We heben in een grijs verleden de Pure Base 500 in het testlab gehad en gereviewd, maar dat is niet met het huidige testprotocol gebeurd. Daarom vergelijken we de Pure Base 501 wel op uiterlijk en features met de 500, maar in de grafieken vind je de 500 DX terug: de airflowversie dus. Die hebben we recenter en met het huidige testprotocol getest. De Pure Base 600 staat ook in de grafieken: die is iets groter, maar heeft net als de Pure Base 500 een behoorlijke baard, getuige de externe 5,25"-drivebays die de kast rijk is.
De Pure Base 501 is een midtower die vrijwel precies even groot is als de Pure Base 500: de hoogte inclusief pootjes is identiek, net als de diepte. In de breedte is de 501 volgens de specificaties één millimeter smaller, maar voor het gemak noemen we het formaat identiek. Zonder pootjes is de 501 overigens net iets hoger dan de 500: dat scheelt een whopping 6 millimeter. Het gewicht is op een paar ons ook vrijwel hetzelfde; de glazen versie en de versie met airflowrooster zijn iets zwaarder dan de gesloten kast. Met zijn zeven uitbreidingsslots is de Pure Base 501 geschikt voor ATX-moederborden en natuurlijk de kleinere varianten mATX en mITX.
Aan de buitenkant is er niet zo gek veel te zien aan de Pure Base 501. Beide zijpanelen zijn gesloten, dus gemaakt van zwart staal zonder noemenswaardige features. De kast staat op plastic pootjes en daartussen zit een stoffilter voor de voeding, dat ongeveer de hele onderkant beslaat. De achterkant bestaat uit weinig meer dan het gat voor je i/o-shield, daarnaast een rooster voor de ventilator en eronder de uitbreidingsslots met nog een afdekplaatje. Eronder zit het gat voor de voeding en dan kunnen we naar de voor- en bovenkant.
Want daar zit de 'smoel' van de 501: de voorkant heeft, in het geval van de gesloten versie, een frontje van geborsteld aluminium met afgeronde hoeken van metaalgaas. Dat is in deze prijsklasse natuurlijk een look van geborsteld aluminium, want het is gewoon abs-plastic, maar het ziet er wel stukken beter uit dan glimmend kunststof. De metalen roosters lopen een stukje rond naar de zijpanelen, maar heel veel lucht kan de 501 niet aanzuigen via de voorkant. Leuk detail: er zit toch gewoon een groot stoffilter achter het frontje, net als bij de 501 Airflow. Het is immers goedkoper om dat voor alle varianten hetzelfde te maken dan het per model aan te passen.
Verpakking
De Pure Base 501 wordt in een kartonnen doos van ongebleekt karton geleverd, met een opdruk enkel in het zwart. Zoals vrijwel alle behuizingen wordt wel piepschuim gebruikt om de kast in de doos te beschermen. Een papieren handleiding is meegeleverd en om de kast zit een plastic zak voor extra bescherming.
Een beetje schuin naar voor en boven gericht, tussen voorpaneel en bovenkant, zit het frontpanel. Dat is in een plastic nis met verticale streepjes gevat en bestaat uit een grote, centrale powerbutton, met links daarvan twee USB-A-poorten en helemaal links een USB-C-poort. Daarmee zijn de poorten in ieder geval weer helemaal van deze tijd. Rechts van de powerbutton zitten de gecombineerde audiopoort en ernaast de resetknop en een hdd-indicator vermomd als extra knop. Dat laatste is een beetje een overbodige feature in moderne kasten en wordt vaak achterwege gelaten of verwerkt in de powerbutton.
De bovenkant bestaat uit een metalen frame met daarin een plastic frame met 'be quiet' erin verwerkt en een groot rooster. Een stoffilter met magnetische randjes moet stof uit je kast houden, al vonden we het wel heel makkelijk verschuiven.
Ter vergelijking: de Pure Base 500
Daarmee is het uiterlijk van de 501 wat eigentijdser geworden dan de wat hoekige Pure Base 500. Die heeft bovendien geen moderne USB-poorten en moet het met twee USB 3 A-poorten doen. De foto's van die behuizing hebben we voor de vergelijking hierboven in een gallery gezet.