Intel zal in januari niet alleen de Pentium M 'Yonah' en Pentium 4 'Cedar Mill' introduceren op 65nm, maar ook de Pentium D 'Presler'. Deze chip - die in de winkel te herkennen zal zijn aan een modelnummer in de 9xx-serie - verdubbelt het L2-cache ten opzichte van de huidige Smithfield en biedt daarnaast ondersteuning voor virtualisatie. Onder de heatspreader ziet de Presler er heel anders uit dan Smithfield: in plaats van uit één plak silicium bestaat de chip uit twee fysiek gescheiden cores. Dit heeft als voordeel voor de productie dat de zuinigste processors uitgezocht en gecombineerd kunnen worden, in plaats van dat er vaste paren van cores zijn. De reden dat men dit voor Smithfield niet gedaan heeft is omdat er geen tijd was om de verpakking te ontwerpen. Dankzij deze truc en de kleinere 65nm-transistors wordt de processor minder snel warm dan zijn 90nm-voorganger, en die speelruimte wordt gebruikt om hem hoger te klokken. Presler wordt geïntroduceerd in stappen van 2,8 tot 3,46GHz, maar zou later de 3,73GHz moeten halen.

De 3,46GHz- en 3,73GHz-versies zullen Extreme Editions zijn, naast de hogere kloksnelheid voorzien van een 1066MHz FSB en HyperThreading. De prijs van deze topmodellen zal zoals gebruikelijk 999 dollar zijn. In het mainstream dual-coresegment verandert niet veel; de 920 en 930 worden precies even duur als de 820 en 830 op dit moment zijn (respectievelijk $241 en $316). Model 940 (3,2GHz) gaat echter $420 kosten, 100 dollar minder dan de bestaande 840. Hiermee wordt ruimte geschept voor de nieuwe 3,4GHz Pentium D 950, die 635 dollar moet opbrengen. Hoewel de chips zonder problemen op de huidige Pentium D-moederborden kunnen werken zal Intel tegelijk met de processors een nieuwe high-end desktopchipset introduceren: 975X. De voornaamste verbetering is dat deze SLI en Crossfire ondersteunt.
Tom's Hardware heeft alvast een preview van Presler gepubliceerd. Het eerste wat opvalt aan Presler ten opzichte van Smithfield is dat de 65nm-chip het systeem 18% zuiniger maakt. In de benchmarks is er dit keer ook een iets groter verschil te melden dan bij de test van Cedar Mill het geval was. Dit is simpel te verklaren omdat Smithfield 1MB cache per core had en dat voor Presler 2MB per core is. Dit levert in geen enkele praktijkbenchmark een heel erg overtuigend voordeel op, maar enkele frames per seconde worden er toch wel mee gepakt. Presler is dus meer evolutionair dan revolutionair qua techniek, maar aangezien het de laatste revisie is van een architectuur die volgend jaar vervangen wordt was dat ook wel te verwachten.
