De Europese Commissie heeft de Dataverordening gepresenteerd, waarmee EU-burgers en -bedrijven meer controle moeten krijgen over hun eigen data. Gebruikers moeten deze gegevens zelf in kunnen zien en bedrijven moeten deze aan andere bedrijven geven, als de gebruiker dit wil.
Volgens de Europese Commissie wordt er steeds meer data door allerlei apparaten verzameld, zoals wearables en iot-apparaten, en worden deze gegevens niet genoeg benut. Industrie heeft een grote focus binnen de Dataverordening; tachtig procent van alle 'industriële data' zou nooit gebruikt worden, terwijl andere partijen wel diensten zouden kunnen aanbieden met deze gegevens, stelt de Europese Commissie.
De verordening focust daarnaast op connected-apparaten waarbij de data nu 'exclusief door fabrikanten wordt gebruikt'. Onder de Dataverordening moeten gebruikers ook toegang kunnen krijgen tot deze data. Mocht de gebruiker van een product hier toestemming voor geven, moet de fabrikant van het product deze data ook aan externe bedrijven of organisaties geven. Zo kunnen deze externe partijen nieuwe data-driven-diensten aanbieden, denkt de Europese Commissie.
Met de Dataverordening moeten overheidsinstanties ook toegang kunnen krijgen tot data die in het bezit is van bedrijven, als dit nodig is in noodsituaties en data niet op een andere manier beschikbaar is. Zo noemt de Commissie overstromingen en bosbranden als voorbeelden. Op deze manier zegt de Commissie 'snel en veilig' te kunnen reageren terwijl 'de lasten voor het bedrijfsleven' tot een minimum worden beperkt.
Onder de verordening komen er ook nieuwe regels waarmee klanten makkelijker over moeten kunnen stappen naar een andere aanbieder van clouddataverwerkingsdiensten. Deze nieuwe regels moeten daarnaast waarborgen tegen onrechtmatige dataoverdracht. Kleine en middelgrote bedrijven moeten verder beter kunnen onderhandelen met grote bedrijven als het gaat om het delen van data. De nieuwe regels zijn nog niet meteen van kracht, het Europees Parlement moet zich er eerst nog over buigen.