De door IAB Europe ontwikkelde cookiepop-up waarmee websitegebruikers hun trackingsvoorkeuren kunnen aangeven, voldoet volgens de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit niet aan de AVG. IAB krijgt daarom een boete van 250.000 euro.
Het gaat om het consent management platform van Interactive Advertising Bureau Europe, waarmee gebruikers op een website toestemming kunnen geven voor het verzamelen en delen van persoonsgegevens. IAB Europe is een vereniging van onder meer media-, technologie- en marketingbedrijven. De voorkeuren die gebruikers in het CMP opgeven, worden vastgelegd met IAB's Transparency & Consent Framework. De voorkeuren van gebruikers worden met TCF gecodeerd opgeslagen in een TC-string, die wordt gedeeld met organisaties die meedoen aan IAB's advertentieplatform OpenRTB.
Naast de TC-string maakt CMP ook de cookie euconsent-v2
op het apparaat van de gebruiker. De cookie en de TC-string worden gekoppeld aan het IP-adres van een gebruiker, zodat de gebruiker achter de voorkeuren identificeerbaar wordt.
IAB beweert volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit dat het geen verwerkingsverantwoordelijke, maar slechts de verwerker is. Hier is de privacytoezichthouder het niet mee eens. IAB kan daarom verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke schendingen van de AVG, die volgens de GBA ook hebben plaatsgevonden.
Zo heeft IAB volgens de GBA geen rechtsgrond voor de verwerking van de TC-string vastgesteld, is de informatie die via het CMP wordt gedeeld, te algemeen en te vaag, en is het niet controleerbaar of de keuzes van gebruikers geldig en integer zijn. Ook heeft IAB geen register van de verwerkingsactiviteiten bijgehouden, is er geen functionaris gegevensbescherming aangewezen en is er geen DPIA, of gegevensbeschermingseffectbeoordeling, uitgevoerd.
IAB krijgt daarom een administratieve boete van 250.000 euro en een aantal corrigerende maatregelen van de GBA. Zo moet IAB een geldige rechtsgrond vaststellen om de voorkeuren te verwerken en te verspreiden en mag de organisatie niet meer het gerechtvaardigd belang gebruiken als basis voor die verwerking. Ook moet IAB deelnemende organisaties 'grondig doorlichten' om er zeker van te zijn dat die voldoen aan de AVG.
De vereniging krijgt van de GBA twee maanden om een actieplan voor te leggen, zodat de corrigerende maatregelen toegepast kunnen worden. IAB zegt in een reactie het oneens te zijn met de bevinding van de GBA en dat die 'grote onbedoelde consequenties zal hebben die verder gaan dan de digitale advertentie-industrie'. De vereniging overweegt 'alle opties', maar zegt wel samen met de GBA aan dat actieplan te willen werken. IAB zou in beroep kunnen gaan tegen het oordeel van de GBA. De TCF-maker zegt tot slot altijd al van plan te zijn geweest om het framework goedgekeurd te krijgen onder de AVG als een transnationaal code of conduct.