Een Amerikaanse rechtbank heeft de eerste antitrustklacht van de Federal Trade Commission tegen Facebook verworpen. De marktwaakhond krijgt een maand de tijd om een nieuwe klacht in te dienen. Een tweede zaak van Amerikaanse deelstaten is volledig verworpen.
Federale rechter James Boasberg noemt de antitrustklacht tegen Facebook 'juridisch onvoldoende'. De aanklacht van de FTC stelde dat Facebook beschikt over een illegale monopolie en doelde onder andere op het terugdraaien van Facebooks overnames van concurrenten als Instagram en WhatsApp.
De rechter schrijft onder andere dat de FTC onvoldoende bewijs heeft ingediend dat Facebook beschikt over monopoliemacht. "Hoewel het Hof het niet met alle stellingen van Facebook eens is, is het uiteindelijk van oordeel dat de klacht van de FTC juridisch ontoereikend is en derhalve moet worden afgewezen", aldus Boasberg.
"De klacht bevat op dat punt niets anders dan de kale bewering dat het bedrijf een 'dominant marktaandeel van meer dan 60 procent' had en nog steeds heeft", zo schrijft de rechtbank. "Een dergelijke niet-onderbouwde bewering zou ternauwernood kunnen volstaan in een antitrustzaak met betrekking tot een meer traditionele goederenmarkt." Maar volgens de rechter 'gaat het in deze rechtszaak niet om een gewone markt', omdat het een 'persoonlijke socialenetwerkdienst' betreft.
"Dergelijke diensten zijn gratis te gebruiken en het is nauwelijks duidelijk wat precies onder zo'n dienst wordt verstaan. In deze ongebruikelijke context maakt het onvermogen van de FTC om in enige mate aan te geven welke maatstaven of methoden zij heeft gebruikt om het marktaandeel van Facebook te berekenen, naast haar vage '60 procent plus'-bewering, de klacht te speculatief en te concludent om verder te gaan."
De rechtbank meldt daarbij wel dat het niet de volledige antitrustzaak seponeert, maar alleen de eerste klacht. Dat stelt de FTC in staat om een gewijzigde aanklacht in te dienen. De marktwaakhond heeft tot 29 juli de tijd om een dergelijke klacht in te dienen bij de Amerikaanse rechtbank, waarin de FTC duidelijk moet maken hoe het tot de conclusie is gekomen dat Facebook een illegale monopoliepositie heeft.
Boasberg heeft ook een gerelateerde antitrustzaak van 48 Amerikaanse procureurs-generaal verworpen. Die antitrustzaak was ook gericht op het ongedaan maken van Facebooks overnames van Instagram en WhatsApp. De procureurs-generaal stelden dat Facebook concurrentieverstorend gedrag zou hebben vertoond door concurrenten over te nemen, waarbij de groep ook verwees naar Facebooks omgang met andere concurrenten, zoals Snapchat. De rechtbank stelt echter dat er te veel tijd is verstreken om die zaak voort te zetten.
Een woordvoerder van Facebook laat in een statement weten dat het bedrijf blij is met de beslissing. Het bedrijf stelde eerder dit jaar zelf al dat de FTC onvoldoende bewijs geleverd zou hebben voor een mogelijke monopoliepositie van het bedrijf en diende daarom moties in om de complete antitrustzaak te seponeren.