De oppositie in de Tweede Kamer wil weten waarom er zoveel onduidelijkheid was rond de herkomst van de 1,8 miljoen metadata-records. "Het is hier geen café", zei D66-Kamerlid Gerard Schouw tegen Plasterk. Pas vorige week werd bekend dat Nederland zelf achter de dataverzameling zat.
De Tweede Kamerleden uitten hun onvrede in een debat in de Tweede Kamer op dinsdag, dat tot diep in de nacht zou duren. "Waarom is dit falen zo diep in de doofpot gestopt dat de leugen van de minister tot staatsgeheim is verklaard?", vroeg Kamerlid Ronald van Raak van de SP zich af.
Tot vorige week luidde de boodschap van het kabinet dat niet de Nederlandse, maar de buitenlandse inlichtingendiensten achter de verzameling van 1,8 miljoen metadata zaten. Pas toen er een rechtszaak tegen Plasterk diende, gaf het kabinet duidelijkheid. "Zonder rechtszaak was dit voor altijd verborgen gebleven", aldus Van Raak. Tweede Kamerleden ergerden zich er vooral aan omdat de Noorse overheid, die ook in Snowden-onthullingen voorkwam, wel direct naar buiten bracht dat zij de data zelf had verzameld en had gedeeld met de NSA.
D66-Kamerlid Gerard Schouw vraagt zich af of de Tweede Kamer wel 'adequaat is geïnformeerd'. "Het correct informeren van het parlement is de machinekamer van onze democratie", aldus Schouw. Het kabinet wist eind november al van de herkomst, maar besloot de herkomst van de data toen niet naar buiten te brengen, omdat het zou gaan om 'staatsgeheimen'. Tot die tijd suggereerde het kabinet nog dat de metadata door de NSA werden verzameld; achteraf bleek dat een onjuiste hypothese. "Een informatiegokje nemen mag niet", zei Schouw. "Het is hier geen café."
Volgens PVV-Kamerlid Martin Bosma lijdt Plasterk aan ijdelheid. "Het is lekker makkelijk om Amerika te bashen, maar dat is meer iets voor bananenrepublieken", aldus Bosma. Dat de informatie pas naar buiten kwam toen er een rechtszaak diende, noemt Bosma 'raar'. CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg is het daarmee eens: "Het is blijkbaar prima om een bondgenoot te beschuldigen en vervolgens geheim te houden dat je het zelf bent", aldus Van Toorenburg. "Hoe is die kritiek ontvangen in de Verenigde Staten? Heeft de minister excuses gemaakt?"
De PvdA, de partij waar Plasterk van afkomstig is, oordeelde minder hard, maar stelt wel dat de minister hypotheses niet als feiten had moeten presenteren. "De minister had niet als feit moeten presenteren wat geen feit was", aldus PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt. Dat de PvdA Plasterk niet strenger veroordeelt, kwam Recourt op veel kritiek te staan. Zijn collega Klaas Dijkhoff van coalitiepartner VVD vindt dat Plasterk 'voorzichtiger' had moeten zijn met zijn uitlatingen. Liever had hij gezien dat er helemaal niets over de verzameling van metadata naar buiten was gekomen.
De ChristenUnie reageert kritisch. "Toen de minister niet wist hoe het zat, sprak hij, en toen hij wel wist hoe het zat, zweeg hij", aldus Kamerlid Gert-Jan Segers. GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik hoopt dat er niet alleen een debat komt over de positie van Plasterk, maar ook over de inlichtingendiensten zelf. "Heiligt het doel wel de middelen?", vroeg Van Ojik zich af. "Het zou goed zijn als de Tweede Kamer daar snel een debat over voert", aldus Van Ojik.
In oktober meldde Tweakers dat de NSA in december 2012 en januari 2013 in een maand tijd metadata van 1,8 miljoen telefoongesprekken in Nederland onderschepte. Vorige week besloot het kabinet alsnog om de herkomst naar buiten te brengen; de rechtszaak tegen Plasterk was de directe aanleiding daarvoor. De eisers in die zaak, onder wie journalisten, activisten en advocaten, willen dat het kabinet wordt verhinderd om data van buitenlandse inlichtingendiensten te gebruiken als die niet rechtmatig zijn verkregen. Daarbij werden de 1,8 miljoen metadata-records als voorbeeld gebruikt.
Het kabinet was bang dat de rechter zou oordelen dat er inderdaad restricties moeten komen op het gebruik van gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten. Om dat te voorkomen, is de herkomst van de gegevens nu alsnog openbaar gemaakt, schreef Plasterk maandag.
De 1,8 miljoen metadata-records hebben betrekking op satelliettelefonie, bleek uit een brief aan de Tweede Kamer van vandaag. Het gaat bij de 1,8 miljoen records vooral om gesprekken, maar ook om een beperkt aantal sms'jes en faxjes. Het gaat daarbij om '1,8 miljoen verschillende momenten van communicatie', waarbij een of beide van de twee gesprekspartners in het buitenland waren. Ze zijn verzameld en gedeeld 'in het kader van terrorismebestrijding en militaire operaties in het buitenland'.