De overheid gaat zelf een nieuwe corona-app laten ontwikkelen. De zeven apps die dit weekend meededen aan de 'appathon', worden daarbij niet gebruikt. Volgens minister De Jonge van Volksgezondheid voldeden de gepresenteerde apps niet aan de privacy- en veiligheidseisen.
De minister wil over vier weken 'een vervolgbesluit' nemen over wat er met de apps moet gebeuren. "Op basis van conclusies van KPMG, de landsadvocaat, het College van de Rechten van de Mens en de Autoriteit Persoonsgegevens heb ik besloten nu geen opdracht te geven voor de inzet van een of meer specifieke oplossingen zoals die nu zijn ingediend", schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
De Jonge schrijft dat naar aanleiding van de 'appathon' die dit weekend werd gehouden. Daarbij werden zeven apps gepresenteerd die waren voortgekomen uit twee eerdere selectieprocedures met experts. Geen van de zeven apps voldoet volgens de minister aan de eisen die waren gesteld, vooral rondom privacy en veiligheid. De Jonge zegt dat door de appathon en de marktconsultatie wel veel nuttige inzichten zijn opgedaan. "De zichtbare inzet van alle betrokkenen in aanloop naar en tijdens de appathon heeft geleid tot een breed maatschappelijk debat, en daar ben ik blij mee. Ook met de kritische noten die gekraakt werden."
De minister wil voor de nieuwe app voortborduren op de opgedane kennis. "Ik heb geconstateerd dat er een goede basis in kennis en vergevorderde oplossingen is om verder op te bouwen." De minister wil daarom zelf een team samenstellen waarin experts zitten op het gebied van ict, privacy, grondrechten en nationale veiligheid. "Ik zoek nog de passende wijze om te komen tot een dergelijk team", schrijft de minister. Het team krijgt de opdracht om 'een digitale oplossing te realiseren om bron- en contactopsporingsonderzoek te ondersteunen'. Ook herhaalt De Jonge dat hij eist dat de broncode verder openbaar wordt. Voor en tijdens de appathon bleek er verwarring over het begrip 'openbare broncode', wat een van de eisen was. De minister zegt nu dat 'alle oplossingen open source' moeten worden. Bij het team worden ook instanties als de Autoriteit Persoonsgegevens, het Nationaal Cyber Security Centrum en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid betrokken.
In de brief schrijft de minister niets over eventueel onderzoek naar de effectiviteit van de app. Critici zetten daar vraagtekens bij, omdat er nog weinig onderzoek is waaruit blijkt dat apps kunnen helpen bij grootschalig contactonderzoek. Wel zegt De Jonge dat de GGD 'een taskforce opstelt die epidemiologische eisen formuleert aan digitale ondersteuning van de verschillende fasen'. Ook zitten het RIVM en virologen in die discussie. "Deze week zullen zij de nadere eisen aan digitale ondersteuning van bron- en contactopsporing opleveren, zodat eventuele bouw kan starten." De Jonge ontkent dat er sprake is van 'technosolutionisme', waarvoor veel experts waarschuwden. "Ik deel de conclusie dat niet de technologie zelf de uitweg uit de lockdown zal bieden, maar het gedrag van de mensen in de samenleving."
De minister schrijft niet wat er wordt gedaan met de api die Google en Apple op dit moment maken. Zeker voor iOS lijkt dat een essentiële oplossing te zijn waarmee iets gedaan moet worden. Tijdens de appathon liet geen enkele appbouwer weten van de api gebruik te maken.
De Jonge reageert met zijn brief op de appathon die dit weekend werd gehouden. Daarbij presenteerden zeven app-bouwers een app, waarvan er zes bedoeld waren voor contacttracing om het GGD-contactonderzoek te helpen. Critici en experts spraken er hun zorgen over uit dat de app er veel te snel doorheen werd gedrukt. Na afloop van het evenement lieten onder andere de Autoriteit Persoonsgegevens en de landsadvocaat weten dat geen van de apps aan de eisen van het kabinet voldeed.