Veel mensen vergelijken laden een-op-een met tanken. Het beeld is soms dat mensen uren naast een laadpaal staan te wachten, terwijl brandstofrijders na drie minuten weer vertrekken bij een tankstation. Dat is geen correcte vergelijking; je hebt namelijk twee soorten laders: normale laadpalen en snelladers. In de meeste gevallen zul je gebruikmaken van een normale paal: een openbare laadpaal of een thuislader. Deze werkt op wisselstroom en het maximale vermogen, oftewel de laadsnelheid, is afhankelijk van de interne lader van de auto (zie ook de volgende pagina). Deze palen gebruik je op momenten dat je iets anders doet, zoals boodschappen doen, werken of slapen. Je koppelt een auto 's avonds bij thuiskomst aan een laadpaal en 's ochtends is de accu weer vol. Op het aansluiten en loskoppelen van de kabel na, kost het laden je dan geen tijd.
Snelladers
/i/2002666276.png?f=imagemedium)
Als je op een dag honderden kilometers moet rijden, kan het zijn dat je dat niet in een keer redt. In dat geval kun je gebruikmaken van een snellader. Daarvan zijn er inmiddels meer dan 1200 beschikbaar in Nederland, meestal langs of in de buurt van de snelweg. Dan moet je wel even wachten, maar dankzij nieuwe technologie wordt dat steeds korter. Met de snelste laders van dit moment (350-450kW) krijg je er met zes minuten laden 200km bereik bij. Een Tesla Model 3 laadt als hij leeg is met ruim 700 kilometer per uur (120kW) en die snelheid gaat in de toekomst nog verder omhoog (250kW). Tijdens het laden kun je iets anders gaan doen, zoals een hapje eten, een wandeling maken of wat werken.
De snelheid verschilt sterk per type auto en wordt uitgedrukt in het vermogen: kW. De Model 3 laadt momenteel met 120kW, de Audi e-tron Quattro met 150kW en de toekomstige Porsche Taycan zelfs met 350kW en hoger, maar de meeste elektrische auto's halen dat niet. Een Renault ZOE laadt maximaal met 43kW (AC), een Hyundai Kona met 77kW en een Jaguar I-Pace met 100kW.
Belangrijk om te weten is dat je niet hoeft te wachten tot je auto voor honderd procent is volgeladen. De meeste mensen vertrekken weer bij een snellader als ze voldoende bereik hebben voor de thuisreis of voor een volgende afspraak. Je hoeft dus niet te wachten tot de accu helemaal vol is - dat kun je beter doen bij een reguliere laadpaal. Na vijftig procent en vooral na tachtig procent neemt het vermogen tijdens het snelladen flink af. Een snellader is dus vooral bedoeld om weer snel op pad te kunnen - de meeste mensen staan er gemiddeld een minuut of 15 tot 30.
Van welke laadpalen je gebruikmaakt, is dus medeafhankelijk van je persoonlijke situatie. Afhankelijk van de afstand tot je werk zul je dan ook niet vaak langs een snellader hoeven te gaan om kort bij te laden. Dat hangt natuurlijk ook af van het model auto en de accucapaciteit. Sommigen komen dus nooit bij een snellader en anderen staan er meer dan eens per week. Heb je een kleine accu en geen laadpaal thuis of op het werk, dan zul je standaard uitkijken naar speciale laadplekken om te parkeren. Als alternatief, en voor lange ritten, zijn er dus snelladers te vinden langs de snelweg, maar ook steeds vaker restaurants en winkels. Je hoeft daar dan maar een half uur tot een uur te parkeren en de accu is weer vrijwel vol.
/i/2002373567.jpeg?f=imagenormal)
Openbare laadpalen
Als je thuis een eigen laadpaal in de buurt hebt, vertrek je iedere morgen 'vol' van huis en in dat geval heb je op dagelijkse trips waarschijnlijk geen laadpaal nodig. Hetzelfde geldt voor een auto met een grote accu, zoals een 64kWh-Hyundai Kona, waarmee je zo'n vierhonderd kilometer haalt. Bij gemiddeld gebruik hoef je dan niet dagelijks te laden.
Aantal laadpalen
Er staan bijna 40.000 openbare laadpalen in Nederland, waarmee we wereldwijd de beste infrastructuur hebben. Daarnaast zijn er landelijk meer dan 1200 snelladers. De niet-openbare palen, zoals die bij huizen, zijn bij deze getallen nog niet meegerekend en dat zijn er nog eens 80.000. In totaal zijn er dus ruim 120.000 laadpalen beschikbaar. Momenteel sluit die infrastructuur redelijk aan op het totale aantal elektrische auto's (60.000) en plug-inhybrides (95.000), vooral omdat recente auto's een groot bereik hebben en niet dagelijks hoeven te laden.
Als je niet thuis en ook niet op het werk kunt laden, ben je afhankelijk van openbare laadpalen. Die zijn er weliswaar tien keer zoveel als tankstations, maar het beleid verschilt per gemeente. In principe kun je als nieuwe ev-bezitter bij je gemeente een aanvraag doen voor een laadpaal. Die besteedt dat vaak weer uit aan een derde partij, zoals openbaarladen.nl van Allego. De leverancier beoordeelt de aanvraag en bepaalt in overleg met de gemeente wat een geschikte locatie is.
Waar vind je laadpalen?
Het is vrij eenvoudig om te zien waar zoal laadpalen staan. Dat kan via apps of websites, die toestemming vragen om je locatie in te zien. Je ziet dan niet alleen waar ze staan, maar ook welk vermogen ze ondersteunen en zelfs of ze bezet zijn. Ook is meestal te zien van welke provider een paal is en wat de kosten zijn; de apps van providers rekenen dit meteen uit. Praktijkervaring leert dat het in drukke wijken handig is om van te voren op Google Streetview te kijken waar de laadpalen exact staan.
Een laadpaal heeft meestal twee aansluitpunten, dus idealiter wordt hij zo geplaatst dat hij vanaf tenminste twee plaatsen goed bereikbaar is. Afhankelijk van de omgeving kan er een bord bij worden geplaatst dat een of twee plekken zijn gereserveerd voor elektrische auto's. In een straat met weinig parkeerplaatsen is dat al snel problematisch en zal de gemeente er minder snel mee instemmen. Als het plaatsen van een laadpaal niet in de eigen straat kan, wordt vaak gekeken naar een straat verderop. Het streven is om binnen een straal van driehonderd meter loopafstand in een oplaadmogelijkheid te voorzien. Ook kijkt de gemeente vaak eerst naar de beschikbaarheid van al bestaande laadpalen in de omgeving en of die al in de behoefte voorzien. Op afstand is af te lezen hoe vaak een laadpaal wordt gebruikt.
Kabels en stekkers
Vaak wordt gedacht dat er een hele reeks verschillende kabels en stekkers wordt gebruikt, die onderling niet compatibel zijn. Feitelijk zijn er twee verschillende stekkers: een voor traag laden (ac) en een voor snelladen (dc). De eerste is een zogenaamde type 2-stekker en bij de tweede is ccs de norm, maar onder andere Nissan gebruikt een afwijkende standaard (chademo). Er bestaan ook oudere varianten, zoals type 1-stekkers, maar omdat je bij openbare laadpalen je eigen kabel gebruikt, zijn die allemaal te gebruiken.
Laadpassen
Om gebruik te maken van een laadpaal, is een laadpas nodig. Die zijn er in de vorm van een druppel of creditcard-formaat. Er zijn tientallen verschillende leveranciers en providers, maar in principe zijn ze onderling uitwisselbaar. Eén laadpas is al voldoende, maar het kan geen kwaad om er een paar andere achter de hand te houden. De meeste laadpassen zijn gratis aan te vragen. Er zijn ook abonnementen, waarmee bijvoorbeeld op het starttarief kan worden bespaard.
De kosten van het laden bestaan meestal uit twee delen: een starttarief, oftewel opslag, en een prijs per kWh. Het starttarief bedraagt meestal ongeveer 0,35 euro per laadsessie, maar bij abonnementen van circa 1,50 tot 3,50 euro per maand worden die kosten niet doorberekend. Als je heel vaak laadt, kan dat interessanter zijn. Vaak is er ook een maximum aan de opslag die wordt berekend; NewMotion brengt op maandbasis bijvoorbeeld maximaal twintig sessies of 7 euro in rekening. Gemiddeld zijn de kosten circa 0,35 euro per kWh en bij de 'eigen' laadpalen van de provider rond de 0,25 euro. Over het algemeen is de prijs per kilometer een factor drie lager dan bij een benzineauto, 3 cent per km versus 10 cent, al is dat natuurlijk afhankelijk van een aantal factoren. Thuisladen is meestal het goedkoopst en snelladen het duurst. Er zijn laadpassen van energiebedrijven, zoals Nuon, Eneco en Vandebron, maar ook van 'nieuwe' partijen die zich specifiek op laden richten, zoals NewMotion, E-Flux, Plugsurfing, FLOW charging en The EV Company.
Gratis opladen
Het laden bij openbare laadpalen kost natuurlijk geld, maar inmiddels hebben winkels laadpalen ontdekt als manier om klanten te trekken. Bij enkele vestigingen van Lidl en Aldi kun je zelfs gratis gebruikmaken van snelladers. Vaak zit er een maximum aan, zoals een half uur, maar in die tijd kun je prima boodschappen doen. Ook bij Bataviastad en in sommige parkeergarages staan gratis laadpalen. In het buitenland vind je ze ook vaak bij winkelcentra langs de snelweg. Sommige tweakers plannen hun vakantie zo dat ze vrijwel geheel gratis kunnen reizen.
