Onderzoekers die het antipiraterijverdrag Acta onder de loep hebben genomen, stellen dat dit in strijd is met internationale en Europese verdragen. De vrijheid van meningsuiting zou in het geding zijn, evenals het recht op een eerlijk proces.
De Nederlandse hoogleraar internationaal recht Douwe Korff en zijn medeonderzoeker Ian Brown, verbonden aan respectievelijk de London Metropolitan University en de universiteit van Cambridge, hebben het rapport van hun onderzoek naar het Acta-verdrag maandag gepresenteerd. Ze concluderen dat het verdrag op diverse punten in strijd is met het internationale en Europese recht.
Het verdrag, dat is bedoeld om piraterij op het internet en de handel in namaakartikelen tegen te gaan, heeft vooral aandacht voor de belangen van grote bedrijven, stellen de onderzoekers. Minder aandacht is er volgens hen voor de belangen van opkomende economieën en mensenrechten. Ook zou innovatie worden belemmerd.
Bij het opstellen van het verdrag zouden de mensenrechten zijn genegeerd. Een passage over het respecteren van mensenrechten werd niet opgenomen, omdat de deelnemers dit 'niet nodig' vonden. Ondertussen komen er wel meer mogelijkheden om strafvervolging in te stellen voor auteursrechtenschenders, waarbij de maatregelen niet worden afgewogen tegen de maatschappelijke wenselijkheid ervan, schrijven Korff en Brown.
Het recht op een eerlijke rechtszaak wordt volgens de onderzoekers evenmin gerespecteerd, omdat auteursrechthouders te veel juridische wapens in handen zouden krijgen. Daarmee is het verdrag in strijd met mensenrechtenverdragen.
'De vrije toegang tot informatie zou in het geding zijn, omdat er te veel ruimte is voor het beperken van toegang tot informatie via bijvoorbeeld drm. Ondertussen zou er te weinig ruimte zijn voor uitzonderingen op het auteursrecht. Daarnaast biedt het verdrag de mogelijkheid om het surfgedrag van 'miljoenen internetgebruikers' te volgen. Bovendien kan informatie over hun gebruik worden gedeeld met copyrighthouders, als schending van de auteursrechten wordt vermoed. Dat kan in strijd zijn met Europese regelgeving voor gegevensbescherming, namelijk als informatie uit landen met strenge privacyregels wordt overgeheveld naar landen met minder strikte regelgeving.
Korff en Brown geven toe dat een voorgestelde 'three strikes'-bepaling uiteindelijk is geschrapt, maar het verdrag zou landen er nog steeds toe aanzetten om regelgeving aan te nemen die vooral Amerikaanse en Europese bedrijven ten goede komt, en minder recht doet aan mensenrechten. Three strikes-wetgeving houdt in dat auteursrechtenschenders die meer dan twee keer in de fout gaan, van het internet worden afgesloten. In Frankrijk is dergelijke wetgeving actief; zestig Fransen riskeren inmiddels hun internetverbinding.
Over het Acta-verdrag wordt al jaren onderhandeld. Er is veel kritiek op de besprekingen geweest, omdat deze achter gesloten deuren plaatsvonden. Grote bedrijven mochten de onderhandelingen wel volgen, maar mensenrechtenclubs en volksvertegenwoordigers werden niet toegelaten. Op dit moment hebben acht landen het verdrag ondertekend. Lidstaten van de Europese Unie ondertekenen het verdrag niet zelf; de Europese Unie moet dat als geheel doen, maar het Europees Parlement moet nog over ondertekening beslissen. Onder andere de Verenigde Staten en Japan hebben het verdrag wel ondertekend.