Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat ze in gesprek gaat met media- en technologiebedrijven om politieke beïnvloeding via nepnieuws tegen te gaan.
De minister gaat dit doen omdat ze vaststelt dat Nederland 'in het vizier van onder meer de Russische inlichtingendiensten' staat. Ze vindt de politieke beïnvloeding door statelijke actoren in Nederlandse, interne aangelegenheden 'volstrekt onwenselijk'.
Mede daarom gaat ze in gesprek met technologiebedrijven, al hebben Facebook en Google aan de NOS laten weten dat ze nog geen uitnodiging van de minister hebben ontvangen. De twee bedrijven geven echter wel aan bereid te zijn om met de minister in gesprek te gaan. Wat Ollongren precies wil van bijvoorbeeld Facebook en Google, is niet duidelijk; ze wilde aan de NOS geen nadere toelichting op de brief geven.
In de brief noemt Ollongren onder andere het voorbeeld dat Rusland een vervalste website met 'desinformatie' over de MH17-ramp heeft opgetuigd; deze wekte de indruk een officiële Nederlandse overheidssite te zijn. Verder noemt ze de gebruikelijke methodes, zoals Russische inlichtingenofficieren die in Nederland actief zijn.
De minister noemt in de brief dat er in het Regeerakkoord structureel 95 miljoen euro wordt gereserveerd voor het verbeteren van de digitale veiligheid. Dit geld wordt onder andere besteed aan het uitbreiden van het personeelsbestand en de ict-voorzieningen bij verschillende departementen. Vanuit Defensie is eerder geopperd om een centraal orgaan op te richten of een samenwerking tussen belangrijke media en de overheid te beginnen, om de dreigingen voor de democratie vanuit het buitenland tegen te gaan.
Het bestrijden van nepnieuws lijkt langzaamaan iets meer in een stroomversnelling te komen. Zo heeft onder andere de EU bekendgemaakt een expertgroep in het leven te roepen, die de Commissie van advies moet voorzien op het gebied van nepnieuws. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken zei op maandag nog dat er bewijs is voor Russische inmenging in het debat over de afscheiding van Catalonië.