De FBI heeft zijn hulp toegezegd bij het toegang verkrijgen tot een iPhone 6 en een iPod. Deze zijn belangrijk in een moordzaak in de Amerikaanse staat Arkansas. Onlangs wist de FBI al met de hulp van een onbekende derde partij toegang te krijgen tot een iPhone 5c.
Het is onduidelijk welke techniek de FBI wil gebruiken om toegang te krijgen tot de apparaten en of dit dezelfde techniek is die eerder deze week is toegepast bij de iPhone in de zaak rond de aanslagen in San Bernardino. Daarover wilde de federale onderzoeksdienst ook niets loslaten. De Officier van Justitie die was belast met de vervolging in de moordzaak vroeg om de zaak uit te stellen toen de FBI met het nieuws naar buiten kwam. De iPhone en de iPod behoren toe aan twee verdachten.
Het is niet bekend welke versie van iOS op de iPhone 6 is geïnstalleerd. Het verschil met de iPhone 6 is dat deze voorzien is van een vingerafdrukscanner en een extra laag beveiliging in de vorm van een 'Secure Enclave'. Dit is een co-processor die gebruikmaakt van versleuteld geheugen en een random number generator aan boord heeft. Als het apparaat opstart wordt er aan de hand van een onbekende UID een sleutel aangemaakt, waarmee de processor bestanden versleutelt die deze naar het bestandssysteem schrijft.
Volgens iOS-expert Jonathan Zdziarksi zou de aanwezigheid van deze co-processor toegang tot de iPhone bemoeilijken, als er gebruik wordt gemaakt van een techniek als nand mirroring. Hij vermoedde dat deze is toegepast om toegang te verkrijgen tot de iPhone 5c in de San Bernardino-zaak. Hij spreekt ook van de mogelijkheid van een softwarematige manier, die in principe ook zou moeten werken op toestellen met Secure Enclave.
Eerder zei een FBI-agent tegen de LA Times dat het onwaarschijnlijk is dat de techniek die toegang verschafte tot de iPhone 5c ook voor andere modellen gebruikt zou kunnen worden. Ook zou de techniek niet in strafzaken toegepast worden, omdat er dan de kans bestaat dat deze openbaar wordt.