De ACM gaat geen nader onderzoek doen naar de wholesaletarieven die KPN rekent aan virtuele providers, ondanks een verzoek van L-mobi. L-mobi claimde onder meer dat KPN prijsdiscriminatie zou toepassen, maar hiervoor ziet de ACM onvoldoende bewijs.
L-mobi stelde dat KPN hogere wholesaletarieven rekende voor L-mobi dan KPN aan bijvoorbeeld Simyo, Lebara en Lycamobile rekent, waardoor L-mobi niet kon concurreren met die andere virtuele providers. Vanwege het tarievengeschil stopte de virtuele provider in mei vorig jaar met de dienstverlening. L-mobi diende daarop een handhavingsverzoek in bij de Autoriteit Consument & Markt, omdat KPN misbruik zou maken van zijn economische machtspositie.
De ACM zegt op basis van een initieel inventariserend onderzoek dat de claims van L-mobi niet waarschijnlijk zijn. Zo heeft L-mobi volgens de toezichthouder rekenfouten gemaakt en worden de verkeerde tarieven met elkaar vergeleken. Een nader onderzoek zou bovendien veel vragen van de capaciteit van de ACM en L-mobi was een relatief kleine speler met 15.000 klanten en een marktaandeel van minder dan 0,1 procent. De mogelijke impact was dan ook gering, zegt de ACM. De Autoriteit zegt dan ook dat de benodigde capaciteit beter ingezet kan worden in het onderzoeken van andere zaken.
De virtuele provider was sinds maart 2020 actief in Nederland en had in 2023 een kort geding aangespannen tegen KPN. L-mobi eiste daarbij 'redelijke en marktconforme' tarieven en betaalde sinds 2022 alleen 'dat deel van de bedragen dat zij redelijk en marktconform vindt'. De virtuele provider had een betalingsachterstand bij KPN waarvoor meermaals betalingsregelingen waren getroffen. KPN wilde al eerder het contract opzeggen met L-mobi, vanwege de betalingsproblemen en de slechte relatie. L-mobi verloor dat kort geding.