Nanotubes zijn lange ronde buisjes die uit koolstof zijn opgebouwd en maar enkele nanometers dik zijn. De buitenkant van de buisjes is zelfs maar één atoom dik en afhankelijk van de structuur waarin de atomen zijn georganiseerd, geleidt een nanotube elektriciteit of heeft hij de eigenschappen van een halfgeleider. Door twee halfgeleider nanotubes onder een bepaalde hoek met elkaar te laten kruisen, kun je een transistor bouwen.
Het grote probleem is echter dat het erg moeilijk is om nanotubes in de gewenste richting aan te brengen. Een van de bedrijven die zich bezig houdt met nanotubes, Nantero uit Boston, heeft aan de New Scientist verteld dat ze een nieuwe manier hebben gevonden om chips met nanotubes te fabriceren. In plaats van een moeilijk proces te gebruiken waarin nanotubes in de goede richting worden aangebracht, gebruiken ze een methode waarin ze de nanotubes geheel willekeurig aanbrengen. Hierna gebruiken ze lithografie om de niet gewenste nanotubes te verwijderen. Dit proces is stukken goedkoper dan andere processen om nanotubes te produceren. Ondertussen hebben ze al een wafer getoond waarop nanotubes waren aangebracht die gemaakt zijn met behulp van deze techniek.
Nantero wil met behulp van deze techniek geheugens gaan produceren. Dit geheugen zou ongeveer 10 gigabits aan data kunnen bevatten en zou de inhoud van het geheugen ook vasthouden als de computer uit staat. Daarnaast zou het geheugen ook nog eens stukken sneller zijn dan bijvoorbeeld flash-geheugen. Maar voordat het zo ver is, moet Nantero nog enkele obstakels overwinnen: het aansturen van de afzonderlijke nanotubes.