De rechtbank in Washington D.C. heeft Facebook de opdracht gegeven om haatberichten over Rohingya's uit Myanmar te delen met onderzoekers. De informatie uit de berichten moet helpen om Myanmar te vervolgen voor internationale misdaden tegen de moslimminderheid.
In de uitspraak bekritiseert de rechter Facebook voor het niet overleggen van de informatie. Facebook vindt dat het de data van gebruikers niet kan vrijgeven, omdat het in strijd zou zijn met de wet. Volgens Reuters veegt de rechter dit bezwaar van tafel en noemt hij de privacybezwaren van Facebook 'rijk aan ironie', waarbij de rechter verwijst naar de privacyschandalen van het techbedrijf in de afgelopen jaren.
In een reactie tegenover Reuters heeft Facebook laten weten de beslissing van de rechter te gaan bekijken en dat het al vrijwillig en rechtmatig data had vrijgegeven ten behoeve van het onderzoek. De Verenigde Naties trokken in 2018 al aan de bel omdat Facebook te weinig optrad tegen haatzaaiing op zijn platform in Myanmar.
Sinds 2017 zijn meer dan 730.000 Rohingya moslims Myanmar ontvlucht nadat het leger van het land jacht maakte op de minderheidsgroep. Volgens mensenrechtenorganisaties vonden er massamoorden plaats en werden complete dorpen verwoest.
Facebook ligt vaker onder vuur als het gaat om het aanpakken van illegale en haatzaaiende activiteiten op zijn platform. Eerder deze maand lekte er uit interne documenten uit dat werknemers bij Facebook ontevreden zijn hoe het bedrijf omgaat met het aanpakken van mensenhandel en drugskartels. Uit de documenten in handen van The Wall Street Journal blijkt dat medewerkers meerdere malen aan de bel hebben getrokken over illegale activiteiten op Facebook en dat er vervolgens amper iets mee wordt gedaan.