Volgens de International Federation of the Phonographic Industry was de groei in de verkoop van digitale muziek in het afgelopen jaar flink lager dan in de jaren daarvoor. De organisatie claimt dat piraterij nog steeds een groot probleem vormt.
De IFPI, die de belangen van de muziekindustrie poogt te behartigen, liet weten dat de verkoop van digitale muziek in 2010 met 6 procent is gegroeid, de helft van de groei die in 2009 werd geregistreerd. In eerdere jaren zou de groei nog veel groter zijn geweest, aldus de IFPI. In totaal heeft de digitale muziekverkoop in 2010 een bedrag van 4,6 miljard dollar opgeleverd. Volgens de IFPI is 95 procent van de downloads ongelicenseerd, waardoor de organisatie naar eigen zeggen in de afgelopen zes jaar 31 procent minder inkomsten heeft binnengekregen.
Ondanks de teruglopende groei had de IFPI wel succes met overheden die wetgeving op het gebied van filesharing aanscherpten. Zo werd bijvoorbeeld in Frankrijk de three strikes-wetgeving van kracht, waarbij internetters worden afgesloten nadat ze drie keer inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht. In het Verenigd Koninkrijk werd eveneens strengere wetgeving ingevoerd om copyrightinbreuk aan te pakken. Daarnaast wordt in de EU gewerkt aan een speciaal antipiraterijverdrag, Acta genaamd. Ook mocht aanbieder van p2p-programma Limewire niet langer zijn software verspreiden, zo oordeelde de rechtbank in New York.
De belangenbehartigers van de muziekindustrie denken dat samenwerkingsverbanden, waarbij muziekdiensten hun content via telecom- of internetproviders aanbieden, kunnen bijdragen aan de verkoop van onlinemuziek. Een voorbeeld hiervan is de muziekdienst Spotify, die onlangs samen ging werken met de Zweedse provider TelioSonera om de streamingdienst op de pc aan te bieden. Ook andere providers zijn inmiddels begonnen muziekdiensten aan klanten aan te bieden.