid geheugen (het is ze nog niet gelukt om Conroe met meer dan 512MB RAM te laten werken), maar om toch een idee te krijgen: het wereldrecord staat op 10121 punten, en het record voor een 2,4GHz Athlon 64 X2 4800+ in combinatie met de 7800 GTX staat op 7991 punten (met 1GB RAM). In 3dMark06 werden 2083 punten op de CPU gescoord: het wereldrecord daar staat op 3824 punten, maar het beste resultaat voor een 2,4GHz Athlon 64 X2 met dezelfde videokaart is 1842 (met 2GB RAM). Als we de geruchten mogen geloven gaat de AM2-versie van de 4800+ grofweg het dubbele kosten van de Conroe E6600.
PcMark
PcMark05 geeft Conroe 6101 punten voor de processor, terwijl de Athlon 64 4800+ ongeveer 4900 punten haalt in verschillende reviews. PcMark05 lijkt overigens sowieso een voorkeur te hebben voor Intels processors: zo kwamen we bijvoorbeeld een score van 6021 tegen voor een Pentium EE 955 (3,46GHz), wat betekent dat de nieuwste 3,73GHz Extreme Edition het Conroe-resultaat waarschijnlijk wel kan verbeteren. Voor een derde van de prijs zullen weinig mensen daar echter moeilijk over doen.
ScienceMark
ScienceMark test in hoeverre de chip geschikt is voor wetenschappelijke berekeningen. De Conroe zet hier niet bepaald indrukwekkende cijfers neer: een 2GHz Opteron verslaan is nog geen probleem, maar tegenover een 2,8GHz Athlon moet hij het toch afleggen. Wanneer we de test van dichtbij bekijken komen we erachter dat ScienceMark vooral afhankelijk is van floating point-rekenkracht. Conroe heeft daar in principe twee keer zoveel van in huis als de Athlon 64 (tot vier flops per cycle), maar deze is alleen beschikbaar via SSE-instructies. De 32-bit versie van ScienceMark die is getest, gebruikt echter de verouderde x87-instructies en kan de mogelijkheden van Conroe dus ook niet volledig benutten. De 64-bit versie ervan is trouwens wel gecompileerd voor SSE, maar die is nog niet getest.
CineBench
CineBench is een populaire test om het nut van multithreading te demonstreren. De Conroe 2,4GHz haalt 398 punten met één core en 738 punten met twee cores, oftewel een toename van 86%. Een 2,6GHz Athlon X2 haalt 381 en 709 punten voor respectievelijk één en twee cores. Op 3,0GHz haalt een AMD FX-chip 451 punten voor één core, terwijl een op 4,5GHz geklokte Pentium EE 389 punten haalt.
![]() | ||||||
![]() | ![]() | |||||
![]() | ||||||
![]() | Athlon FX (1MB) | ![]() | 3,0GHz | ![]() | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | ||||||
![]() | Conroe (4MB) | ![]() | 2,4GHz | ![]() | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | ||||||
![]() | Pentium EE (2MB) | ![]() | 4,5GHz | ![]() | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | ||||||
![]() | Athlon 64 X2 (512KB) | ![]() | 2,6GHz | ![]() | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
Sandra
SiSoft Sandra heeft ook weinig binding met de realiteit, maar toont wel een aantal grappige grafieken: in de multimediatest rent Conroe rondjes om de Pentium EE heen met een 180% hogere score op integergebied, en ook op floating pointgebied is hij ondanks de lagere kloksnelheid nog ongeveer 15% beter. Een iets ander beeld zien we terug bij de Dhrystone- en Whetstone-tests: Conroe verslaat de Extreme Edition met ruim 50% op integergebied, maar is ongeveer 15% trager op floating point. Met beide instructiesmaken is de Core duidelijk efficiënter per kloktik dan Pentium M en Netburst. Het integergedeelte is de plaats waar de grootste verbeteringen zijn aangebracht, want op floating pointgebied weet de Pentium 4 de Conroe nog af en toe te verslaan door brute kloksnelheid.
De geheugenbandbreedte blijft met ~4,7GB/s net iets achter bij de huidige processors met DDR2-667, maar dat is iets dat wellicht nog zal verbeteren als de Conroe op een moederbord geplaatst wordt dat hem wél officieel ondersteunt. Het platform waar Conroe op komt te draaien ondersteunt ook het iets snellere DDR2-800 dus uiteindelijk kunnen de prestaties nog iets beter worden. De cachetest toont een opmerkelijk resultaat: de bandbreedte van het L1 is flink verbeterd: er wordt bijna 60GB/s gehaald terwijl de meer dan 1GHz hoger geklokte Pentium EE niet eens boven de 40GB/s uitkomt. Dit is één van de redenen (hier staan er meer) waarom Conroe dit soort indrukwekkende resultaten neer kan zetten.

Het feit dat de Conroe op 2,4GHz nog passief gekoeld kon worden doet vermoeden dat de processor een goede overklokker is, maar vooralsnog is het niet gelukt om de chip hoger te laten draaien dan standaard, omdat het moederbord hier nog niet aan mee wil werken.
Concluderend lijkt alles bijna te mooi om waar te zijn: een nieuwe processor die niet alleen ontzettend snel, maar ook nog eens erg goedkoop en zuinig genoeg om passief te koelen is. Toen Intel vorige maand op IDF de eerste benchmarks van Conroe naar buiten bracht was de eerste reactie ongeloof. Zelfs toen AnandTech het testsysteem binnenstebuiten keerde om zeker te weten dat er niet mee gesjoemeld werd, bleven mensen sceptisch. Nu een onafhankelijke tester hetzelfde soort indrukwekkende resultaten laat zien, begint het er echter toch weer meer op te lijken dat Intel écht zijn huiswerk goed gedaan heeft. We zullen nog een half jaar moeten wachten voor Conroe in de winkels ligt, maar het belooft een spannende tijd te worden.