Minister Jeanine Hennis-Plasschaert heeft de Tweede Kamer in het geheim wel degelijk geïnformeerd over de herkomst van de metadata van Nederlandse telefoontjes in documenten van klokkenluider Edward Snowden.
Dat gebeurde in de zogenoemde commissie-Stiekem, waarover niets naar buiten mag komen. In die commissie werd de Tweede Kamer al in december ingelicht, schrijft NRC Handelsblad. In de commissie-Stiekem worden de fractievoorzitters van de partijen in de Tweede Kamer in vertrouwen ingelicht over de activiteiten van de inlichtingendiensten.
De commissie is zo geheim dat de fractievoorzitters zelfs niet met hun collega-Kamerleden mogen overleggen over wat er is besproken. NRC schrijft bovendien dat sommige fractievoorzitters door de bewoordingen van de minister geen idee hadden waarop de minister doelde.
Minister Plasterk, die bij de bijeenkomst van de commissie-Stiekem was, moest zich vorige week in de Tweede Kamer verantwoorden omdat hij de Kamer niet zou hebben ingelicht over de herkomst van de metadata van 1,8 miljoen telefoontjes; hij overleefde een motie van wantrouwen. Begin november zei Plasterk nog dat niet de Nederlandse, maar de Amerikaanse inlichtingendienst achter het verzamelen van de data zou zitten. De Nederlandse aftap-organisatie van de militaire geheime dienst MIVD zat echter achter het verzamelen van de metadata.