Onderzoekers van het Niels Bohr-instituut in Denemarken hebben halfgeleiders gekoeld met behulp van lasers. De nieuwe koelmethode zou onder meer in zeer gevoelige sensors en in quantumcomputers toegepast kunnen worden.
De onderzoekers maakten gebruik van lasers om hun halfgeleiders te koelen. Voor atomen werd die techniek al langer ingezet, maar dat betrof gaswolken. De medewerkers van het Niels Bohr-instituut hebben nu ook vaste stoffen met lasers gekoeld, door gebruik te maken van quantumeffecten en natuurkundige effecten op nanoschaal. De natuurkundigen ontwikkelden een 160 nanometer dik halfgeleidermembraan dat onder invloed van laserlicht vibreert.
Het fotonisch kristalmembraan werd van galliumarsenide gemaakt en wordt beschenen door een laser. Een spiegel weerkaatst een deel van het licht naar het membraan. Op die manier wordt een optische resonator gecreëerd waardoor het membraan opwarmt en uitzet. De uitzetting levert een oscillatie op die afkoeling van het membraan tot gevolg heeft. De afkoeling bereikte bijna het absolute nulpunt; het membraan bereikte een temperatuur van slechts min 269 graden Celcius.
De techniek zou ingezet kunnen worden om quantumcomputers te koelen. De nanomembranen zouden ook ingezet kunnen worden om sensors voor elektrische stroom of mechanische sensors te koelen; het gebruik van dure, cryogene technieken zou dan niet nodig zijn. Het oppervlak van de membranen die de onderzoekers wisten te produceren bedraagt één vierkante millimeter.
