Minister van Defensie Hennis-Plasschaert stelt dat de Nederlandse inlichtingendiensten geen aanwijzingen hebben dat buitenlandse inlichtingendiensten, en dan met name de Amerikaanse, het satelliet-grondstation in het Friese Burum gebruiken voor het vergaren van inlichtingen.
Dat schrijft de minister in antwoord op Kamervragen nadat in een uitzending van Nieuwsuur was onthuld dat de Amerikanen eigen apparatuur in het Friese Burum hebben geplaatst om satelliet-informatie mee op te vangen. Bovendien zou de apparatuur op een apart deel van het satelliet-grondstation alleen door Amerikaanse staatsburgers met zogeheten clearance toegankelijk zijn. In Nieuwsuur werd de mogelijkheid geopperd dat de VS via het grondstation dataverkeer konden onderscheppen.
De minister schrijft verder in haar brief dat het satellietstation in Burum op Nederlands grondgebied staat en dat de overheid zonodig toegang heeft tot alle gebouwen op het terrein. Op het deel dat door de firma Inmarsat wordt gebruikt zou apparatuur staan van andere partijen. Welke dit zijn en of daar de Amerikaanse overheid onderdeel van uit maakt, meldt minister Hennis niet.
Volgens de minister hebben de inlichtingendiensten AIVD en MIVD 'geen aanwijzingen dat er in Burum sprake is van inlichtingenactiviteiten door buitenlandse mogendheden'. Desondanks geeft de minister geen antwoord op de vraag of Defensie op de hoogte was van het feit dat de Amerikanen apparatuur hebben staan in Burum. Wel zegt Hennis dat op het militaire deel van het complex in Burum uitsluitend Nederlandse apparatuur staat.