De EU heeft nieuwe beschuldigingen aan het adres van Intel geuit. De chipmaker zou retailers geld hebben betaald als zij beloofden om geen pc's met AMD-processors te verkopen.
De uitbreiding op de lopende antitrustaanklacht volgt op eerdere beschuldigingen van de Europese toezichthouders aan het adres van Intel. Daarin wordt het bedrijf beschuldigd van het geven hoge kortingen op chips aan computerfabrikanten als die de processors van AMD links zouden laten liggen. In een toelicht op het zogenaamde statement of objections van de Europese antitrustautoriteiten is verder te lezen dat Intel een niet nader genoemde oem-fabrikant steekpenningen zou hebben betaald om de lancering van een nieuwe pc-lijn op basis van AMD-processors te vertragen. Intel, dat als 's werelds grootste cpu-fabrikant al jaren een dominante positie inneemt, zou volgens de EU met zulke praktijken de gehele keten onder druk hebben gezet om zijn voornaamste concurrent uit de markt te kunnen duwen.
Het uitgeven van een 'statement of objections' is een formele stap in de antitrustzaak. De partijen hebben nu acht weken de tijd om schriftelijk op de zaak te reageren. Intel zegt tegenover Reuters de nieuwe beschuldigingen aan zijn adres te zullen bestuderen, maar dat het verlenen van kortingen niet strafbaar is. Ook zouden de prijzen van pc's omhoog schieten als de EU besluit om dergelijke kortingen aan banden te leggen, zo waarschuwt de chipmaker.
De EU kan aan Intel een maximale boete van tien procent van zijn jaaromzet opleggen, maar analisten verwachten niet dat een eventuele boete zo hoog zal uitvallen. Wel loopt Intel imagoschade op als het schuldig wordt verklaard. Het bedrijf kreeg door de Zuid-Koreaanse mededingingsautoriteit vorige maand nog een boete van 16,5 miljoen euro opgelegd, omdat het bedrijf zich tussen 2002 en 2005 schuldig zou hebben gemaakt aan misbruik van zijn monopoliepositie. Ook in de VS worden soortgelijke beschuldigingen aan het adres van de chipmaker onderzocht.