Britse onderzoekers hebben op basis van een nieuw nanomateriaal een accu ontwikkeld die traditionele oplaadbare accu's zou kunnen vervangen. De nano-accu's zouden licht zijn en geen last hebben van afnemende laadcapaciteit.
Het nano-materiaal dat voor de accu's wordt gebruikt, bestaat uit een composiet van koolstofvezels en een hars-achtige polymeer. Voor de productie ervan zijn geen zeldzame grondstoffen nodig, in tegenstelling tot de fabricage van de huidige veelgebruikte Li-ion-accu's, waarvoor lithium nodig is. Accu's die met het nieuwe materiaal worden gemaakt, hebben bovendien geen last van het achteruitgaan van de capaciteit naarmate er meer laad-ontlaadcycli zijn doorlopen. Verder zou de laadtijd van de nanoaccu's korter zijn dan die van lithium-accu's.
De accu's, die vooralsnog alleen als prototype in het lab van het Imperial College London bestaan, zouden niet alleen als accu, maar ook als structuurcomponent dienst kunnen doen: wanneer de accu's groot genoeg gemaakt kunnen worden voor gebruik in elektrische auto's, zou de accu niet alleen energie kunnen leveren, maar ook het plaatwerk van de auto kunnen vormen. Daarmee zou aanzienlijk op het gewicht van de auto bespaard kunnen worden, wat het bereik van elektrische of hybride auto's zou vergroten.
Het Imperial College London coördineert het onderzoek naar de koolstofcomposiet-accu's en werkt samen met negen onderzoekslabs, die zich bevinden in Zweden, Duitsland, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. De Europese Commissie heeft 3,4 miljoen euro voor het onderzoek beschikbaar gesteld en autobouwer Volvo zou overwegen de accu in een prototype-auto in te bouwen. Na afloop van de looptijd van de subsidie, die drie jaar bedraagt, zouden elektrische auto's met gebruik van de accutechniek vijftien procent lichter moeten zijn. Over vijf of zes jaar zou het accumateriaal in het plaatwerk van auto's verwerkt moeten kunnen worden.