maar ik denk dat het zoeken naar dit molecuul echt zoeken is naar een zandkorrel in de sahara
ROTFL, weet je zeker dat je niet bedoelt "zoeken naar een waterdruppel in de Sahara"? Zandkorrels genoeg lijkt me zo.

(Of: "zoeken naar één bepaalde zandkorrel".)
Hierdoor gaat het materiaal nog warmer worden, nog slechter geleiden waardoor er weer meer stroom verloren gaat etc etc. Dit is de rede dat onze computers zo warm worden en we ze constant moeten koelen.
Je haalt twee dingen door elkaar denk ik (of, probeert er twee tegelijk te verklaren). De niet-nul weerstand van een normale geleider zorgt inderdaad (bij een niet-nul stroom) voor een (vooruit, nog eentje dan: niet-nul) warmteontwikkeling. Hierdoor wordt de geleider warmer. Bij bijna alle materialen (er zijn uitzonderingen, Google / Wiki maar eens naar NTC-weerstand: "negatieve temperatuur-coëfficiënt") zal dat inderdaad ook leiden tot een toename in de weerstand, waarmee je dus een zichzelf-versterkend proces hebt.
Dit heeft echter weinig met supergeleiding te maken. Omdat de geleiding daar nul is (niet bijna-nul,
echt nul) heb je geen warmteonwikkeling. Dat is inderdaad handig; als de kritieke temperatuur (ruim) boven kamertemperatuur ligt heb je immers geen koeling nodig omdat er geen warmteontwikkeling is. En als je per ongeluk
iets boven je kritieke temperatuur komt zal de plotselinge warmteontwikkeling inderdaad voor enorme problemen zorgen (LHC anyone?), maar dit alles heeft, voor zover ik kan zien, niet echt iets te maken met de (on)mogelijkheid van supergeleiding op nanoschaal.
Overigens, of dit ook geldt in een chip betwijfel ik... Bij het opladen en ontladen van capaciteiten (lees: transistors) heb je toch ook warmteontwikkeling?? Is er een electrotechnicus / fysicus in de zaal die hier iets zinnigs over kan zeggen?
Voor je "superconducting@home" aanpak ontbreekt helaas nog één ding: de formule die doorgerekend moet worden. Tenzij ik een doorbraak heb gemist is de enige manier om vast te stellen of iets een supergeleider is, door het materiaal te maken en te testen.
Als de atomen/moleculen van het geleidend materiaal dus trillen/bewegen (niet 0 graden kelvin zijn, waarbij alles stil staat) verhoogt dat de kans dat deze tegen de 'stroom' aanbotsen, waardoor er stroom omgezet wordt in (meer) warmte.
Ik geef toe dat ik weinig verstand van zaken heb, maar je zegt twee dingen waarvan ik weet dat ze niet
kunnen kloppen:
- Een materiaal kan nooit exact 0 Kelvin zijn. De exacte redenatie wil me even niet te binnen schieten, maar dat weet ik nog van mijn middelbare school.
- Bij supergeleiding is de weerstand echt nul, dat kan dus niks te maken hebben met een kans-proces, want dan zou je altijd een kans hebben om een beetje energie kwijt te raken (= weerstand te hebben). Tenzij je wilt gaan mieren****** en me eraan herinneren dat de constante-nul functie ook een kans beschrijft... Wiskundig gezien heb je gelijk: er is een kans (lees: de kans kan uitgerekend worden) om met een normale dobbelsteen 7 te gooien. Die kans is alleen nul en buiten de wiskunde zeggen we dan dat er "geen kans is".