Langzaam maar zeker voltrekt zich een stille revolutie in voedingenland. Sinds oktober druppelen de eerste voedingen die voldoen aan de ATX 3.0-standaard, de Pricewatch binnen. Inmiddels kun je kiezen uit twintig series. De veelbesproken nieuwe stroomstekker voor videokaarten, 12Vhpwr, is veruit het bekendste onderdeel van de nieuwe spec, maar ATX 3.0 brengt veel meer veranderingen met zich mee.
12Vhpwr: de 600W-stekker met kinderziektes
Collega Willem schreef eerder al een uitgebreid artikel over de 12Vhpwr-connector, die is ontwikkeld als reactie op het steeds hoger wordende stroomverbruik van uitbreidingskaarten, in het bijzonder videokaarten. Deze zestienpinsconnector, met twaalf pinnen voor de stroomtoevoer en vier voor communicatie, kan maximaal 600W vermogen leveren.
De consolidatie van het vermogen waarvoor eerst vier achtpinsstekkers nodig waren in één connector, zorgt ervoor dat je een high-end videokaart met een enkele kabel kunt aansluiten op je voeding. Verder neemt de aansluiting minder ruimte in op de printplaat van de videokaart, wat nog eens wordt versterkt doordat de nieuwe connector een kleinere 3mm-pitch tussen de pinnen heeft.
De introductie van de nieuwe stekker verliep rommelig. Nvidia liep op de zaken vooruit door de Founders Editions van de RTX 3000-generatie te voorzien van een twaalfpinsstekker, zonder de extra datapinnen dus. Bij de RTX 4000-serie werd de zestienpinsconnector ook verplicht voor alle customvideokaarten van de zogenaamde boardpartners. De meegeleverde adapters naar twee, drie of zelfs vier PEG-stekkers bleken te worden gefabriceerd door twee verschillende bedrijven, die een ander sluitingsmechanisme hadden toegepast. Een daarvan gaf minder duidelijke feedback over wanneer hij volledig ingeplugd was. Niet volledig inpluggen leidt tot een kleiner geleidingsoppervlak en daarmee hogere temperaturen. Meldingen over rokende kabels, connectors en videokaarten, de nachtmerrie van iedere pc-bouwer, verschenen op internet. Volgens Nvidia zijn alle gemelde problemen terug te voeren op niet volledig ingeplugde kabels of adapters.
:strip_exif()/i/2005676442.jpeg?f=imagenormal)
In een revisie van de ATX 3.0-standaard, die in februari van dit jaar werd gepubliceerd, beveelt Intel specifiek aan om het geveerde sluitingsmechanisme te gebruiken. Daarmee lijkt deze saga met een sisser af te lopen. Er zijn inmiddels honderdduizenden kaarten met de adapters verkocht en als de problemen echt nog steeds veel zouden voorkomen, zouden fora als Gathering of Tweakers zonder twijfel vollopen met klachten. Toch raad ik je aan om bij gebruik van de zestienpinsconnector te doen wat we ook in ons Tweakers-testlab doen: scherpe bochten in de kabels vermijden zodat er niet te veel druk op de connector komt te staan, én altijd dubbelchecken of de kabel maximaal is ingeplugd.
Met een ATX 3.0-voeding met een native 12Vhpwr-kabel haal je overigens toch al een mogelijk zwak punt weg, want in vergelijking met de adapteroplossing is er een connectorovergang minder en kan het daar dus in elk geval niet misgaan.
Je voeding praat met je systeem
Hierboven noemde ik al even de vier extra datapinnen die deel uitmaken van de 12Vhpwr-standaard, maar zelf geen stroom transporteren. Deze zogenaamde sideband-signalen geven informatie over de voeding door aan de aangesloten videokaart. De eerste twee pinnen worden Sense0 en Sense1 genoemd. Combinaties waarin deze pinnen sluiten naar ground of juist van een hoge weerstand zijn voorzien, geven aan of de kaart maximaal 150, 300, 450 of 600W mag verbruiken. Voor de opstartfase van het systeem gelden in al die gevallen wat lagere vermogens.
De derde pin heet 'Card_pwr_stable' en geeft continu aan dat de stroomvoorziening van de uitbreidingskaart in orde is. Wanneer er een fout optreedt, kan de voeding dit signaal gebruiken om een beveiliging te activeren en zichzelf uit te schakelen. De vierde pin, 'Card_cbl_pres', vertelt de voeding dat er een kaart aanwezig is en of die daadwerkelijk wordt gebruikt. Dat laatste is vooral handig voor systemen met verscheidene insteekkaarten die een 12Vhpwr-kabel gebruiken, zodat de voeding overbelasting kan voorkomen door het verbruik per kaart te beperken. De functionaliteit van deze laatste twee pinnen is overigens grotendeels optioneel.

Met de ATX12VO 2.0-standaard, die weliswaar geen onderdeel is van ATX 3.0, maar er wel mee samenhangt, vindt er ook communicatie tussen de voeding en het moederbord plaats. Het I_PSU%-signaal geeft aan het moederbord door welk percentage van het totale vermogen van de voeding wordt gebruikt, zodat je pc zijn stroomverbruik kan beperken om binnen die limiet te blijven. Laptops en servers maakten al gebruik van een dergelijk signaal.
Bestand tegen hoge vermogenspieken
Tot nu toe mochten insteekkaarten niet meer verbruiken dan de limiet die hoorde bij de gebruikte stroomaansluitingen. In de praktijk deden zeker high-end videokaarten dat echter wel, doordat het verbruikspatroon van gpu's bijzonder 'piekerig' is. Kaarten als de RTX 2080 Ti of RTX 3090 (Ti) konden voor zeer korte tijd een hoeveelheid vermogen verbruiken die soms wel het dubbele van hun tdp was. Veel voedingen hadden daar wel enige tolerantie voor en in de meeste configuraties heeft de voeding sowieso nog wel wat vermogen over, maar juist als je je als voedingfabrikant keurig aan de spec hield, kon de overbelastingsbeveiliging tot gevolg hebben dat de voeding tijdens zo'n vermogenspiek uitviel.
Juist bij de RTX 4000-serie heeft Nvidia dit probleem overigens voor een deel aangepakt, door de vrm uit te rusten met een veel snellere feedbackloop. Excessieve vermogenspieken worden daardoor voorkomen.
In de PCI Express 5.0-standaard is opgenomen dat een videokaart tot 100 microseconden (0,0001 seconde) drie keer zijn gebruikelijke vermogen mag verstoken. Dat loopt vervolgens met een formule af naar één keer zijn gebruikelijke vermogen bij een tijdsduur van 1 seconde of langer. Een ATX 3.0-voeding met een 12Vhpwr-connector moet deze pieken dus kunnen opvangen.
Op basis van deze specificaties zijn er als onderdeel van de ATX 3.0-standaard zelf ook pieklimieten vastgesteld voor de complete belasting van de voeding. Als een voeding een vermogen boven de 450W en een 12Vhpwr-connector heeft, moet hij 200 procent van zijn opgegeven vermogen kunnen leveren gedurende 100 microseconden. Dat loopt af naar 180 procent gedurende 1ms, 160 procent gedurende 10ms en 120 procent gedurende 100ms. Het reguliere vermogen moet de psu onbeperkt aankunnen.
Pieklimiet in % van vermogen voor voedingen ≤ 450W en zonder 12Vhpwr |
Pieklimiet in % van vermogen voor voedingen > 450W en met 12Vhpwr |
Tijdsduur piek | Duty cycle |
150% | 200% | 100µs (0,0001s) | 5% |
145% | 180% | 1ms (0,001s) | 8% |
135% | 160% | 10ms (0,01s) | 12,5% |
110% | 120% | 100ms (0,1s) | 25% |
100% | 100% | Onbeperkt | N.v.t. |
Voor het testen daarvan is daarnaast sprake van een zogenaamde duty cycle, die aangeeft na hoeveel tijd de voeding weer een nieuwe piek aan moet kunnen. Bij de hoogste tabelrij, met 200 procent belasting gedurende 100 microseconden, geldt een duty cycle van 5 procent. Dit betekent dat de voeding na de piek van 100 microseconden én (95/0,05=) 1900 microseconden 100 procent belasting weer een nieuwe 200-procentpiek van 100 microseconden aan moet kunnen.
Hieraan zijn in de ATX 3.0-standaard bovendien slew rates gekoppeld, oftewel de snelheid waarmee de voeding kan reageren op toe- of afname van het gevraagde vermogen. Op de +12V-rail waar de processor en videokaart gebruik van maken, is dat 5A (= 60W) per microseconde.
Hogere efficiëntie bij lage vermogens
Voorheen hoefde een ATX-voeding alleen te voldoen aan weinig ambitieuze eisen voor de efficiëntie bij volledige, 50 procent en 20 procent belasting. Als onderdeel van de ATX 3.0-standaard moet een voeding nu ook minstens 60 procent efficiënt zijn bij een zeer lage belasting van 10 watt of, als het vermogen van de voeding hoger is dan 500W, 2 procent van het totale vermogen. Aanbevolen wordt zelfs 70 procent efficiëntie in dit scenario.
Efficiëntie bij lage belasting | Bij 10W belasting voor voedingen ≤ 500W |
Bij 2% belasting Voor voedingen > 500W |
Verplicht | 60% | 60% |
Aanbevolen | 70% | 70% |
Daarnaast is de ATX-standaard gereedgemaakt voor de Alternative Low Power Mode, kortweg ALPM, een alternatief voor de bestaande S3-sleepstate. Het bekendste voorbeeld daarvan is Windows Modern Standby, waarin netwerkverbindingen actief blijven, maar achtergrondtaken tot een minimum worden beperkt en veel hardware dus het grootste deel van de tijd is uitgeschakeld. Als zelfbouwer moet je daarvoor trouwens moderne hardware hebben en ALPM vóórdat je Windows installeert, hebben ingeschakeld in het bios. Wisselen tussen S3 en ALPM wordt (nog) niet ondersteund door het OS.
Voor ALPM zijn er onder meer nieuwe eisen voor efficiëntie op de +5VSB-rail toegevoegd, die actief blijft als het systeem in stand-by staat. Het gaat om 75 procent efficiëntie bij zowel 0,55A (2,75W) als 1,5A (7,5W) belasting. Daarnaast worden voor het gebruik van ALPM een snellere reactietijd op een power-on en een kortere wachttijd op een pwr_ok-signaal aanbevolen. Ook moet de psu snel aan kunnen gaan na het uitschakelen, zelfs als de spanning nog niet tot nul is gedaald.
Overige wijzigingen
Een kleine wijziging in de eisen aan de spanningsregulatie moet voedingen helpen om de bovengenoemde vermogenspieken op te kunnen vangen. Waar het spanningsniveau van een ATX-voeding tot nu toe 5 procent naar boven of onder mocht afwijken, wordt dat nu maximaal 7 procent naar onder of zelfs 8 procent in het geval van de PCIe-kabels. De spanning mag daarbij dus zakken tot 11,04V. Als extra hulpmiddel mag de standaard doelspanning eventueel worden opgevoerd tot 12,2V.
Ten slotte wordt nu naast 80Plus ook Cybenetics aangemerkt als testautoriteit voor ATX-voedingen. Aris Mpitziopoulos, die in het verleden voedingreviews schreef voor onder meer TechPowerUp, Tom's Hardware en KitGuru, is daar de hoofdtester. Sinds kort kun je in de Tweakers Pricewatch filteren op de ETA (efficiëntie)- en Lambda (geluidsproductie)-labels die Cybenetics uitgeeft. We werken nog aan de compleetheid hiervan, omdat het toevoegen hiervan helaas handwerk is. Voorlopig blijft het aantal voedingen met een Cybenetics-label echter nog ver achter bij de bekendere, maar op punten minder uitgebreide 80Plus-labels.
Conclusie
De ATX-standaard is zowel de grootste kracht als de grootste tegenstander van de zelfbouw-pc-wereld. Veel van de werking, kabels en maten van hardware is erin geregeld, waardoor je de hardware van je dromen kunt combineren zonder tegen compatibiliteitsproblemen aan te lopen. Tegelijk is de ATX-standaard een rem op innovatie, omdat het praktisch onmogelijk blijkt om de hele industrie achter radicale veranderingen te krijgen. Hoewel de ATX-standaard een indeling voorschrijft die de meeste moderne kasten vooral veel lege ruimte laat bevatten, is het BTX-initiatief kansloos gesneuveld. Ook recente concepten, zoals de eerdergenoemde ATX12VO-standaard en het verplaatsen van connectors naar de achterkant van het moederbord, lijken in de praktijk weinig tractie te krijgen.
ATX 3.0 is dan ook een bescheiden revolutie, maar wel hoognodig om de zelfbouw-pc toekomstvast te maken. In de eerste plaats formaliseert de standaard dingen die in de praktijk allang gebeurden, zoals videokaarten die kortstondig ver boven hun officiële vermogenslimiet piekten, of juist de zeer lage vermogens die voorkomen bij moderne sleepstates. Dat is misschien wat saai, maar helpt wel om te voorkomen dat gebruikers onverwachts met problemen worden geconfronteerd, wat natuurlijk juist het doel van standaardisatie is. Daarnaast moet ook de 12Vhpwr-connector, mits gebruikers en fabrikanten die op een veilige manier gebruiken, een praktische verbetering voor de pc-bouwer vormen.
In de eerste maanden, die gekenmerkt werden door beperkte verkrijgbaarheid, gebruikten fabrikanten het ATX 3.0-logo nog wel als een manier om een flink hogere prijs te verantwoorden. De laatste tijd komen er ook steeds meer goedkopere voedingen op de markt die voldoen aan de nieuwe standaard, waarvan het goedkoopste exemplaar minder dan honderd euro kost. Vermoedelijk is er dus spoedig geen goede reden meer om bij een nieuwe build níét voor een ATX 3.0-voeding te gaan. Anderzijds is upgraden van een bestaand systeem doorgaans niet zinnig, omdat 12Vhpwr-videokaarten ook met een adapter kunnen worden aangesloten en veel van de andere nieuwigheid officieus al op oudere psu's te vinden was.
De volledige, technische ontwerpgids voor een 'ATX Version 3.0 Multi Rail Desktop Platform Power Supply' is hier te vinden als pdf-document.