De Federal Trade Commission gaat alsnog officieel onderzoeken of Intel de Amerikaanse antitrustwetgeving heeft overtreden. De FTC had een onderzoek eerder afgewezen, maar is na een bestuurswisseling van gedachten veranderd.
Eind vorig jaar werd nog gemeld dat de FTC geen brood zag in een formeel onderzoek naar Intel, omdat de antitrustwetgeving in de Verenigde Staten ruimer zou zijn dan in andere landen. De Europese Unie, Zuid-Korea en Japan hebben eerder wel al officiële maatregelen tegen Intel genomen, maar volgens Intel is er genoeg bewijs dat de chipmarkt 'bijzonder competitief is en goed functioneert'. FTC-voorzitster Deborah Majoras was het daarmee eens, maar die is inmiddels opgestapt en vervangen door William Kovacic, die duidelijk een andere mening is toegedaan. Ook Charles Schumer, de Democratische senator van New York, heeft zijn steun voor een FTC-onderzoek uitgesproken. AMD wil in deze staat een fabriek bouwen en heeft daarvoor de nodige overheidssteun toegezegd gekregen.
Concurrent AMD zal het nieuws ongetwijfeld verwelkomen. In zijn rechtszaak tegen Intel mocht deze chipfabrikant buitenlandse veroordelingen van Intel niet als bewijs aandragen, zodat bijvoorbeeld het Zuid-Koreaanse vonnis niet gebruikt mocht worden om aan te tonen dat Intel de marktwerking frustreert. Bij het FTC-onderzoek ligt dat anders: als het Amerikaanse overheidsorgaan oordeelt dat Intel zijn concurrenten onrechtmatig heeft tegengewerkt, zal AMD dat ongetwijfeld bij de rechter aanvoeren. Overigens kan Intel een eventuele vrijspraak door de FTC in dezelfde zaak ook tegen AMD gebruiken, zodat het interessant wordt om te zien welke van de twee zaken als eerste wordt afgerond.