De European Data Protection Board, een vereniging van Europese privacytoezichthouders, vraagt de Europese Commissie de AVG aan te vullen. De waakhonden willen dat het met nieuwe of verduidelijkte regels makkelijker wordt om toezicht op internationale zaken te verbeteren.
De privacytoezichthouders willen aanvullingen op veertien punten. Het gaat dan om meer duidelijkheid over welke rechten mensen hebben als ze een klacht indienen, criteria voor wanneer klachten in behandeling worden genomen, deadlines voor zaken, hoe toezichthouders zaken kunnen afsluiten, welke onderzoeksbevoegdheden er zijn en wanneer en hoe besluiten worden gepubliceerd.
Als dergelijke regels verduidelijkt worden en toezichthouders deze volgen kunnen Europese toezichthouders efficiënter samenwerken, merkt de Autoriteit Persoonsgegevens op. Toezichthouders lopen nu namelijk tegen het probleem aan dat ze zaken moeten behandelen volgens hun eigen nationale recht. En bij het omzetten van de AVG-verordening naar recht zijn er tussen lidstaten verschillen ontstaan.
Zeker wanneer toezichthouders grote, internationale zaken aan moeten pakken, zorgt dat 'soms voor vertraging of dat klachten in de ene lidstaat anders worden behandeld dan in de andere', schrijft de AP. Een voorbeeld is dat iemand die een klacht indient bij sommige toezichthouders ook een partij wordt binnen de procedure en daardoor bepaalde rechten heeft. In andere lidstaten heeft die klager verder geen rol in de procedure en wordt hij of zij bijvoorbeeld niet betrokken bij de sanctie die wordt opgesteld als de klacht terecht blijkt te zijn. Dat speelt momenteel rondom Google Analytics; in meerdere Europese landen is het gebruik daarvan verboden, maar de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens is nog steeds bezig met een onderzoek. Dat onderzoek moet bijvoorbeeld ook kijken naar het Nederlandse bestuursrecht, waardoor de AP het oordeel van de Franse en Noorse toezichthouders niet zonder meer overneemt.