Nederland weet niet of de Verenigde Staten Nederlanders afluisteren. Dat gaf minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken dinsdagavond toe in Pauw en Witteman. Volgens Plasterk moet de vraag of Nederlanders worden afgeluisterd, worden beantwoord.
"We weten niet of we worden afgeluisterd", zo zei minister Plasterk dinsdagavond in Pauw en Witteman. De Amerikaanse geheime diensten geven dat volgens hem niet aan. "Geheime diensten, ook de onze, zijn niet verplicht om informatie te delen met andere diensten", zo verklaarde hij. Desondanks wil Nederland toch graag weten van de Amerikaanse overheid of de Amerikaanse inlichtingendiensten Nederlanders afluisteren.
Het liefst wil Plasterk dat wanneer een Amerikaanse inlichtingendienst een Nederlander wil afluisteren, contact wordt opgenomen met de Nederlandse inlichtingendiensten. "Dan krijg ik het op mijn bureau en moet ik al dan niet een handtekening zetten dat wij, met onze dienst, zo iemand in de gaten houden." Dat is de inzet van Nederland bij gesprekken met de Amerikaanse inlichtingendiensten. "Als je jarenlang goed met elkaar samenwerkt, kun je zeggen: we doen die dingen samen", zo zegt Plasterk.
Volgens Plasterk is het nooit uit te sluiten dat een buitenlandse inlichtingendienst Nederlanders afluistert, en doet Nederland om die reden aan contra-spionage, om spionage van andere landen op te sporen. "Een deel van de wettelijke taak van onze veiligheidsdiensten is ervoor zorgen dat we niet bespioneerd worden", aldus Plasterk. "Als we denken dat bij ambassade X iemand zit te spioneren, kunnen we daar bijzondere middelen op inzetten, bijvoorbeeld tappen of schaduwen." Plasterk wil niet aangeven of ook de Amerikaanse ambassade het doelwit van Nederlandse spionage is geweest.
Onlangs zei Tweede Kamerlid Ronald van Raak van de SP dat NSA-klokkenluider Edward Snowden, die de onthullingen over omvangrijke spionageprogramma's van die inlichtingendienst aan het licht bracht, in de Tweede Kamer uitgenodigd zou moeten worden. Minister Plasterk vindt dat een slecht idee. "Hij wordt gezocht en we hebben een uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten", aldus Plasterk, die ook aantekent dat de informatie die Snowden naar buiten heeft gebracht, gevaren kan opleveren. "Maar dat is aan de justitie van zijn land", aldus Plasterk.
Maandag berichtte Tweakers dat de NSA in een maand tijd vorig jaar 1,8 miljoen keer metadata van telefoongesprekken onderschepte. Plasterk tekent in de uitzending aan dat het wellicht gaat om gesprekken tussen bellers in Nederland en de Verenigde Staten, en dat gesprekken binnen Nederland dus niet worden onderschept. Hij gaf echter toe dat niet zeker te weten. Dat lijkt niet waarschijnlijk: juist op dagen dat veel Nederlanders met Amerika zouden bellen, bijvoorbeeld met kerst of oud en nieuw, onderschepte de NSA geen metadata. Dat zijn juist dagen dat mensen die Amerikanen kennen, contact zouden opnemen, bijvoorbeeld om een goed nieuwjaar te wensen. Bovendien heeft Plasterk het over 60.000 telefoontjes per dag met Amerika, terwijl op ogenschijnlijk willekeurige dagen in Nederland metadata werd onderschept van vier keer zoveel gesprekken.
Het hoofd van de Amerikaanse inlichtingendiensten, James Clapper, spreekt tegen dat de NSA op grote schaal in Europa gesprekken afluistert. Zijn ontkenning gaat over het afluisteren van telefoongesprekken, maar niet over het onderscheppen van metadata. Bovendien heeft hij het over Frankrijk, waar Le Monde maandag een artikel publiceerde waarin de suggestie naar voren kwam dat de NSA 70 miljoen gesprekken afluisterde in een maand tijd.