Volgens marktonderzoeker Nielsen hebben in het derde kwartaal van 2006 voor het eerst meer Amerikaanse huishoudens aangegeven een dvd-speler in huis te hebben dan een videorecorder.
Nielsen begon de cijfers in 1999 bij te houden; toen had 6,7 procent een dvd-speler tegen 88,6 procent die het nog met de banden van de oude stempel deed. Nu geeft 81,2 procent aan een dvd-speler in bezit te hebben tegen 79,2 procent videorecordereigenaren - wat aangeeft dat er in ieder geval een behoorlijke mate van overlap is. Volgens de marktonderzoeker is de inhaalmanoeuvre met een recente scherpe stijging van het aantal dvd-spelereigenaren gepaard gegaan, wat goeddeels door zakkende prijzen wordt veroorzaakt: de koper ziet zich inmiddels geconfronteerd met een aardige verzameling spelers voor minder dan vijftig dollar. Het gegeven dat de overgrote meerderheid van aangeboden titels in videotheken in dvd-formaat op de planken staat doet de rest.
Het feit dat er maar liefst een decennium overheen is gegaan sinds de introductie van het dvd-formaat voordat het in de meerderheid van de huiskamers te vinden is, mag als herinnering opgevat worden voor de kemphanen in de arena hd-dvd versus blu-ray. 'Early adopters' van een van die formaten zullen vermoedelijk jarenlang in de schaduw van de grote massa van late overstappers staan, wat de vraag al in twijfel trekt of er binnen afzienbare tijd wel van een winnaar kan worden gesproken. Nu is het weliswaar zo dat een kleine voorsprong op den duur de doorslag kan geven, maar als de overgang naar hd-formaat een vergelijkbaar tijdsverloop zal blijken te hebben, dan is het denkbaar dat de winnaar niet meer dan een pyrrhusoverwinning kan claimen: downloadtechnologiën met p2p-ondersteuning alsmede holografische opslag zijn mogelijke kandidaten voor de rol van derde hond die er met het been vandoor gaat.