De Europese lidstaten zouden een akkoord hebben bereikt over boetes in de nieuwe EU-brede privacyverordening, meldt persbureau Reuters. Bedrijven die zich niet aan de regels houden, kunnen daardoor een boete krijgen tot maximaal 2 procent van hun jaaromzet.
De lidstaten zouden woensdag een akkoord hebben bereikt over de boetes in een ontwerptekst van de Europese privacyverordening, die is geschreven door de huidige EU-voorzitter Letland, meldt Reuters op basis van diplomatieke bronnen. In het document worden boetes tussen de 0,5 en 2 procent van de wereldwijde jaaromzet voorgesteld voor bedrijven die zich niet aan de regels houden. Als bedrijven niet de data verwijderen over personen die volgens het 'recht om vergeten te worden' had moeten worden weggehaald, kan ze dat maximaal 1 procent van hun omzet kosten.
Op dit moment onderhandelen lidstaten van de Europese Unie over de nieuwe EU-brede privacyverordening. Nu geldt nog de 95/46/EG-richtlijn, ook wel Databeschermingsrichtlijn genoemd, uit 1995. In 2012 kwam de Europese Commissie vanwege technologische ontwikkelingen met een voorstel voor gemoderniseerde wetgeving. Daarin is bijvoorbeeld ook het 'recht om vergeten te worden' opgenomen. Sinds een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU vorig jaar is dit recht, dat inhoudt dat irrelevante gegevens over burgers op internet na een bepaalde termijn op verzoek moeten worden verwijderd, overigens ook al jurisprudentie.
De nieuwe regels worden gegoten in de vorm van een Europese verordening in plaats van een Europese richtlijn. Een Europese verordening is direct van toepassing in alle lidstaten; een richtlijn moet eerst nog door een land zelf worden omgezet in nationale wetgeving. In Nederland is dat bijvoorbeeld de Wet bescherming persoonsgegevens, in België de privacywet. Met de nieuwe verordening worden de privacyregels voor de hele EU geharmoniseerd. Het voorstel zou eigenlijk in 2014 al in stemming worden gebracht in het Europees Parlement, maar vanwege de grote reikwijdte duren de onderhandelingen nog steeds voort.
Door de verschillende implementaties van de 95/46/EG-richtlijn in de lidstaten hebben nu niet alle nationale privacytoezichthouders de mogelijkheid om boetes uit te delen. De verordening zou privacytoezichthouders dus een groter machtsmiddel geven om erop toe te zien dat bedrijven de privacywetgeving naleven. Overigens is de Nederlandse regering ook al bezig met het introduceren van een ruimere boetebevoegdheid voor de Nederlandse toezichthouder, het College bescherming persoonsgegevens. Een wetswijziging die naar verwachting binnenkort wordt behandeld door de Eerste Kamer, geeft het College de mogelijkheid om boetes te geven tot 810.000 euro bij overtredingen. De mogelijkheid om boetes op te leggen tot 2 procent van de jaaromzet, zou vooral bij grote bedrijven als Google en Facebook nog eens een forse uitbreiding van de bevoegdheid betekenen.
Als alle onderdelen van de ontwerptekst zijn goedgekeurd, moeten ministers uit de Europese lidstaten er in juni nog hun fiat aan geven. Daarna kan het voorstel naar het Europees Parlement. Dat wil maximale boetes van 5 procent van de jaaromzet, dus wellicht worden de boetes in de Europese verordening nog hoger.