Op Tom's Hardware Guide is een vergelijking verschenen van een vijftal Serial ATA en Ultra320 SCSI RAID-adapters. De SATA-interface werd vertegenwoordigd door de 3ware Escalade 8506-8, HighPoint RocketRAID 1820 en de RAIDCore RC4852. Adaptec en LSI Logic verdedigden de eer van het SCSI-kamp met hun ASR-2200S en MegaRAID 320-2 RAID-adapters. De rode draad van het artikel is het product van nieuwkomer RAIDCore. Dit bedrijf werd in 2000 opgericht door een aantal voormalige werknemers van Adaptec en legt zich volledig toe op de ontwikkeling van RAID storage producten. De toon en het enthousiasme waarmee de mogelijkheid van de RAIDCore RC4852 in het THG-artikel worden uitgemeten, geven je regelmatig het gevoel van doen te hebben met een advertorial voor het genoemde bedrijf.
Desalniettemin heeft RAIDCore een aantal interessante en vernieuwende technologieën ontwikkeld. Eén van de unieke features van de RAIDCore RC4852 is de mogelijkheid om gebruik te maken van zogeheten distributed hotspares. Hierbij wordt een deel van de capaciteit van de schijven in de array gereserveerd om gebruikt te worden als ruimte waarop de array gerebuild kan worden als een van de schijven uitvalt. Distributed hotspares zijn een alternatief voor reguliere hotspares, waarvan vaak maar één exemplaar in een systeem aanwezig is. Als die ene hotspare uitvalt én er tegelijkertijd een harde schijf sterft in een RAID-array kan er alsnog dataverlies optreden bij een defect aan de overgebleven harde schijven. Distributed hotspares zijn minder foutgevoelig mits er voldoende ruimte op de schijven wordt gereserveerd.
De RAIDCore RC4852 is momenteel de enige Serial ATA RAID-controller met ondersteuning voor PCI-X. Naast een hogere kloksnelheid van maximaal 133MHz biedt PCI-X een efficiëntere busbelasting dan PCI 2.2, waardoor de prestaties ook op een kloksnelheid van 66MHz beter zijn. De overige adapters in de test - ook die met een SCSI-interface - waren voorzien van 64-bit 66MHz PCI 2.2. LSI Logic's MegaRAID 320-2X was helaas nog niet meegenomen in de vergelijking. De verbetering ten opzichte van de MegaRAID 320-2 zijn onder andere ondersteuning voor PCI-X en de implementatie van een snellere 400MHz IOP321 (XScale) I/O processor met 200MHz DDR SDRAM. De MegaRAID 320-2 en de Adaptec 2200S moeten het nog doen met 100MHz SDRAM en een 100MHz IOP303 processor. Standaard beschikken de Adaptec 2200S en de LSI MegaRAID 320-2 over 64MB cachegeheugen. De controller van HighPoint heeft geen I/O processor en geen cache. Parityberekeningen moeten daardoor uitgevoerd worden door de processor. Dit geldt niet voor de 3ware Escalade 8506, die wel een I/O processor aan boord heeft maar is voorzien van slechts 2MB geheugen. De cachegrootte van de RAIDCore RC4852 werd niet vermeld in de review en is vreemdgenoeg ook niet terug te vinden op de site van RAIDCore. Op deze site is overigens wel veel interessante informatie is te vinden over RAIDCore's Fulcrum RAID-architectuur.
Helaas heeft THG een tamelijk brakke benchmarkmethode gebruikt die slechts een beperkt beeld kan geven van de prestaties van de controllers. Er werd uitsluitend getest in RAID 5-configuraties met acht Western Digital Raptor WD360GD schijven of acht Maxtor Atlas 15- harde schijven. Andere RAID-levels werden niet gebenched en ook werd er geen informatie gegeven over de performance settings die op de controllers werden gebruikt. De resultaten, voor zover door conclusies aan verbonden kunnen worden, laten zien dat de RAIDCore RC4852 zeer goed presteert in vergelijking met de Serial ATA-adapters van 3ware en HighPoint. In Winbench 99, de enige zinvolle desktop benchmark in de testsuite van THG, kwam de RAIDCore RC4852 dicht in de buurt van de gemiddelde prestaties van de MegaRAID 320-2. De performance van de RAIDCore-adapter bevond zich op geheel ander niveau dan de prestaties van de 3ware Escalade 8500-8 en de HighPoint RocketRAID 1820, welke een factor drie tot vijf slechter scoorden. De RAIDCore RC4852 presteerde vrijwel gelijk aan de snelste SCSI RAID-adapters in de fileserver en webserver simulaties, terwijl de LSI MegaRAID 320-2 superieur presteerde in de online transaction processing benchmarks. De HighPoint RocketRAID 1820 vormde het levende bewijs dat hoge sequentiële transfer rates niet gelijk staan aan hoge real world performance: ondanks STR's van bijna 450MB/s waren de prestaties in de server simulaties net zo bedroevend als in de desktop benchmarks.
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | LSI MegaRAID 320-2 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | RAIDCore RC4852 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Adaptec 2200S | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | 3ware Escalade 8506-8 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | HighPoint RocketRAID 1820 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
Wat betreft prijs is de RAIDCore RC4852 een interessant alternatief voor RAID-adapters van de gevestigde orde. Uitgerust met acht Serial ATA-poorten kost de RC4852 slechts 350 dollar, waarmee de prijs aanzienlijk lager is dan de 3ware Escalade 8506-8 ($500) en de dual channel SCSI RAID-adapters ($650). De prijs per poort van de HighPoint RocketRAID sluit goed aan bij zijn prestaties. Beide behoren tot de laagste in de test .