In een elektrische auto rij je grotendeels met één pedaal: het gaspedaal, of beter gezegd, het ‘energiepedaal’. Als je dit intrapt, wordt er energie uit de accu gebruikt om de elektromotor te laten draaien. Als je het pedaal loslaat of remt, gebeurt het omgekeerde: de elektromotor wordt dan een dynamo. Hij neemt energie terug en slaat deze op in de accu, en daardoor rem je af.
/i/2002638708.jpeg?f=imagenormal)
In een elektrische auto heb je twee pedalen: het 'gaspedaal' en de rem. Die rem is natuurlijk noodzakelijk vanwege de veiligheid en zul je zeker nog regelmatig gebruiken, maar wel een stuk minder dan bij een auto met een verbrandingsmotor. Een bijkomend voordeel is dat de remschijven veel minder slijten, omdat je vooral afremt met de elektromotor.
Even wennen
Deze andere manier van rijden vergt wat gewenning, maar rijdt eigenlijk heel natuurlijk. Je leert al snel hoe je moet doseren en kunt zo prima anticiperen op bochten. In de praktijk zul je al snel merken dat je meer dan negentig procent van de tijd genoeg hebt aan het gaspedaal. Je hoeft dus minder te wisselen tussen de twee pedalen met je rechtervoet. In feite kost het minder moeite dan rijden met twee pedalen, laat staan drie.
Instellen
De mate van regeneratie, oftewel de kracht van het afremmen, is overigens instelbaar. Zo kun je op basis van je persoonlijke voorkeur het afremmen krachtiger of juist minder krachtig maken. Als je bijvoorbeeld een voorkeur hebt om de auto meer te laten uitrollen, is dat meestal een optie. Soms is het ook mogelijk het afremmen zo krachtig in te stellen dat de auto helemaal tot stilstand komt als je het pedaal loslaat. Bij een stoplicht hoef je dan ook geen rem meer in te trappen. Bij sommige auto's, zoals de Audi e-tron quattro, is het ook mogelijk de regeneratie aan te passen via flippers op het stuur.
/i/2002638820.jpeg?f=imagearticlefull)