In eerder bericht kondigden we nog aan dat de wereldpolitiek in discussie zou gaan over de toekomst van het internet, nu kunnen we melden dat het congres World Summit on the Information Society (WSIS) is afgelast. Dit heeft kunnen gebeuren, doordat men in voorafgaande bijeenkomst drie controversiële punten niet heeft weten glad te strijken.
Eén van deze punten was de vraag wie het internet zou besturen, de westerse gemeenschap schoof hiervoor het ICANN naar voren, terwijl de rest van de wereld meer vertrouwen blijkt te hebben in het ITU. Ondanks het verlengen van de vergadering, hebben de partijen de patstelling niet kunnen doorbreken. Aangezien dit punt het gehele congres zou gaan beheersen, heeft men besloten - ook omdat dit de eerste is dat er een congres van dit formaat zou worden gehouden ten behoeve van het internet - om het WSIS af te blazen.
Het volgende WSIS zal plaatsvinden in Tunis en pas in 2005. Dit lijkt de deelnemers ver genoeg om de gemoederen wat te bedaren, zodat men uiteindelijk tot een overeenkomst kan komen. Vandaar dat medio 2004 er een commissie zal worden samengesteld die de gesprekspunten en overeenkomsten van de volgende WSIS moet gaan voorbereiden. Dat de commissie hier een hele kluif aan zal krijgen is wel duidelijk, al blijft men positief:
The equally contentious issue of free speech and the role of the media on the Internet was also broached. China didn't like the Western wording about press freedom. And so the UN's Universal Declaration of Human Rights was used as the reference point instead. The exact paragraph may read: "Nothing in this declaration shall be construed as impairing, contradicting, restricting or derogating the provisions of the Charter of the United Nations and the Universal Declaration of Human Rights, any other international instrument or national laws adopted in furtherance of these instruments."
So is everything agreed? No. There still remains the thorny issue of whether richer Western nations should provide aid to poorer nations to bring them into the information area and if so, how much money exactly and how that is to be managed. That should give the politicians plenty to grandstand about while the vast majority of the work has already been argued over and agreed to by civil servants.