Door Willem de Moor

Redacteur

Als nanometers te groot worden

Transistors op ångströmschaal

30-06-2017 • 06:00

44

Multipage-opmaak

Inleiding: op naar de ångström

Het Vlaamse onderzoeksinstituut Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum, kortweg imec, werkt samen met diverse bedrijven, zoals Intel, Samsung en GlobalFoundries, onder meer aan de ontwikkeling van cmos-technologie. Het instituut is gehuisvest in Leuven en werkt samen met de lokale universiteit, maar ook met researchcentra in Taiwan, de Verenigde Staten, Japan en Nederland. Het imec houdt jaarlijks een evenement, het Imec Technology Forum, waarop de stand van zaken op technologisch gebied uiteen wordt gezet, en dan natuurlijk vooral op de vlakken waarop het imec en zijn partners onderzoek doen.

Een van de belangrijkste onderzoeksgebieden van het imec en zijn partners is de halfgeleiderindustrie, en dan in het bijzonder het ontwikkelen van steeds kleinere cmos-technologie. Bij het imec wordt aan technologie gewerkt die enkele jaren tot zo'n tien jaar in de toekomst moet worden ingezet en een van de interessantste en meest informatiedichte presentaties op dit gebied is die van imecs evp halfgeleidertechnologie An Steegen.

ångström op de roadmapEen van de opvallendste elementen in haar presentatie was een grafiek met transistorscaling in de komende jaren. Momenteel bevinden we ons in de transitieperiode van 14 naar 10nm, maar op de kaart stonden bekende kleinere nodes als 7, 5 en zelfs 3 en 2nm. De node daarna, gepland voor introductie rond 2025 of 2026, spreekt echter niet meer van nanometers, maar van ångström, een eenheid die normaal gesproken gereserveerd is om individuele atomen te beschrijven. Op de roadmap is sprake van een 14A-node, wat overeenkomt met 1,4nm, aangezien één ångström 0,1nm is.

Hoe het imec en consorten denken in de komende jaar of acht te schalen naar transistors met afmetingen in de orde van grootte van ångströms, zullen we in de komende pagina's nader bekijken. Daarnaast kijken we naar de technologie die mogelijk wordt gemaakt door de alsmaar geavanceerdere halfgeleiderindustrie, en welke randvoorwaarden en toepassingen er zoal zijn.

Euv: bij 7 of bij 5nm?

Inmiddels hebben de meeste grote chipfabrikanten, denk aan Intel, TSMC en Samsung, hun plannen voor chipproductie rond 10nm bekendgemaakt. Hoewel de naamgevingen van hun respectievelijke nodes niet altijd een-op-een te vergelijken zijn, komen Intel, Samsung, TSMC en GloFo binnen nu en anderhalf jaar op nodes van zo'n 9 tot 10nm. Dat gebeurt nu nog met traditionele lithografische technieken, maar tegen zeer hoge kosten. Dat blijft niet haalbaar voor kleinere nodes, want dan zouden veel te veel dure stappen nodig zijn om een wafer te verwerken.

Zoals we eerder hebben beschreven, moet een wafer belicht worden om er structuren op te krijgen, maar de huidige 193nm-immersielithografie, vaak afgekort tot 193i, vergt voor kleinere structuren verschillende belichtingsstappen en dus verschillende maskers. Dat is extreem duur en duurt bovendien lang, temeer omdat voor een complete wafer meestal tientallen lagen nodig zijn. Om nog kleinere transistors te maken, vanaf 7nm en daar voorbij, zou double- of triple-patterning niet meer genoeg zijn, maar zou zelfs vier keer belicht moeten worden. Daarom zou euv, de langbeloofde en veelvuldig uitgestelde belichtingstechniek met een veel kortere golflengte van slechts 13,5nm, uitkomst moeten brengen.

Euv-insertion-punt

Volgens het imec zou de 7nm-node een geschikt 'insertion point' voor euv-lithografie zijn. Euv zou dan het aantal belichtingsstappen reduceren naar slechts één, wat de kosten van chips moet drukken. Daarbij zou euv overigens niet voor elke laag ingezet hoeven te worden, maar slechts voor enkele kritische stappen in het productieproces. Dat moet, afhankelijk van de fabrikant, in de loop van 2018 of later plaatsvinden. GlobalFoundries zou in 2019 in zijn New York-fab euv gaan inzetten en ook Samsung zou euv voor zijn 7nm-node inzetten, met een verwachte introductie in 2019. Voor Intel zou het maar zeer de vraag zijn of het euv inzet voor de 7nm-node; waarschijnlijker is dat het bedrijf wacht tot de 5nm-node, een tactiek die ook TSMC lijkt te volgen.

Voor de succesvolle inzet van euv-lithografie moeten nog altijd enkele hordes genomen worden, hoewel de belangrijkste daarvan, de waferdoorvoersnelheid, aardig op orde lijkt. Inmiddels kunnen ruim honderd wafers per uur belicht worden en kunnen structuren met 26nm afstand tussen de horizontale lijnen geëtst worden. Het masker waar het euv-licht doorheen moet schijnen, moet beschermd worden tegen onder meer stof, maar zo'n beschermingslaagje of pellicle moet niet alleen euv-doorlatend zijn, maar ook bestand tegen hitte. ASML werkt aan polysilicon-pellicles, maar het is de vraag of die bestand zijn tegen de hitte én of ze op tijd klaar zijn. Het imec werkt aan een alternatieve techniek op basis van koolstofnanobuisjes, die pellicles moet opleveren die 97 procent van het euv-licht doorlaten en bijzonder sterk zijn.

Euv-resist

Een ander knelpunt is de fotoresistlaag, die bij euv-lithografie uiteraard een andere samenstelling moet hebben dan bij 193i. Groot probleem daarbij is de korreligheid van de resulterende structuren op de wafer. Door de resist zorgvuldig samen te stellen en de belichte wafers chemisch na te behandelen, kunnen de lijnen en kritische dimensies inmiddels goed worden 'afgedrukt', met variaties van slechts enkele nanometers. De featureafmetingen die momenteel gerealiseerd kunnen worden, bedragen 13nm voor de half pitch tussen lijntjes en 18nm tussen gaten voor via's.

Nieuwe typen transistors en ontwerpfilosofie

Het euv-proces lijkt dus langzaam maar zeker onder de controle van chipfabrikanten te komen, maar met een procedé voor chipproductie ben je er nog niet. De grote vraag is natuurlijk, wat moet je maken? Finfets, zoals die momenteel in de logica worden toegepast, kunnen niet eeuwig gebruikt blijven worden. Een van de grote krachten van finfets wordt gevormd door, je raadt het al, de fins of ribben van de transistor. Hoe groter die ribben en hoe meer ervan zijn, des te beter een finfet kan presteren dankzij het grotere contactoppervlak tussen gate en channel. Bij kleinere nodes kunnen minder ribben in finfets gebruikt worden, zodat de voordelen van finfets langzaam verdwijnen. Zo kunnen bij 10nm-finfets twee transistors met drie ribben gebruikt worden, maar bij 7 en 5nm zouden nog maar twee finfets met twee ribben gebruikt kunnen worden, doordat er gewoonweg minder ruimte is.

Cell libraries

Daar zit een mogelijkheid voor euv. In 10nm-finfets worden zogeheten seven-track-libraries gebruikt, die drie finfets per cel mogelijk maken. Als immersielithografie gebruikt blijft worden, daalt dat bij 5nm naar twee en bij 3nm naar één finfet. Met euv-lithografie zouden de tracks verkleind kunnen worden, zodat op 5nm nog steeds een five-track-library gebruikt kan worden, met twee finfets met ieder twee ribben. Pas bij de 3nm-node zou dan naar een ontwerp met slechts één finfet overgestapt hoeven te worden en op dat moment zouden de prestaties van een finfet ongeveer gelijk zijn aan die van een transistor met nanodraden als channel. De nanodraden zouden wel als voordeel hebben dat ze betere scaling mogelijk maken, want binnen een enkele rib zouden verscheidene nanodraden als gate/channel dienst kunnen doen door ze te stapelen binnen de ribben. Bij het imec hebben onderzoekers zo al finfets met acht nanodraden gemaakt.

Het alternatief voor finfets op 3nm zouden 'pinched finfets' zijn, wat in essentie als een nanowire omschreven wordt. De gate zit dan volledig om het channel heen, wat weer betere elektrostatische eigenschappen met zich meebrengt. Een enkele rib met daarin een nanowire zou daardoor kleiner kunnen zijn, zodat transistors kleiner kunnen worden gemaakt. Door verschillende nanowires in een rib onder te brengen, kunnen chipmakers de prestaties verder verbeteren. Als proof-of-concept zijn inmiddels al transistors met acht nanodraden gebouwd en ook het gebruik van germaniumnanodraden of ovale nanodraden van III-V-halfgeleiders, die nanosheets genoemd worden, zou de prestaties van 3nm-transistors verbeteren.

Nanodraad-transistors

Na de 3nm-node zou de 2nm-node volgen en daarvoor is zelfs euv in zijn huidige incarnatie niet geschikt. De printafmetingen van lithografie zijn onder meer afhankelijk van de gebruikte golflengte en hoe goed die kan worden gericht door een lenzenstelsel. Voor 2nm zou de numerieke apertuur van de lenzen omhoog moeten om uiteindelijk bij de volgende node aan te komen. Die wordt niet meer in nanometers gemeten, maar in ångströms, tienden van nanometers. Hoe die node er precies uit moet gaan zien, met wat voor soort transistors en materialen, is nog onduidelijk, maar voor de halfgeleiderindustrie is scaling, het kleiner maken van transistors, nog lang niet dood.

3d-technieken en materialen

Toch zouden kleinere transistors in chips niet de enige methode zijn om zuinigere en snellere chips te bouwen. In plaats daarvan moeten procedés, materialen en ontwerpen hand in hand met elkaar worden ontwikkeld om voor elke toepassing tot een optimale mix te komen. Zo kunnen socs worden ontwikkeld waarin verschillende soorten transistors voor verschillende taken worden ingezet. In bijvoorbeeld de gpu, waar parallellisatie en dus zoveel mogelijk rekeneenheden in een kleine ruimte, belangrijk zijn, kunnen nanodraadtransistors worden gebruikt. In de cpu-cores daarentegen, waar snelheid en rekenkracht nodig zijn, zouden de finfets nog steeds ingezet worden, maar dan zo klein mogelijk natuurlijk. De caches, opnieuw een blok waar hoge dichtheid vereist is, kunnen met mram worden opgebouwd.

Hybrid 3d-socs

Zo'n hybridisatie kan gerealiseerd worden door heterogene halfgeleidertechnologie op een die te integreren, maar een andere optie kan 3d-stacking zijn. Dat zou waarschijnlijk goedkoper zijn, doordat alle verschillende technieken op een eigen wafer gemaakt kunnen worden, maar het stacken en onderling verbinden van de dies in een 3d-structuur zou een hoge mate van precisie van interconnects als tsv's vergen. Een derde methode zou het sequentieel vervaardigen van een die met verschillende technieken zijn, waarbij de ene transistortechniek boven op de andere wordt geproduceerd. Daarbij is de warmteontwikkeling een lastig punt, niet alleen tijdens bedrijf, maar ook tijdens productie. Veel lithografiestappen worden immers bij hoge temperatuur uitgevoerd.

Ultrapuur

Hand in hand met de ontwikkeling van nieuwe transistors moeten ook nieuwe materialen ontwikkeld worden. Waar, kort door de bocht, vroeger een plaat silicium voldeed, zijn nu allerlei materiaalinnovaties nodig om chips te produceren. Een van de bekendste van recente tijden is waarschijnlijk hafniumoxide, dat door onder meer Intel werd ingezet als gate-isolatie, als vervanger voor siliciumoxide. Zo is eigenlijk elke nieuwe node mede mogelijk gemaakt door een verandering in de gebruikte materialen, van strainded silicium tot toekomstige koolstofnanobuizen. Niet alleen de transistors zelf vergen nieuwe materialen. Ook voor de procedés zijn steeds geavanceerdere materialen nodig. Denk maar aan de fotoresistchemicaliën zoals die voor euv ontwikkeld worden. Voor 193i-lithografie worden ArF-lasers gebruikt die argon en fluor nodig hebben en in een fab worden duizenden kubieke meters ultrapuur stikstofgas gebruikt.

Chemicaliën in halfgeleiderindustrieChemicaliën in halfgeleiderindustrie

Voor de eeuwwisseling werden slechts zo'n tien verschillende materialen gebruikt voor de productie van een chip. Inmiddels is dat gegroeid tot zo'n honderd chemicaliën. Bovendien zijn de gebruikte hoeveelheden van elk materiaal kleiner geworden, maar de prijzen zijn ruim vertienvoudigd. Dat is niet zo gek als je bedenkt dat de structuren op een wafer veel kleiner zijn geworden. Dat vergt veel puurdere materialen, want een verontreiniging in de vorm van een ander materiaal in een mengsel heeft een veel grotere impact. Ter illustratie, de meeste mensen zijn bekend met luchtverontreinigingen die in de orde van ppm of parts per million worden gemeten. Verontreinigingen worden door de halfgeleiderindustrie echter in ppq gemeten, ofwel parts per quadrillion, één deeltje op 1.000.000.000.000.000 deeltjes.

Geheugen wordt magnetisch

We tipten bij de neuromorfische systemen al even nieuwe geheugentypen aan als reram, mram en oxram, maar over de hele linie van geheugens wordt aan verbeteringen gewerkt. Zo werd geheugensnelheid tegen capaciteit afgezet, met harde schijven als langzame exponent met hoge capaciteit en sram-cellen als kleine geheugens met hoge snelheid. Dat sram wordt bijvoorbeeld als L1-cache voor processorcores ingezet. Traditioneel zijn de belangrijkste typen geheugen hdd, flash, dram en sram. Daar is niet zo lang geleden scm of storage class memory bijgekomen, denk aan Intels 3d-Xpoint-geheugen.

Er wordt echter hard gewerkt aan nieuwe technieken, zoals spin orbit torque-ram, spin transfer torque-mram en 3d-sram voor de snelle, kleinere geheugens. Daarnaast wordt gewerkt aan onder meer fefet, een afkorting voor ferro-electric fets, phase change-memory, reram of resistive ram en natuurlijk steeds meer lagen 3d-nand.

VfetsVoor caches met sram worden over het algemeen ontwerpen met zes of acht transistors gebruikt en in het verleden schaalde de oppervlakte ongeveer zestig procent per node. Vanaf vijf nanometer en daar voorbij zou een oppervlaktereductie van 0,6x met finfet-transistors echter behoorlijk lastig worden, reden om naar alternatieve transistortechnologie te zoeken. Zo worden voor sram onder meer cfets, of complementary fets ontwikkeld, waarbij een n-fet boven op een p-fet wordt gebouwd. Ook vfets, of vertical fets met p-fets naast n-fets, worden ontwikkeld, waarbij de source en drain boven elkaar zitten met gates en channels ertussen, in plaats van naast elkaar. Met vfets wordt op dezelfde node een oppervlaktereductie van dertig procent ten opzichte van gewone finfets gerealiseerd.

Verder wordt gewerkt aan diverse typen magnetisch ram, zoals spin transfer torque- en spin orbit torque-mram, oftewel stt-mram en sot-mram. Zo is al stt-mram gerealiseerd dat op 0,5V werkt en dan schakelsnelheden van 5ns haalt, oftewel 200MHz, genoeg voor de grotere caches. Het stt-mram kan ongeveer vier keer zo klein gemaakt worden als finfet-geheugen, maar voor L1-caches moet het geheugen sneller. Een goede kandidaat zou sot-mram zijn, waarvan de schakelsnelheid tot onder de 1ns kan dalen, naar het gigahertzbereik dus.

Voor storage class memories, zoals bekend van Intels Optane-geheugen, dat tussen dram en opslag in zit, wordt gewerkt aan nieuwe materialen voor crosspointgeheugen. Twee kruisende lijnen of elektrodes werken als een grid en waar ze elkaar kruisen, wordt een bit opgeslagen als variabele weerstand in een phase-changemateriaal als chalginogenen. Dat materiaal verandert van weerstand als het verwarmd wordt met een stroompje. Het imec heeft met stikstof verrijkte germaniumselenide-legeringen ontwikkeld die stabiel blijven bij hoge temperaturen en een aantrekkelijke kandidaat voor scm vormen.

Oxram

Een ander voorbeeld van geheugen met variabele weerstand is imecs oxram, dat tantalumoxidefilamenten vormt tussen twee elektrodes. De weerstand van de filamenten dient als analoge bit, met meer of minder weerstand in plaats van een logische 1 of 0. Daardoor zou het oxram goed ingezet kunnen worden met tantalumoxide als geleidend materiaal met een duidelijk verschil in hoge en lage weerstand. Bovendien zou het oxram zuinig en robuust zijn, waardoor het zeer geschikt zou zijn voor toepassingen in auto's en iot. Voor iot-toepassingen is het vooral van belang dat het geheugen tijdens lange periodes van inactiviteit zijn data behoudt zonder stroom te verbruiken en direct data paraat heeft om snel uit slaapstand te komen en kort actief te zijn, iets wat met dram niet kan.

Alternatieve systemen en geheugen

Wat als we geen traditionele computers meer maken? Alle computers, processors en socs worden nu nog met een beproefde systeemarchitectuur gemaakt: de Von Neumann-architectuur. Daarin verwerkt een centrale rekeneenheid een bepaalde invoer met behulp van onder meer verwerkings- en instructieregisters, en geheugen om instructies en data op te slaan. Het resultaat wordt teruggegeven als uitvoer. Een van de grootste problemen van die architectuur is de beperkte snelheid waarmee data tussen geheugen en cpu kan worden uitgewisseld. Dat is de reden waarom diverse caches en andere methoden worden toegepast, om toegang tot het trage geheugen zo veel mogelijk te beperken.

Het imec werkt ook aan quantumcomputers en aan
de hardware die de qubitlogica moet aansturen

Voor toekomstige systemen zou het wegnemen van die bottleneck uitkomst bieden, namelijk door geheugen en rekenvermogen te combineren tot neuromorfische of machine- danwel deep-learningsystemen. De transistors die schakelen of rekenen, zijn dezelfde als de transistors die data opslaan, waarbij een aantal geheugenarchitecturen zoals reram en mram geschikte kandidaten zijn. Dergelijke systemen werken met arrays of grids van geheugentransistorcellen die worden getraind met data. Die trainingsdata, bijvoorbeeld de letter E, leidt tot verbeterde geleiding in een kolom van zo'n array. Als nieuwe data aan het array wordt 'gevoerd', zoekt die data de kolom met de corresponderende letters, omdat die het best geleidt, en geeft daar een signaal op. Zo kunnen, in dit voorbeeld, letters herkend worden. Het imec heeft een Oxram-materiaal ontwikkeld dat hiertoe in staat is en dat met veel minder energie toekan dan een machine-learningimplementatie in traditionele hardware.

Naast Von Neumann-systemen en neuromorfische systemen zou een derde architectuur tot veel snellere berekeningen kunnen leiden, mits de data dat toelaat. Al jaren belooft quantumcomputing zeer snelle resultaten, die met traditionele rekenkracht niet of vele ordes van grootte trager berekend zouden worden. Bij het imec werkt men uiteraard ook aan quantumcomputers, maar naast de qubits die hiervoor nodig zijn, kijkt het instituut ook naar de hardware die de qubitlogica moet aansturen. Omdat quantumcomputers vooralsnog extreem gekoeld moeten worden, in de ordegrootte van enkele kelvins, moet ook de cmos-logica goed bestand zijn tegen die extreem lage temperaturen.

Het type quantumcomputers waaraan het imec werkt, is gebaseerd op silicium halfgeleiderquantumbits, waarbij finfets en nanodraden gebruikt worden om met cmos-technologie qubits te bouwen. Dankzij het gebruik van qubits zouden berekeningen met veel minder energie en veel sneller opgelost kunnen worden dan met traditionele computers, die sequentieel werken.

5g, iot en gezondheid

Naast de bekende scalingproblematiek waaraan het imec werkt, werden tijdens het ITF nog veel meer technologieën getoond. Veel daarvan kennen we natuurlijk al, zoals op het gebied van 5g en gezondheid, waar we al eerder over schreven. Dergelijke technologieën worden echter steeds vastomlijnder. Zo worden de eerste pilots met 5g inmiddels uitgevoerd en komen steeds meer gadgets, toepassingen en technieken beschikbaar voor hightechgezondheidszorg.

5g in het verkeer

Op het gebied van 5g worden het internet of things en vervoer meestal in één adem genoemd. Die verschillende technologieën zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, aangezien iot-apparaten zuinige netwerktechniek gebruiken om hun sensordata te verspreiden. Daarbij gaat het vooral om slimme sensoren voor de industrie en allerlei sensoren in steden. Voor slim vervoer, dat natuurlijk ook weer verband houdt met slimme steden, waar bijvoorbeeld verkeerslichten hun status communiceren, zijn juist het low-latencyaspect en de grote bandbreedte van 5g-verbindingen nodig. En een autonoom rijdende auto moet vanzelfsprekend communiceren met andere auto's, weggebruikers en infrastructuur, waarbij de latency in de orde van milliseconden mag zijn.

Tijdens het ITF mochten diverse sponsors onder het mom van presentaties voor eigen parochie preken, wat bedrijven als Cisco en Nokia een mooie gelegenheid bood om hun prognoses voor de aantallen connected devices te delen. Zo zouden er, afhankelijk van welke prognose je mag geloven, in 2020 zo'n 50 miljard tot 75 miljard verbonden apparaten bestaan en stijgt de omzet in de iot-industrie met honderden miljoenen euro's per jaar, met vooral voor consumenten onzichtbare toepassingen, zoals in fabrieken en steden. Toch zouden de voor consumenten relevante smarthomemarkt en wearablemarkt over enkele jaren ieder ruim vijftig miljard waard zijn.

Iot-marktgrootteIot-marktgrootte

Een punt dat hoofdbrekens oplevert, is beveiliging. Langzaamaan begint het iot-landschap wat minder wildewestentrekjes te vertonen en wordt over standaarden nagedacht, maar beveiliging moet nog meer een vast onderdeel worden, zo trachtten diverse sprekers duidelijk te maken. Een van de grootste angsten is het in het verleden al enkele malen getoonde voorbeeld van boordcomputers van auto's die gehackt worden, iets wat bij een volledig autonome verkeersstroom alleen maar gevaarlijker wordt. Maar ook de beveiliging van apparaten met biometrische maatregelen, nabijheidsensoren en ouderwetse wachtwoorden kreeg veel aandacht.

Nog belangrijker is de beveiliging van alle data die door iot-devices, auto's, over mensen en door mensen zelf geproduceerd wordt. Om de zaken extra lastig te maken moet die data, om er optimaal gebruik van te maken, ook nog gedeeld kunnen worden tussen apparaten en diensten. Het heeft immers weinig zin als een auto niet weet dat er een file op de A1 staat. Die data moet echter wel veilig gedeeld worden en niet veranderd of onderschept kunnen worden. Encryptie mag voor automotive toepassingen niet te lang duren en voor sensornetwerken niet te veel energie vergen. Bovendien moet alles gestandaardiseerd worden, zodat het naadloos kan samenwerken.

Databeveiliging geldt in nog sterkere mate in de gezondheidszorg, waar zeer privacygevoelige informatie verzameld kan worden door een groeiend aantal medische sensoren. Een extra factor is dat die data niet alleen wordt verzameld, maar ook gedeeld. Bedenk hoe moeilijk het invoeren van het EPD is en vermenigvuldig dat met enkele factoren, want met genetische data wordt het nog veel gevoeliger wat er over je bekend is. Een verzekeraar bijvoorbeeld kan nu zien dat je ziek bent, maar niet of in je genen een predispositie voor een bepaalde ziekte op latere leeftijd zit, waardoor de premie omhoog zou kunnen. Maar ook kan kankermedicatie effectiever toegepast worden als bekend is tegen welke vormen een bepaald medicijn bij anderen al effectief was. Zo hoeft het wiel niet opnieuw uitgevonden te worden en kunnen de juiste therapieën sneller en gerichter worden ingezet.

Zonne-energie en nanogrids

Naast nieuwe transistorstypen, scaling, quantumcomputers, iot en gezondheidszorg stipte deze editie van het ITF nog een ander interessant aspect aan: energie. Uiteraard wordt bij het imec volop onderzoek gedaan naar zonnecellen, waarbij vooral perovskieten de interesse van het onderzoekscentrum hebben. Met een laagje perovskiet zouden de rendementen van zonnecellen vrij goedkoop hoger worden, maar de vraag is: waar laat je die zonnepanelen? Zoals we nu doen, gewoon op het dak, levert niet genoeg oppervlakte op om aan de alsmaar toenemende vraag naar energie te voldoen. En het zijn just gebouwen, of dat nu huizen, kantoorgebouwen, fabrieken of datacentra zijn, waar de meeste energie verstookt wordt.

Busbar-alternatiefEen oplossing ligt volgens Energyville, een consortium van onder meer het imec, de universiteit van Leuven en Hasselt, in de integratie van photovoltaics in gebouwen. Doorzichtige zonnepanelen kunnen in ramen, puien en daken geïntegreerd worden. Een tactiek om dat minder opzichtig en tegelijk effectiever te maken, is het gebruik van veel dunne draden in plaats van centrale busbars om de individuele pv-cellen aan elkaar te knopen. Dat lost het kenmerkende modulaire en storende uiterlijk van zonnecellen op, en geeft de panelen een uniforme uitstraling. Die dunne bekabeling zou de productie ook goedkoper en eenvoudiger maken, omdat de interconnects als geweven doek over de modules heen gelegd kunnen worden. Elektronica als power optimizers kunnen in kozijnen worden verwerkt om dankzij korte kabels de rendementen zo hoog mogelijk te maken.

Geïntegreerde pv in gebouwen

Bij zonnepanelen horen ook inverters, of omvormers, die van de gelijkspanning die een zonnecel genereert, een wisselspanning te maken die compatibel is met ons elektriciteitsnet. De ironie wil echter dat vrijwel alle appraraten die we gebruiken, van die 230V wisselstroom eerst weer gelijkstroom maken. Dat levert dus twee keer transformatieverliezen op, terwijl we van dc via ac terug naar dc gaan.

Een oplossing zou de introductie van nanogrids in huizen en kantoren zijn, waar duurzame energie afkomstig van zonnepanelen of andere bronnen niet naar wisselstroom geconverteerd wordt, maar gelijkstroom blijft. In plaats daarvan wordt de wisselspanning van het stroomnet centraal in gelijkstroom omgezet en wordt de gelijkstroom van zonnepanelen daarin gemixt. Een distributienetwerk van bipolaire gelijkspanningen zou dan energie door het huis of kantoor verspreiden, waar ledverlichting, airco's, luchtcirculatieapparatuur, koelkasten en natuurlijk elektronische apparatuur als computers en aanverwante hardware er gebruik van kunnen maken.

Als apparaten van een dc-netwerk gebruik kunnen maken, kunnen adapters waarschijnlijk niet helemaal verdwijnen, maar wel een stuk eenvoudiger worden. De hele logica om van wisselstroom gelijkstroom te maken en tot veilige spanningen te reduceren, kan weggelaten worden. In die gelijkrichters en transformators wordt het meeste verlies geleden en in eenvoudigere adapters hoeft alleen een lage gelijkspanning geconverteerd te worden naar de werkspanning van het apparaat.Nanogrid met gelijkstroom

Bovendien zou het eenvoudiger zijn om apparatuur zoals accu's, waaronder Tesla's Powerwall, elektrische auto's en andere gelijkstroomapparaten in het nanogrid te integreren. Tijdens een gesprek met de cto en de voorzitter van het USB-IF bleek dat ook de organisatie achter usb, die onder meer power-delivery ondersteunt, dit nanogridconcept steunt. Volgens hen zouden landen als India en China, en andere landen waar het elektriciteitsnetwerk nog niet helemaal dekkend is, de beste kandidaten zijn voor dergelijke nanogrids. Er zou daar minder weerstand zijn van bestaande infrastructuur.

Tot slot

Bijna alle technieken die tijdens het Imec Technology Forum getoond worden, zijn typische wetenschappelijke ontwikkelingen, die bijna altijd minstens drie tot vijf jaar in de toekomst liggen. Sommige technieken laten wellicht nog een stuk langer op zich wachten of worden nooit in de praktijk gebracht. Zo is het natuurlijk goed mogelijk dat over enkele jaren een veel betere techniek wordt ontwikkeld om 5nm-transistors te maken of dat euv toch niet kosteneffectief inzetbaar blijkt te zijn voor massaproductie.

Andere technieken, zoals nanogrids in kantoren en gebouwen, laten misschien wat langer op zich wachten en zijn zelfs beter geschikt voor gebieden waar nog geen gevestigde infrastructuur de uitrol in de weg zit. Dat geldt in mindere mate voor iot-toepassingen, die in de komende jaren naar verwachting grotendeels onzichtbaar ingezet zullen worden, vooral in industriële toepassingen. Die paar smarthome-installaties, daar zit het grote geld niet, maar in duizenden of miljoenen sensors in fabrieken of distributiecentra wel.

Vorderingen op het gebied van gezondheid lijken altijd meer een wensdroom dan werkelijkheid, maar zullen in gespecialiseerde laboratoria steeds meer gemeengoed worden. Het moment dat elke patiënt zijn of haar dna in kaart kan laten brengen en dat op metaniveau via databases kan delen om neurale netwerken mee te voeden, zijn waarschijnlijk nog ver weg. Al is het alleen maar omdat de gezondheidsindustrie traag en log is, en er tal van regels in de weg staan om dergelijke privacygevoelige informatie te delen.

Daarmee lijkt het imec tijdens zijn ITF enerzijds een informatieve vooruitblik op de ontwikkelingen in de halfgeleiderindustrie te geven en anderzijds wellicht wat utopische what-if-scenario's te schetsen van wat er zoal mogelijk is met voldoende rekenkracht, bandbreedte en innovatie.

Lees meer

Reacties (44)

44
44
31
8
1
10
Wijzig sortering
Leuk artikel!

Voor de mensen die niet weten (of niet meer precies weten) hoe een transistor werkt, hieronder korte uitleg (een aantal versimpelingen, anders pak er een boek bij :) ):

Het icoontje voor een transistor ziet er zo uit: https://nl.wikipedia.org/...a/File:BJT_symbol_NPN.svg
Een transistor heeft haast altijd 3 aansluitpunten er zijn meerdere transistors mogelijk (PNP en NPN). Als in het bovenstaande plaatje een voltage zet op punt "B" die hoog genoeg is dan gaat de opening tussen C en E open, staat er niks op of te weinig dan loopt er geen stroom tussen C en E.

Hier een kleine animatie die dat uitlegt: https://upload.wikimedia..../Transistor_animation.gif

Zoals je ziet geeft de "basis" zelf ook wat stroom mee richting de emitter, dit is meestal ongewenst maar enorm klein.

Zou je een transistor midden doorsnijden, dan kan hij er zo uitzien: http://info.tuwien.ac.at/...tio3_interface/mosfet.jpg

Hier is een animatie hoe het er dan uitziet in een transistor: http://ecampus.matc.edu/m...ransistors/transistor.gif

Wat er gebeurt is dat je op het roze gedeelte stroom zet (de basis in het water voorbeeld) die trekt vervolgens ionen aan waardoor er een "brug" ontstaat en dus de ionen van de linker kant naar de rechter kant kunnen. Haal je de stroom weg dan is de brug weer dicht en is hij uit.

Dit is in feite de basis van een PC en waarom alles zoveel draait om de 0 en de 1. Namelijk een transistor kan aan of uit, niet meer!
Je uitleg begint met BJTs, en eindigt met mosfets. De standaard transistor is de mosfet, en BJTs worden relatief gezien zo goed als niet gebruikt. Ze hebben nog wel toepassingsgebieden, maar die kunnen we voor een eenvoudige uitleg wel negeren.

Oftewel laten we het op de mosfet houden. Die heeft in principe vier terminals, maar drie daarvan zijn de belangrijkste: Gate, Source en Drain. Bulk is de vierde. Ideaal gezien heeft een mosfet geen Gate stroom zoals een BJT basis stroom heeft. Maar bij moderne kleine transistoren lukt dat niet meer, en lekt die gate.

Je laatste animatie is inderdaad hoe het ook in veel universitaire tekstboeken wordt voorgesteld. Het klopt niet, maar het verklaard wel waar ze het idee vandaan halen :P. De elektronen (of gaten, het gebrek aan elektronen) worden aangetrokken uit de source, en niet uit de bulk. En de stroom loopt direct onder de gate. Overigens worden er ook geen ionen aangetrokken. Het zou veel trager werken, immers dan moeten complete atomen gaan rondreizen. Enkel elektronen, of een gebrek aan elektronen, worden aangetrokken.

[Reactie gewijzigd door Sissors op 23 juli 2024 23:41]

Een vraagje, werkt Intel niet juist met finfet, of is dat een sub-soort van Mosfet? Of zijn ze ondertussen alweer overgestapt.
Finfets zijn mosfets inderdaad, de term is een samentrekking van fin-mosfet. En Intel, en eigenlijk iedereen die moderne chips/transistors bouwt, gebruikt finfets...
Dan ligt het er wel een beetje aan wat je moderne chips noemt ;). CPUs en GPUs zijn sinds ook AMD en Nvidia over zijn zo goed als altijd met finfets gemaakt inderdaad. En hetzelfde geldt voor andere chips waar het actieve energieverbruik beperkt moet zijn, en die wel heel veel zware berekeningen moeten doen (baseband processor van je mobieltje bijvoorbeeld).

Maar verder zit het merendeel van de chips gewoon nog op regulier CMOS. Van de USB controller op je moederbord, tot de NFC chip in je telefoon, die worden allemaal gemaakt op regulier CMOS.

@daellat , zoals hierboven beschreven is een finfet inderdaard ook een mosfet. Alleen zie je hierboven in het plaatje van een mosfet dat de gate aan de bovenkant zit, bij een finfet zit die ook nog aan de zijkanten (op het plaatje voor en achter het plaatje). Door van meerdere kanten hem aan en uit te zetten, gaat dat aan en uit zetten beter. En de volgende stap is aan alle kanten een gate, dus ook aan de onderkant.
Aha, bedankt voor je antwoord. Ik heb er een tijdje geleden het e.e.a. over gelezen maar was ondertussen de draad alweer een beetje kwijt. Wel interessante ontwikkelingen in het lab maar massa productie van <10nm gaat nog wel even op zich laten wachten zover ik er toen van begreep ;(
Correct, een fin-fet is een type mosfet.
De gate is als het ware rond de channel gelegd in 3D (een fin, zoals bij een haai ;) ).
https://www.synopsys.com/content/dam/synopsys/newsletters/dwtb-finfet-jan2013-fig2.jpg.imgw.850.x.jpg

Dit zorgt ervoor dat er meer controle is over wat er in de channel gebeurt, wat bij lage nodes (<28 nm) soms wel eens problematisch kan worden.

[Reactie gewijzigd door alopex op 23 juli 2024 23:41]

Als die toekomstige processors zo klein kunnen worden, hebben ze dan geen last van lekstromen?
Ik zie het stukje tekst met foto erbij dat er gezaamlijke technologien bestaan om in de toekomst zo een processor op te bouwen.
Of althans zodanig op te bouwen zodat er verschillende verkleiningen in het verschiet liggen om zo een processor te maken.Er worden verschillende technieken gebruikt om zo een processor op de markt te brengen een beetje angstrom en een beetje huidige techniek en finfet.
ik dacht dat we allang uitgekakt waren met de toekomstige en huidige processor techniek.
Dit artikeltje bewijst het tegendeel.Leuk artikel om te lezen.

[Reactie gewijzigd door rjmno1 op 23 juli 2024 23:41]

Daarop voortbordurend heeft Numberphile op Youtube een erg interessant filmpje gemaakt hoe het principe werkt met behulp van dominostenen. Dan zie je in de praktijk hoe dit werkt. https://www.youtube.com/watch?v=lNuPy-r1GuQ

Ze hebben zelf een simpele rekenmachine gemaakt met dominostenen. https://www.youtube.com/watch?v=OpLU__bhu2w

Aan de hand van dit principe is het niet zo lastig meer te bedenken hoe het lekken van de signalen werkt en wat de problemen hiervan zijn. Ook wat het belang is van de lengte van de paden om ervoor te zorgen dat het systeem correct werkt.

[Reactie gewijzigd door telefoontoestel op 23 juli 2024 23:41]

Coole filmpjes idd, had ik nog niet gezien :) tnx!
Dit filmpje van Crash Course leg het proces en de ontwikkeling ook prima uit.
Deze hele serie van Crash Course geeft trouwens een ontzettend goed beeld over de ontwikkeling van computers.

https://www.youtube.com/watch?v=6-tKOHICqrI&t
Correctie!

Die animatie en uitleg is gewoon wetenschappelijk fout voor het geval van een MOSFET:

Wetenschappelijke uitleg: Er wordt een inversielaag (van minderheidsladingdragers, in p-type zijn dat elektronen) opgebouwd onder de gate door depletie van de gaten in het p-type silicum door een positieve spanning op de gate. In de inversielaag onstaat een geleidend pad (channel) van elektronen (ionen vermijdt je best in een MOSFET) indien er een spanning boven de Vt (threshold) bereikt wordt tussen Gate en Bulk (meestal gekoppeld aan Source). Dat er dus een stroom zoals in die gif is, is gewoon fout omdat die door de bulk lijkt te lopen, een gebied waar je niet wilt dat je stroom loopt!

Ook handig om te weten is, dat de 'stroom' waarover we meestal praten (die van hoge naar lage potentiaal loopt) de stroom van gaten is (die tegengesteld is aan de stroom van elektronen).

Een correcte animatie:
https://www.youtube.com/watch?v=tz62t-q_KEc

Bron: cursus van Imec aan de KU Leuven en onderzoek naar silicon nanowires.

[Reactie gewijzigd door alopex op 23 juli 2024 23:41]

of heel simpel gewoon een elektroniche schakelaar
Mijn complimenten voor deze pracht van een artikel. :)
Het is al lang geleden dat we nog een goed overzicht hebben gehad over wat er in IC's allemaal op ons af komt.
idd uitstekend artikel. Willem de Moor, een naam te onthouden.
En een keer wat anders dan die standaard gekopieerde gefragmenteerde subjectieve info wat op andere sites vaak nog eens beter beschreven staat.
Als aanvulling op het gedeelte over geheugen, PC Perspective heeft een hele goede technische uitleg geschreven over hoe 3D XPoint geheugen werkt:
https://www.pcper.com/rev...Phase-Change-Memory-Works

Ondanks het stellige ontkennen van Intel en Micron, komen ze net zoals The Register tot de conclusie dat het eigenlijk wel heel erg lijkt op Phase-Change Memory... ;)
Goed artikel. Nu is het niet mijn vak gebied, dus zeker van de eerste helft begreep ik misschien maar de helft. Maar het is een pracht van een artikel. Dank hiervoor.
Het is ook niet mijn vakgebied, maar ik vond het toch uitzonderlijk goed geschreven. Ondanks dat ik geen chip kan ontwerpen, heb ik wel een idee wat de de komende jaren gaan zien in chipland.

Vooral zo'n grafiekje dat aangeeft dat de verkleining de komende jaren nog steeds ruimte heeft, al zal het niet meer ideaal de logaritmische curve volgen is eingelijk wel indicatief wat we kunnen verwachten.
Het is toevallig wel mijn vakgebied; complimenten naar de schrijver Willem de Moor!
Zo zie je maar dat je niet te bang moet zijn om iets dieper te gaan - als 'het publiek' toch de helft kan volgen en ook nog de moeite neemt door te lezen dan is dat ruim voldoende.
Bij steeds kleiner maken van chips neemt de levensduur van chip ook iets af. Door zeer kleine transistoren is invloed van slijtage ook wat groter. Waar oude chips (486, P233 MMX of Pentiums) nog steeds solide tientallen jaren kunnen werken gaan nieuwste cpus sneller stuk als ze te warm worden en kunnen wat kuren vertonen. Ook uitval tijdens fabricage wordt wat groter.

En zelfs neemt de verwerkingsnelheid toe, de warmte tijdens gebruik zal wel kritischer worden. Overklokken maakt meer warmte en ik denk dat in toekomst overklokken steeds lastiger wordt. De grenzen worden sneller bereikt.

Het is wel mooi dat bedrijven zoveel mogelijk vooruit denken. Want ontwikkeling duurt jaren en alles moet zeer goed getest worden voordat chipfabrikanten machines kunnen gebruiken. Vooruit lopen is zeer belangrijk zodat chip ontwikkeling zelf door kan lopen. Anders loopt alles vast en kopen we dan een Intel i7 nog steeds van dezelfde model voor paar jaar omdat nieuwe niet snel kan komen...

Er is verteld over 5g, iot en veiligheid. Zeker, veiligheid is zeer belangrijk, als je nu ziet hoeveel iots erg slecht beveiligd worden. De schuld zit in China, want zij produceren zo goedkoop mogelijk diverse iots. De ontwikkeling op veiligheid kost geld, dus je kan al raden, er wordt nauwelijks getest en goed afgestemd. Ze stoppen gewoon standaard firmwares in en daar zitten nogal wat gaatjes in, samen met domme standaard wachtwoorden en codes.

In toekomst moeten iots echt veilig zijn, ook in openbare omgeving met b.v. verkeer en auto's. Anders krijg je zo een beeld van game Watch Dogs waar je met mobiel boel kan regelen of dwarsbomen. We zijn tegenwoordig bijna continu in strijd met terrorisme met hun hack aanvallen. Digitale oorlog zal dus meer voorkomen.
Slechte beveiliging is niet het enige probleem, en het ligt ook niet alleen in China. Ik was vorig jaar op bezoek bij Cisco in de VS, die een enorme toekomst zien in IoT. Toen iemand vroeg hoe het met de privacy gesteld was antwoordde de hoge pief: "Dat is niet ons probleem, het kan de consument toch weinig schelen".
verrassend eerlijk antwoord, meestal bullshitten mensen gewoon als dat soort vragen komen
Cisco zit ook meer in de onderste lagen van het netwerk. Wel een eerlijk antwoord maar denk dat het te vergelijken is met een provider die het niet uit maakt wat je op het internet doet, hun taak is zorgen voor connectiviteit. Ze gaan​ zich geen zorgen maken dat je smart tv alle bestandsnamen van afgespeelde video's door speelt naar de fabrikant om maar wat te noemen.
Nu gaat de Nederlandse gigant in Veldhoven ASML hier ook een rol in spelen natuurlijk.
Aangezien zij de machines produceren, die deze chips uiteindelijk mogelijk moeten gaan maken.
En mocht iemand nu nog nooit van ASML gehoord hebben (lijkt me sterk, maar kan natuurlijk) dan kun je er hier in een video eens een kijkje nemen:
ASML: Verkleining chips is grote kunst

En heb er inmiddels nog twee kunnen vinden, dus voor de liefhebbers:
ASML: de onbekende gigant
Interview ASML-ceo Peter Wennink

Verder een top artikel weer Willem
Ik heb hem in elk geval wederom met veel plezier gelezen, en er weer wat van opgestoken.
:Y)
''Als nanometers te groot worden...''

''...dan worden het micrometers''


I should go..
Een micrometer (10-6 meter) is 1000x zo groot als een nanometer (10-9 meter)

Eén ångström is 10-10 meter, dus 10 keer zo klein als één nanometer. Ofwel 100 picometer (10-12 meter)
Ja inderdaad, waarom houden ze de term picometer dan niet aan?

Verder een prachtig diepgaand (voor mij dan) artikel!
Dat vroeg ik me ook af. Waarom nu weer 'imperische' maatvoering en niet gewoon metrisch?
Het natuurlijk geen imperische maatvoering, omdat hij nog steeds met een macht van tien afhangt van de meter. Het is inderdaad niet 'volledig' metrisch omdat het officieel niet tot het SI-stelsel toebehoord, maar soms zijn dat soort eenheden toch handig in een bepaald vakgebied en blijven ze bestaan vanwege historische redenen. Er zijn nog veel vervelendere eenheden hoor, zie bijvoorbeeld de Einstein die in de biologie nog veel gebruikt wordt.

[Reactie gewijzigd door Mindstorms op 23 juli 2024 23:41]

Angstrom is idd geen officiele imperische maat, maar de gedachtegang achter de eenheid is gelijk aan inperische maatgeving. Het idee van imperische maatgeving is het maken van eenheden die vergelijkbaar zijn met 'gebruiksvoorwerpen' die voor een bepaalde toepassing handig is. Vaak worden imperische maten gelinkt aan lichaamsdelen, maar ook grootte zaadjes van planten of grootte van akkers. Angstrom is net als imperische maatgeving gelinkt aan de grootte van een 'gebruiks voorwerp' (in ruime zin van het woord) die voor die toepassing handig is.

De factor 10 zorgt er wel voor dat het idd makkelijker is te mixen met metrisch, maar toch betwijfel ik dat het handig is om opnieuw die imperische mindset te hanteren. Dat ze dat in biologie ook doen met de einstein of in de astronomie/ruimtevaart ook doen met UA's (afstand van zon tot aarde), lichtjaren (gebaseerd op aardse jaren) en parsecs (gebaseerd op ons sterrenstelsel) maakt dat nog niet direct de juiste keuze.

De metrische maatvoering wordt op dit moment gezien als de betere en is heel goed schaalbaar. Ik zou daar niet zomaar vanaf stappen zonder hele goede redenen erachter. En helemaal niet wanneer picometers nog perfect dienst kunnen doen. Laten we eerlijk zijn. Het nadeel van 900 picometer zeggen tegenover 9 angstrom is nou ook niet zo heel groot.

[Reactie gewijzigd door aicaramba op 23 juli 2024 23:41]

Leuk betoog, maar de ångström is gewoon metrisch.
Het is niet alleen gebaseerd op factor 10, het mapt direct naar meters. Het is precies 10^-10 meters en schaalt precies net zoals meters, in machten van 10. Het is dus gewoon een andere naam voor 10^-10 meters. De maatvoering is dus precies hetzelfde als bij de meter.

Als we jouw betoog mogen geloven dan is bijvoorbeeld de centimeter ook niet metrisch.
:*)
De metrische maatvoering wordt op dit moment gezien als de betere en is heel goed schaalbaar. Ik zou daar niet zomaar vanaf stappen zonder hele goede redenen erachter. En helemaal niet wanneer picometers nog perfect dienst kunnen doen. Laten we eerlijk zijn. Het nadeel van 900 picometer zeggen tegenover 9 angstrom is nou ook niet zo heel groot.
Niet alleen dat, maar de levensduur van de Angstrom is hier ook maar heel beperkt. Niet lang of je zit onder de 1 Angstrom en dan ga je met getallen als 0.67[Angstrom] aan de slag waar 67pm veel intuitiever is.
Omdat een angstrom ongeveer de orde van grootte van een atoom is, in dit soort onderzoek ga je wss toch niet knecht kleiner dan dat zitten.

Verder zoals zo vaak met eenheden zijn het historische redenen. Dit is nou de eenheid die veel gebruikt werd in deze tak van onderzoek dus doen ze dat nog steeds.
Maar voor mijn gevoel is dat exact de valkuil waar amerikanen zijn ingelopen met het imperische systeem. Eenheden linken aan groottes van bekende objecten. Klinkt heel logisch, maar we hebben geloof ik toch geaccepteerd dat het achteraf niet optimaal was.

En wie zegt dat we nooit bruikbare bouwstenen kleiner dan atomen ontdekken? Juist in de wetenschap lijkt het me handig om dat niet voor 100% uit te sluiten.

Hetzelfde verhaal in de astronomie. Waarom lichtjaren en parsecs? Het heelal heeft een doorsnede van 4,32 yottameter btw. Voor als iemand wil zeggen dat met km's de getallen te groot worden.

Disclaimer: dat heb ik een aantal jaar geleden uitgerekend. Wellicht heeft de wetenschap ondertussen een andere aanname qua grootte van het universum.

[Reactie gewijzigd door aicaramba op 23 juli 2024 23:41]

Maar voor mijn gevoel is dat exact de valkuil waar amerikanen zijn ingelopen met het imperische systeem.
Jouw gevoel klopt niet. De angstrom wordt niet gedefinieerd in natuurlijke lengtes, het wordt gedefinieerd in meters. Het is precies 100 picometer.
2 angstrom is 200 picometer, 3 angstrom is 300 picometer etc.

Er is qua maat dus helemaal geen verschil tussen angstrom en meter.
Maar voor mijn gevoel is dat exact de valkuil waar amerikanen zijn ingelopen met het imperische systeem. Eenheden linken aan groottes van bekende objecten.
???
U weet dat de meter afstamt van per definitie 1/40 000 000'ste van een bekend object, namelijk de omtrek van de aarde? En Seconde net zo, namelijk 1/(24*3600)’ste van een etmaal? Dat 'candela' staat voor een bekend object, namelijk '1 kaarssterkte' aan licht? Dat 1 Kelvin gelijk is aan 1/100ste tussen kook en vriespunt van 'bekend object' water? De kilo vroeger gelijk was aan bekend object '1 liter water', dus afgeleid van water en aardomtrek, en kilogram helemaal geen eenheid kan zijn omdat het een decimaal voorvoegsel 'kilo' heeft? En dat de mol is afgeleid van bekend object '1 gram waterstof', dus van aardomtrek, water en waterstof?

Metrisch is net zo arbitrair als imperiaal; alleen het decimale maakt het simpeler.
Ik snap je punt, het is inderdaad onhandig om meerdere eenheden voor hetzelfde te hebben, alleen is de angstrum hier het minst schuldig aan, aangezien deze gewoon 100 picometer is, of 0.1 nanometer. Ik denk dat deze ook meer is ontstaan omdat het gewoon ziekelijk iritant is om alles of in een cijfer achter de komma of in hondertallen te noemen. Wat het geval is als je op atomair niveau rekent. Mochten we willen rekenen met iets wat een schaal kleiner is dat atomen houd ook niemand je tegen om dan picometer of zelfs femtometers te gebruiken.
" Voor slim vervoer, dat natuurlijk ook weer verband houdt met slimme steden, waar bijvoorbeeld verkeerslichten hun status communiceren, zijn juist het low-latencyaspect en de grote bandbreedte van 5g-verbindingen nodig."

Zodat de BMW achter je via 5G kan claxoneren als je een milliseconde te laat optrekt. Wat ja, een verkeerslicht vraagt zoveel bandbreedte dat je niet door kreeg dat het al groen was.

"Het heeft immers weinig zin als een auto niet weet dat er een file op de A1 staat. Die data moet echter wel veilig gedeeld worden en niet veranderd of onderschept kunnen worden."

Want het is echt belangrijk dat alleen de zender en ontvanger weten dat er file op de A1 staat.
Interessant artikel! En ik maar denken dat we na de nanometers overgaan op picometers, maar ångström is eigenlijk veel stoerder. :)

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.