Je moet schaatsen naar waar de puck naartoe gaat en niet naar waar hij nu is of net is geweest. Met deze ijshockeyanalogie verantwoorden veel techbedrijven hun keuzes die in het hier en nu misschien onlogisch lijken, maar die op termijn goed moeten uitpakken. En je kunt veel techbedrijven naar vreemde plekken zien schaatsen. Facebook veranderde zijn naam in Meta en ging all-in op de metaverse in 2021. Microsoft stopte tien jaar geleden met investeren in smartphones en richtte zich in plaats daarvan op cloudtoepassingen. Meer dan vijftien jaar geleden kwam Google ineens met een mobiel besturingssysteem dat fabrikanten gratis mochten gaan gebruiken.
In sommige van dergelijke gevallen komen de bedrijven op een succesvol pad terecht. Googles Android is nu het dominante besturingssysteem op de smartphonemarkt en Microsoft is weer het waardevolste bedrijf ter wereld. Of Meta's grote gok goed gaat uitpakken, is nog lang niet zo duidelijk, maar de intentie is wel hetzelfde.
Vrijwel elk techbedrijf weet het nu zeker; de puck in tech glijdt in rap tempo naar kunstmatige intelligentie en dan vooral naar de soort die werkt via grote taalmodellen. Niet ieder bedrijf kan daar echter groot in worden. Dan wordt de vraag: mochten grote taalmodellen een blijvertje zijn, waar en op welke manier gebruiken we ze dan?
Waar bedrijven AI-diensten aanbieden
Het was een start-up die de markt voor het gebruik van grote taalmodellen wijd openbrak. OpenAI kwam in november 2022 met ChatGPT en sindsdien heeft het duidelijk een voorsprong te verdedigen. Het kwam binnen een half jaar met een betaald abonnement, een nieuw taalmodel in de vorm van GPT-4, de mogelijkheid om via het web dingen op te zoeken en na een jaar met aangepaste GPT's, een GPT Store, integratie met plaatjesgenerator Dall-E en nog veel meer functies. ChatGPT is weliswaar een sterk merk, maar het blijft een site of app. Je moet er bewust heen gaan om het te gebruiken. Dat is in de technologiewereld niet de meest gewenste positie. ChatGPT staat niet standaard op een smartphone die je uit de doos haalt, het is geen toepassing die in Windows of macOS is geïntegreerd en het is zelfs geen browser op zichzelf. En je kúnt ChatGPT gebruiken als zoekmachine, maar het is geen gevestigde naam op het gebied van zoeken.
Geen wonder dus dat de bedrijven die wél een browser en/of besturingssysteem in handen hebben, proberen dat voordeel te gebruiken om hún AI-toepassing bij gebruikers onder de aandacht te brengen. Microsoft, nota bene een belangrijke partner van en investeerder in OpenAI, doet dat met Copilot. Copilot zit in Windows, in het abonnement Microsoft 365, in diverse zakelijke toepassingen, in browser Edge, in zoekmachine Bing… Het voelt haast aan als schieten met hagel om te kijken wáár mensen precies Copilot zouden gaan gebruiken. Er komt ook een Copilot-toets op toetsenborden. Daarbij heeft Microsoft dus veel ijzers in het vuur; met Windows heeft het namelijk een dominant desktopbesturingssysteem. Nu draait lang niet elk systeem Windows 11 en het zegt wel wat dat Copilot een van de weinige functies is die Microsoft is gaan backporten naar Windows 10. De support voor Windows 10 stopt over een paar jaar en Copilot is misschien wel de laatste functie die erbij komt. Microsoft heeft bovendien actief geprobeerd om het marktaandeel van Bing op te krikken door Bing Chat toe te voegen. Dat gebeurde ongeveer een jaar geleden en heeft uiteindelijk weinig effect gehad. Hoewel grote concurrent Google lang geen generatieve AI in de zoekmachine had zitten, nam het marktaandeel van Bing in de periode na de release niet significant toe. Volgens Statcounter zit Bing nu op 3,88 procent, marginaal meer dan de 3,74 procent van een jaar geleden.
Dan browser Edge: ook dat is geen dominant product, maar staat wel standaard op elk Windows-systeem en is bovendien een extra manier om AI-functies onder de aandacht te brengen. In de browser kan AI bovendien functies hebben die op andere plekken niet mogelijk zijn. Grote taalmodellen zijn bijvoorbeeld aardig goed in het samenvatten van teksten, wat op het web nuttig kan zijn.
Inmiddels mengt ook Google zich prominent in de strijd. Het bedrijf begon voorzichtig met Bard, maar hernoemde zijn AI-dienst onlangs naar Gemini, dezelfde naam als het taalmodel zelf. Er is gelijk een betaald abonnement in combinatie met opslag in het bestaande Google One-aanbod en er kwam snel na Gemini 1.0 een versie 1.5, een teken dat Google hard aan de weg timmert. Google heeft daarbij een paar ijzers in het vuur.
Met Chrome heeft het de dominante browser op de desktopmarkt in handen. Een browser is in te zetten als middel om gebruik van eigen AI-diensten te pushen. Het heeft met ChromeOS een besturingssysteem, maar dat is vooral in gebruik in het onderwijs, en daar liggen het pushen van diensten en het gebruik van AI juist niet het meest voor de hand. Chrome heeft tot nu toe niet veel Gemini ingebouwd, maar Google is wel voorzichtig begonnen bij Android. Iedereen kan nu de Assistant in Android vervangen door Gemini. Daarbij loop je er al snel tegenaan dat Gemini niet voor deze taak is gemaakt, want het kan geen functies van de telefoon bedienen, zoals wifi inschakelen of muziek pauzeren. Daarnaast maakt Google reclame voor Gemini door gebruikers van Gmail mails te sturen. Ook zit AI uiteraard uitgebreid op de Pixel 8-telefoons.
Ook komt er AI in de zoekmachine van Google, het waardevolste product van de techgigant. Dat zien we in Nederland nog niet, maar in veel andere landen is het wel actief, al zijn er nog weinig aanwijzingen dat het op grote schaal in gebruik is.
Waar Microsoft en Google vooral groot zijn op het gebied van software, zijn er ook grote bedrijven die vooral hardware of een combinatie van hard- en software in handen hebben. Samsung probeert zijn positie op de smartphonemarkt uit te buiten en pusht Galaxy AI op zijn Galaxy S24-telefoons. Opvallend detail: hoewel veel AI-functies helemaal niet leunen op de rekenkracht van nieuwere socs, komen AI-functies niet massaal naar midrangetelefoons of oudere toestellen. Galaxy AI komt naar de S23, maar de S22 en ouder krijgen het vooralsnog niet. Ook de A54 en A34, toch razend populaire toestellen uit de line-up, hebben de softwarefuncties niet. Dus ja, Samsung pusht wel op AI, maar niet met zóveel overtuiging. Samsung heeft als voordeel dat het AI in de standaardapps kan stoppen en dat doet het ook. De fototools zitten in de camera- en galerijapps, live vertalen van telefoongesprekken zit in de telefoonapp. Het zet dus geen aparte AI-diensten op de telefoon, het zijn functies die in bestaande toepassingen komen.
Apple heeft zich nog niet nadrukkelijk geroerd op de markt voor kunstmatige intelligentie. Het sprak wel over AI bij de aankondiging van de betere autocorrectie voor zijn toetsenbord in iOS 17, maar het grote werk rondom AI zou pas komen met iOS 18, dat vermoedelijk in juni door het bedrijf wordt aangekondigd. Afgelopen maanden kwam er wel werk van Apple-medewerkers rondom AI naar buiten via onderhandelingen, papers en modellen.
Behalve bij deze grote en bekende bedrijven gebeurt er veel meer rond kunstmatige intelligentie. Een van de bekendste initiatieven komt van The Browser Company, dat de Arc-browser uitbrengt. Het belangrijkste wapenfeit tot nu toe is Arc Search, een aparte iOS-app die zoekt op internet en die pagina's in een samengevatte vorm aan de gebruiker laat zien.
Waarom AI overal is
Alle grote en veel kleine bedrijven zijn dus veel bezig met kunstmatige intelligentie. En nu dient zich een paradox aan. Wij zien op de site, en in de maatschappij als geheel, immers niet dezelfde focus op AI als in die bedrijven. Dat verschil zien we op veel manieren. Lezers van Tweakers klikken of reageren niet bijzonder veel op artikelen over AI. Andere thema's, zoals zonnepanelen, elektrische auto's en smartphones, trekken veel meer aandacht. Ook op het forum zien we dat terug. Daarnaast is AI maatschappelijk wel een thema, maar zeker niet het dominante gesprek.
Sommige AI-diensten zijn populair, zoals ChatGPT, maar wie kende veel gebruikers van Bing Chat of Bard vorig jaar? Wie kent iemand die vanwege Galaxy AI juist een S24 heeft gekocht? Velen gebruiken AI misschien af en toe, maar er lijken relatief weinig mensen te zijn die generatieve AI heel veel gebruiken. Hier is de ijshockeyanalogie weer van toepassing. Wij als publiek zijn de puck en we glijden op onze positie op het ijs. De bedrijven, de schaatsers in deze analogie, komen niet naar onze huidige positie toe, maar proberen te schaatsen naar de plek waar wij naartoe glijden.
Daarbij is de vraag of ze onze toekomstige positie juist hebben geschat. AI-diensten hebben nu veel fouten, hallucinaties en beperkte functionaliteit. Ongetwijfeld wordt dat beter, maar daarbij is het de vraag of de redenen om AI te gebruiken veel mensen zullen overtuigen.
Stel dat de bedrijven gelijk hebben en we kunstmatige intelligentie voor van alles en nog wat gaan gebruiken, hoe maakt dat ons leven beter? Bovendien, hoe herkennen we in een wereld waarin alles door kunstmatige intelligentie gegenereerd kan zijn, wat echt is? Als je een uitgebreide mail krijgt, ga je dan tijd besteden aan reageren op iets waarvan je vermoedt dat een AI-bot het heeft geschreven? Het gaat ook veel over de bedreigingen van AI. Welke banen staan wel en niet op de tocht? Welke banen gaan ingrijpend veranderen? Dat zijn interessante vragen op zich, maar het stellen ervan alleen al zal veel mensen angst inboezemen voor deze technologische ontwikkeling. Ga je een technologie omarmen als je er bang voor bent? Veel mensen zullen dat wellicht niet doen.
Ook een opvallend aspect is de juridische status. Het is niet voor niets dat vermoedelijk Google een licentiedeal met Reddit heeft gesloten om posts en reacties te mogen gebruiken voor het trainen van grote taalmodellen. De vraag of je het internet mag leegtrekken voor het trainen van taalmodellen, is opvallend complex en lastig te beantwoorden. Het eerlijke antwoord is dat niemand het weet, maar als het antwoord 'nee' is, komen we in een heel nieuwe situatie terecht. Het sluiten van een licentiedeal duidt erop dat een grote partij - laten we aannemen dat het inderdaad Google is - niet zeker is dat het internet leegtrekken zomaar kan.
Dus aan de ene kant is het niet duidelijk of een kritische massa mensen zit te wachten op generatieve kunstmatige intelligentie en aan de andere kant is er een serieuze vraag of al die investeringen uiteindelijk niet voor niets zijn, omdat onduidelijk is of het juridisch kan. En toch, ondanks die nadelen, investeren alle grote bedrijven groots in AI. Dat zal zijn omdat ze bang zijn de boot te missen. In tech voelt AI aan als een volgende grote stap, na bijvoorbeeld de komst van de pc in de jaren tachtig, internet in de jaren negentig en smartphones in de jaren nul. Wie er niet bij is, is mogelijk over tien jaar geen groot bedrijf meer.
Tot slot
Waar komt dit allemaal op uit? In de vijftien maanden sinds ChatGPT uitkwam, zitten grote en kleinere techbedrijven in een race om op elke mogelijke plek AI toe te voegen aan hun diensten. Daarbij is een aantal vragen van belang die tot nu toe onbeantwoord zijn gebleven.
De eerste is hoe juridisch houdbaar AI op basis van grote taalmodellen op lange termijn is. De huidige rechtszaken werpen een schaduw vooruit en de partijen met diepe zakken kunnen het zich veroorloven een zak geld naar elke grote contentmaker op het web te gooien om dit op te lossen, maar het verkleint de markt voor grote taalmodellen behoorlijk. De concurrentie die nu is ontstaan, kan niet blijven bestaan als je alles wat bedrijven scrapen, zult moeten licenseren.
De tweede is in hoeverre gebruikers echt zitten te wachten op AI-diensten. Er zijn veel historische parallellen te trekken en die met Samsung is interessant. Rond 2012 en 2013 voegde het bedrijf elke functie die het kon bedenken toe aan zijn Galaxy S-telefoons. Scrollen met je ogen? Natuurlijk. Of door je telefoon te kantelen? Waarom niet. De telefoon bedienen door iets boven het scherm te zweven? Kon gewoon. Dat was een kwestie van 'we proberen alles en we zien wel wat er werkt' en dat zien we nu weer. Gaan we diensten gebruiken in het besturingssysteem, in de browser of in een app? En als je je macht over het besturingssysteem of browser gebruikt om je eigen AI-diensten te pushen, mag dat van wetgevers of is dat machtsmisbruik?
Het zijn vragen die door de tijd zullen worden beantwoord. AI-diensten op basis van grote taalmodellen zijn hier, maar welke er precies zullen blijven en welke weer gaan verdwijnen, is een vraag die je momenteel alleen met een glazen bol kunt beantwoorden.