De New York Times citeert anonieme bronnen die beweren dat de Amerikaanse FTC geen formeel onderzoek zal beginnen naar Intel. In een reactie zegt de chipgigant dat het nog te vroeg is om te juichen.
AMD heeft in de Verenigde Staten, net als in veel andere landen, geklaagd over het gedrag van zijn belangrijkste concurrent. Japan, Zuid-Korea en de Europese Unie hebben naar aanleiding daarvan onderzoeken gestart; de laatste twee daarvan lopen nog steeds.
In thuisland Amerika heeft AMD twee jaar geleden zelf het voortouw genomen door een rechtszaak aan te spannen tegen Intel, maar men bleef ondertussen ook nog steeds bij de overheid aandringen op actie. Het lijkt er nu echter op dat die steun er niet komt.
De FTC is al ruim een jaar bezig met een informeel onderzoek, waarin het duizenden documenten van Intel en zijn klanten heeft bestudeerd. De voorzitster van de raad heeft daarin onvoldoende reden gevonden om er een formeel onderzoek van te maken. Twee van de vijf raadsleden waren het daar kennelijk niet mee eens, maar verdere uitleg is nog niet gegeven. Een mogelijke verklaring is dat de FTC de uitkomst van de andere zaken wil afwachten.
Volgens Intel is er een belangrijk verschil tussen de Amerikaanse wetgeving en die in de rest van de wereld, namelijk dat in de VS concurrentie in het algemeen beschermd wordt, terwijl andere landen meer bescherming bieden aan specifieke concurrenten. Men vindt het echter sowieso te vroeg om te juichen: het bericht van de New York Times beschouwt het bedrijf vooralsnog als speculatie.