De ontwikkeling van microlenzen die met behulp van nanotechnologie worden geproduceerd, zou infraroodbeelden die onder meer met satellieten worden gemaakt, kunnen verbeteren. Ook nachtkijkers zouden van de techniek profiteren.
De microlenzen werken door eigenschappen van gouden nanodeeltjes te benutten om meer licht door de lensopeningen te leiden. Daarmee zou de lichtopbrengst volgens de onderzoekers van het Rensselaer Polytechnic Institute twintigvoudig kunnen worden verbeterd. De techniek maakt een toename van de hoeveelheid licht in de quantum dot-infrarooddetectors mogelijk. Daarbij neemt de hoeveelheid ruis niet toe, wat tot betere beeldvorming moet leiden. De verbeterde infrarooddetectors zouden onder meer in satellieten en infraroodkijkers kunnen worden toegepast; infraroodbeelden door satellieten worden onder meer voor observatie en milieu-onderzoek gebruikt.
De quantum dot-sensors die professor Shan-Yu Lin en zijn collega's ontwikkelden, maken gebruik van plasmonische effecten van gouden nanodeeltjes. In een gouden coating van ongeveer 50nm dik maakte Lin gaatjes van 1,6 micron doorsnee en 1 micron dik. In de gaatjes werden quantum dots aangebracht, die gevoelig zijn voor infrarood licht en een spanning genereren. Het gouden laagje concentreert infrarood licht via surface plasmonics naar de gaten met quantum dots en fungeert als lens.
De verbeterde lichtopbrengst zonder ruistoename moet de zogeheten QDIP laten concurreren met de huidige technieken, zoals MCT-sensors. Die produceren weliswaar een sterk signaal, maar zijn afhankelijk van lange belichtingstijden bij weinig licht. Over enkele jaren zou de QDIP-technologie, vergeleken met de MCT-techniek, een twintigvoudige verbetering in infrarooddetectie kunnen vertonen.