Het Franstalige Net2Hardware heeft een vergelijking gemaakt van zes harde schijven met een capaciteit van 160 tot 250GB. Deelnemers zijn de Maxtor DiamondMax +9, de Western Digital WD2500JD, de Barracuda 7200.7 van Seagate en de Hitachi Desktar 7K250, allen met een cache van 8MB en een schijfruimte van respectievelijk 200, 250, 160 en 250GB. De schijven van Seagate en Hitachi zijn vertegenwoordigd in een P-ATA- en S-ATA-variant. Eerst wordt het verschil tussen beide interfaces uitgelegd met behulp van een aantal schema's en foto's. Het begrip 'LBA' wordt eveneens uitgelegd en er wordt een stukje gewijd aan issues met de betrouwbaarheid van harde schijven.
Na een individuele bespreking van onder andere de specificaties van de harde schijven, worden de hongerige benchmarks op de HDD's losgelaten. Pitbull van dienst zijn HDTach, ATTO, Winbench 99 en H2Bench, het testsysteem bestaat uit een Asus P4P800, een Pentium 4 2.6C@3.2GHz en 1024MB Corsair TwinX-geheugen. Een eerste conclusie is dat het verschil tussen P-ATA en S-ATA meestal relatief klein is, het enige echte voordeel is volgens de reviewers het feit dat de kabels kleiner en de harde schijven hot plug- en swappable zijn.
Op prestatiegebied zijn de Hitachi-schijven heer en meester, het bedrijf heeft dus een positieve wending gegeven aan de van IBM overgenomen HDD-afdeling. De Seagate Barracuda-schijf is stil, maar de prestaties van het P-ATA-model zijn niet bepaald indrukwekkend; de S-ATA-versie daarentegen laat betere resultaten zien. De Maxtor DiamondMax presteert goed in Winbench maar iets minder goed in H2Bench. Rekening houdend met de geringe geluidsproductie is het verdict positief. De Western Digital valt niet echt op in de positieve zin, hij presteert het slechtst van de drie S-ATA-schijven.
