Facebook zou weinig doen om drugskartels en mensenhandelaren op het platform tegen te gaan, ondanks herhaaldelijk aandringen van werknemers. Dat meldt The Wall Street Journal, die interne Facebook-documenten zou hebben ingezien.
Volgens die interne documenten waar The Wall Street Journal over schrijft, hebben meerdere werknemers meermaals aan de bel getrokken bij hun leidinggevenden over illegale activiteiten op het platform door gebruikers uit derdewereldlanden. Vaak wordt er 'amper of niets aan gedaan', concludeert de krant. Het betreft documenten van 2018 tot begin dit jaar.
Mensenhandelaren uit het Midden-Oosten zouden volgens de documenten de site gebruiken om vrouwen erin te luizen om werk voor ze te verrichten, waarna ze behandeld zouden worden als slaaf en in sommige gevallen gedwongen werden tot sekswerk. Ook zou er door werknemers gewaarschuwd zijn dat 'gewapende groepen' in Ethiopië de site gebruikten om geweld jegens de Tigrayaanse minderheden aan te sporen.
Daarnaast werden er volgens de documenten organen verkocht op de site, en zou een Mexicaanse drugskartel Facebook gebruiken om huurmoordenaars te werven, trainen en betalen. Dit alles zou zijn aangekaart door werknemers van het platform en ook door een onderzoeksteam dat door Facebook speciaal zou zijn opgericht om activiteiten van 'risicolanden', landen waar een zekere mate van wetteloosheid heerst, te monitoren. Facebook zou volgens WSJ een aantal aangedragen pagina's hebben gesloten, maar het leeuwendeel niet.
:strip_exif()/i/2004610874.jpeg?f=imagenormal)
Facebook zou volgens WSJ niet alle illegale activiteiten op kunnen sporen, omdat er in sommige gevallen geen enkele werknemer zou zijn die het dialect van de illegale groeperingen machtig is, en ook de automatische systemen, classifiers genaamd, kennen niet genoeg talen om alle gevallen van misdaad op te sporen. Een werknemer zou in een intern document gezegd hebben: ''Onze classifiers werken niet, en we zijn grotendeels blind voor de problemen op onze site.''
Volgens WSJ steekt Facebook daarnaast geen moeite in het verzinnen van een systeem waarmee de misdadigers wel definitief gestopt worden. Het platform zou het belangrijker vinden om gebruikers te behouden en autoritaire overheden te vriend te houden, omdat dat vaak nodig is als Facebook niet wil dat de website in dergelijke landen geblokkeerd wordt, zo zou blijken uit de documenten.
In een reactie aan de krant, zei een woordvoerder van Facebook dat het platform een 'uitgebreide strategie' heeft om om te gaan met dergelijke risicolanden. Zo zou het wereldwijd beschikken over teams 'die bij elkaar meer dan vijftig talen vloeiend spreken', en zou er contact zijn met experts en factcheckers.
In 2018 trok de VN al aan de bel omdat Facebook in Myanmar te weinig zou doen aan haatzaaiing op het platform. Toen gaf Facebook aan de kwestie serieus te nemen en met experts ervoor de zorgen dat het aantal haatberichten afneemt. Duitsland had een jaar daarvoor al een wet aangenomen waardoor het land socialmediabedrijven boetes kan opleggen als ze dergelijke berichten niet op tijd verwijderen. Op basis van die wet kreeg Facebook in 2019 een boete van twee miljoen euro van Duitsland, omdat het de klachten van gebruikers over illegale content niet volledig zou hebben gemeld.