Uit onderzoek van het KRO-NCRV-programma Brandpunt+ blijkt dat Facebook Nederlandse advertenties goedkeurt die onjuiste informatie over de Provinciale Statenverkiezingen verspreiden. Facebook zegt een onderzoek in te stellen.
Brandpunt+ plaatste bij wijze van test een aantal advertenties op Facebook, maar publiceerde deze niet daadwerkelijk. Hoewel de advertenties onjuiste informatie over de Provinciale Statenverkiezingen bevatten, werden ze door Facebook goedgekeurd. Zo was een Brandpunt+-redacteur in staat om een advertentie te kopen waarin stond dat de stembussen zijn gesloten vanwege een technisch probleem.
Vervolgens is het mogelijk in te stellen wanneer de advertentie online komt en wie hem te zien krijgt, bijvoorbeeld alleen mensen van wie bij Facebook bekend is dat ze interesse hebben in een bepaalde politieke partij. Een dergelijke advertentie zou 2500 euro kosten en een geschat bereik van bijna 420.000 mensen hebben. Volgens Brandpunt+ controleert Facebook of advertenties aan zijn huisregels voldoen en is het daarom vreemd dat ze werden goedgekeurd.
De redacteur plaatste drie advertenties vanuit een eigen bestaand advertentieaccount en plaatste naar eigen zeggen drie keer nepnieuws over verschillende partijleiders. Een van deze berichten werd door Facebook tegengehouden, omdat het discriminerend zou zijn. Omdat de advertenties niet daadwerkelijk online gingen, is het onduidelijk wat er was gebeurd als dat wel had plaatsgevonden. Facebook-gebruikers zouden de advertenties bijvoorbeeld kunnen rapporteren.
Het bedrijf zegt in een reactie tegenover Brandpunt+ dat het een intern onderzoek is begonnen om erachter te komen hoe de advertenties waren goedgekeurd. Facebook introduceerde een jaar geleden in de VS de eis dat politieke adverteerders zich moeten kunnen identificeren naar aanleiding van de beïnvloeding die tijdens de presidentsverkiezingen in 2016 op zijn platform had plaatsgevonden.
Die identificatie-eis is er volgens Brandpunt+ nog niet in Europa en Facebook zegt dat dit een 'zeer complex proces is', waardoor het nog niet kan zeggen wanneer deze functie in de verschillende EU-landen uitkomt.